De beste wielrenner van 2019
foto: Cor Vos (archief)
maandag 30 december 2019 om 19:45

De beste wielrenner van 2019

Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van 2019 en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding? Elke werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. We sluiten af met: de beste wielrenner van 2019.

Toegegeven, het is appels met peren vergelijken. Want hoe kun je nu de prestaties van ronderenner Egan Bernal boven die van sprinter Sam Bennett zetten? Of die van Vuelta-winnaar Primož Roglič boven die van sprintkoning Caleb Ewan? De WielerFlits-lezers hebben onlangs al op de beste sprinter van 2019 kunnen stemmen, maar eerlijk is eerlijk: het zijn niet de mannen die een heel seizoen hebben gedomineerd. Wie wel? We komen uit bij vijf hoofdrolspelers.

Eerdere winnaars
2018: flag-es Alejandro Valverde
2017: flag-gb Chris Froome
2016: flag-sk Peter Sagan


flag-co Egan Bernal

foto: Cor Vos

In de jaren tachtig van de vorige eeuw zagen we plots tengere, vaak bruingeblakerde renners de Italiaanse, Franse en Spaanse cols bestormen. De wielersport werd van oudsher gedomineerd door de Fransen, Italianen, Belgen en later ook de Nederlanders en Spanjaarden, maar nu zagen we plots Colombianen in de Tour de France, Giro d’Italia en Vuelta a España. We herinneren ons natuurlijk Luis Herrera en Fabio Parra, de twee exponenten van een gouden generatie Colombiaanse klimgeiten. Het was de in eigen land onsterfelijke Herrera die in 1987 de Ronde van Spanje won, terwijl Parra een jaar later op het podium stond van de Ronde van Frankrijk.

Het leek slechts een kwestie van tijd vooraleer een Colombiaan op het hoogste treetje van het Tourpodium stond, maar Herrera en Parra bleken niet in staat om die langgekoesterde droom te verwezenlijken. En ook de nieuwe generatie Colombiaanse berggeiten – aangevoerd door Alvaro Meija en Oliverio Rincón – bleek niet sterk genoeg om mee te doen voor de eindzege, maar Nairo Quintana deed de enthousiaste wielerfans toch weer een tijdje dromen van het geel. De stille klimmer uit Cómbita won de Giro en Vuelta en kwam ook enkele keren dichtbij Tourwinst, maar hij bleek niet opgewassen tegen Chris Froome en Team Ineos.

En dus werd er alweer gekeken naar het volgende Colombiaanse toptalent: Egan Arley Bernal. Geboren in zoutstad Zipaquirá, groot geworden op de mountainbike maar al op jonge leeftijd verhuisd naar Italië om het te gaan maken als wegrenner. Het bleek al snel de juiste keuze, aangezien hij binnen de kortste keren werd opgepikt door de excentrieke teammanager Gianni Savio, die als baas van Androni Giocattoli-Sidermec een neusje heeft voor Zuid-Amerikaans wielertalent. Het bleek het begin van een succesvolle samenwerking met als ultieme bekroning de eindzege in de Tour de l’Avenir. Aan het einde van 2017 volgde een transfer naar het grote Team Sky.

foto: Cor Vos

De bescheiden Colombiaan bleek geen last te hebben van plankenkoorts, want Bernal won in zijn eerste WorldTour-jaar al enkele belangrijke rittenkoersen. Het bleek de voorbode voor een magnifiek 2019, met als hoogtepunt – hoe kan het ook anders – de eindzege in de Tour. Maar Bernal begon zijn seizoen in eigen land met de nationale kampioenschappen (een bronzen medaille in het tijdrijden) en de Tour Colombia 2.1 (vierde), gevolgd door zijn eerste Europese optreden in Parijs-Nice. In die laatste rittenkoers bleek hij de sterkste klassementsrenner, al werd hij nog flink uitgedaagd door zijn oudere landgenoot Quintana, die in Nice genoegen moest nemen met plek twee.

Met de eindzege in Parijs-Nice op zak trok Bernal als topfavoriet naar de Volta a Catalunya, maar de coureur van (toen nog) Team Sky moest in het noordoosten van Spanje zijn meerdere erkennen in landgenoot Miguel Ángel López en Adam Yates. Toch kon Bernal met veel vertrouwen toewerken naar de Giro d’Italia, zich opmakend voor zijn eerste examen als rondekopman van een sterrenensemble. Een week voor de Ronde van Italië ging het echter helemaal mis: de renner brak zijn sleutelbeen na een val op training. De klimmer mocht een kruis maken over de Giro, maar een Tourdeelname behoorde nog altijd tot de mogelijkheden.

Een aanvankelijk hevig teleurgestelde Bernal kende een snelle revalidatie, waardoor hij op tijd fit was voor de Ronde van Zwitserland. Sterker nog: de jonge renner bleek sterk genoeg om het eindklassement te winnen, na een indrukwekkende zege op de Gotthardpas. Bernal was klaar voor de Tour, maar ging zeker niet van start als topfavoriet, gezien zijn leeftijd, onervarenheid en de aanwezigheid van titelverdediger Geraint Thomas binnen zijn ploeg. En toch stond Egan Arley Bernal na drie weken koers op het hoogste treetje in Parijs, na een machtsgreep in de veelbesproken Alpenetappe naar (dat was de bedoeling) Tignes.

foto: Cor Vos

En zo schreef Bernal geschiedenis door als eerste Colombiaan de Tour de France te winnen, meer dan drie decennia na de overtocht van de eerste Colombiaanse wielrenners. Sommige Tourwinnaars besluiten vervolgens om het even rustig aan te doen, maar Bernal bleek nog voldoende motivatie te hebben voor de resterende maanden van 2019. Zo reed hij een ijzersterke Italiaanse najaarscampagne met een tweede plek in de Giro della Toscana, top 10-noteringen in de Giro dell’Emilia en Milaan-Turijn en de zege in de Gran Piemonte. Maar de grootste uitschieter was toch zijn derde stek in de Ronde van Lombardije, achter winnaar Bauke Mollema en Alejandro Valverde.

En zo kan de nog altijd maar 22-jarige Bernal terugkijken op een meer dan geslaagd seizoen. Want hoeveel renners van zijn leeftijd winnen nu in één jaar tijd de Tour, Parijs-Nice en de Ronde van Zwitserland? En hoeveel renners kunnen het na een Tourzege nog opbrengen om als derde te finishen in een wielermonument als de Ronde van Lombardije? Bernal heeft in 2019 niet alleen laten zien dat hij ontzettend hard kan fietsen, maar ook dat hij mentaal ijzersterk is. En wat ook niet bemoedigend is voor de tegenstand: hij kan alleen nog maar beter worden.

Belangrijkste resultaten in 2019 
flag-nr1 flag-fr Tour de France
flag-nr1 flag-fr Parijs-Nice
flag-nr1 flag-ch Tour de Suisse + 1 ritzege
flag-nr1 flag-it Giro del Piemonte
flag-nr3 flag-it Giro di Lombardia
flag-nr3 flag-es Volta a Catalunya


flag-si Primož Roglič

foto: Cor Vos

Er zijn twee wielrenners die de afgelopen maanden het rondewerk hebben gedomineerd: Egan Bernal en Primož Roglič. De Colombiaan won zoals eerder beschreven de Tour, Parijs-Nice en de Ronde van Zwitserland, Roglič was dan weer de beste in de Vuelta a España, Tirreno-Adriatico, de Ronde van Romandië en de UAE Tour. En net als Bernal reed Roglič een ijzersterk najaar met twee Italiaanse zeges en een prima optreden in de Ronde van Lombardije. Maar laten we beginnen bij het begin, ver weg van alle Europese hectiek, in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar stond begin maart de allereerste editie van de UAE Tour op het programma.

De organisatie van de nieuwbakken rittenkoers was erin geslaagd om een flink aantal wereldtoppers aan te trekken, met onder meer wereldkampioen Alejandro ValverdeMichał Kwiatkowski, Tom Dumoulin, Fernando Gaviria, Sam Bennett én Primož Roglič. De Sloveen van Jumbo-Visma maakte vorig jaar al indruk met eindzeges in gerenommeerde rittenkoersen en een vierde plek in de Tour, maar in 2019 stond alles in het teken van die twee andere grote rondes: de Giro en Vuelta. Zijn voorbereiding op de Italiaanse ronde begon in de UAE Tour en de kopman van Jumbo-Visma won meteen zijn eerste rittenkoers van het seizoen.

Het bleek het begin van een zeer succesvol voorjaar. Wat heet: de 30-jarige Roglič bleef tot en met de Giro d’Italia ongeslagen. In Tirreno-Adriatico bleek hij na een nagelbijtende finale in San Benedetto del Tronto één seconde sneller dan Adam Yates, terwijl de Sloveen veruit de beste was in de Ronde van Romandië door maar liefst drie etappes te winnen. De voormalig schansspringer reed in die laatste rittenkoers de tegenstand op een hoopje, waardoor hij zich bombardeerde tot topfavoriet voor de Ronde van Italië. En toegegeven, de klimmer annex tijdrijder deelde ook de eerste tik uit in de openingstijdrit naar de basiliek van San Luca.

foto: Cor Vos

Roglič leek in de eerste week op weg naar een overtuigende Girozege, helemaal na zijn tweede tijdritwinst in San Marino. Hij begon de eerste echte bergetappe naar Ceresole Reale met een voorsprong van bijna twee minuten op zijn naaste belagers, maar vanaf dat moment kwam er zand in de Sloveense motor. De klassementsaanvoerder moest op weg naar Courmayeur lijdzaam toezien hoe Richard Carapaz naar de roze leiderstrui fladderde. Het bleek ook meteen een beslissend moment in de koers, aangezien een moegestreden Roglič niet meer in staat bleek om Carapaz uit de leiderstrui te fietsen. De Ecuadoraan won als outsider zijn eerste Giro d’Italia.

En Roglič? De Jumbo-Visma-renner vocht op de slotdag nog een verbeten duel uit met Mikel Landa, met als inzet het laatste podiumplekje. De Spaanse klimmer begon met 23 seconden voorsprong aan de afsluitende tijdrit in Verona, maar zelfs een vermoeide Roglič bleek in staat om zijn achterstand om te buigen in een, weliswaar beperkte, voorsprong. Voor een winnaar pur sang telt een derde plek niet, maar het was tóch een volgende mijlpaal in de carrière van de allrounder van Jumbo-Visma, die zijn eerste podiumplek in een grote ronde wist te behalen. En daarmee kwam er een einde aan een intensief voorseizoen, de veelwinnaar was toe aan vakantie.

Na het Sloveens kampioenschap op weg bleef Roglič in zijn thuisland om de batterijen op te laden, te genieten van zijn tijd als kersverse vader en toe te werken naar het tweede deel van 2019. De man uit Trbovlje had één doel: het winnen van de Vuelta a España, zijn nederlaag in de Ronde van Italië nog vers in het geheugen. En Roglič wist in Spanje om te gaan met zijn status als topfavoriet. Hij antwoordde met de pedalen en wist de critici lik op stuk te geven. De stille en stoïcijnse ronderenner bleek in het hooggebergte een van de beste klimmers, was bij de les in de verraderlijke heuveletappes en sloeg zijn slag in de individuele tijdrit naar Pau.

foto: Cor Vos

Het gevolg was dat Roglič in Madrid de rode trui kreeg omgehangen als eindwinnaar van ‘La Vuelta’, voor wereldkampioen Alejandro Valverde en toptalent Tadej Pogačar, de tweede Sloveen op het eindpodium. Voor de coureur van Jumbo-Visma ging daarmee een droom (eindwinst in een grote ronde) in vervulling, maar het seizoen was zeker nog niet ten einde. Zo had de Vuelta-winnaar de stille hoop om zich in Harrogate tot wereldkampioen tijdrijden te kronen, maar Roglič bleek nog niet voldoende hersteld van zijn Spaanse inspanningen. Het verdict aan de finish: een teleurstellende twaalfde plaats, op exact drie minuten van winnaar Rohan Dennis.

Heel even was er twijfel over de fysieke paraatheid van Roglič, maar in de Giro dell’Emilia was weinig meer te merken van eventuele vermoeidheid. Wat heet, de renner van Jumbo-Visma wist met één indrukwekkende versnelling de tegenstand uit het wiel te kletsen op de steile San Luca, op weg naar zijn eerste zege in een semiklassieker. Drie dagen later was het ook raak in Tre Valli Varesine, ditmaal na een uitgekookte aanval in de laatste kilometer. Roglič had zich binnen enkele dagen opgewerkt tot dé grote favoriet voor de Ronde van Lombardije, maar hij moest na een sterke wedstrijd genoegen nemen met plek zeven.

Roglic’ laatste wedstrijd van 2019 was de Chrono des Nations, een wedstrijd die hij besloot op de derde plek. Maar er was na afloop nog genoeg reden om te juichen, met de zege van zijn ploeggenoot Jos van Emden. De cirkel was rond: Roglič begon en eindigde het seizoen met een overwinning.

Belangrijkste resultaten in 2019
flag-nr1 flag-es Vuelta a España + 1 ritzege
flag-nr1 flag-it Tirreno-Adriatico
flag-nr1 flag-ch Tour de Romandie + 3 ritzeges
flag-nr1 flag-ae UAE Tour + 1 ritzege
flag-nr1 flag-it Giro dell’Emilia
flag-nr1 flag-it Tre Valli Varesine
flag-nr3 flag-it Giro d’Italia + 2 ritzeges


flag-fr Julian Alaphilippe

foto: Cor Vos

Egan Bernal won de Tour, Primož Roglič was de beste in de Vuelta, maar de Velo d’Or (een prestigieuze prijs voor beste wielrenner van het afgelopen seizoen) ging toch echt naar Julian Alaphilippe. De Franse springveer van Deceuninck-Quick-Step dankt zijn uitverkiezing aan een fenomenaal voorjaar en een al even indrukwekkende Tour, waarin hij de Fransen liet dromen van een eerste eindwinnaar sinds Bernard Hinault. Maar we beginnen in Argentinië, want daar begon Alaphilippe zijn wielerjaar 2019. In de Vuelta a San Juan was hij meteen succesvol met twee ritzeges én een tweede plaats in het eindklassement, achter de Colombiaan Winner Anacona.

De renner – opgegroeid in Montluçon – bleef vervolgens in Zuid-Amerika om deel te nemen aan de Tour Colombia 2.1. En de explosieve renner ging door op zijn elan, door op knappe wijze de bergetappe met aankomst in La Union te winnen. Hierdoor mocht Alaphilippe als leider aan de afsluitende bergetappe beginnen, maar de Alto de Palmas bleek toch te zwaar voor de Fransman, die in het klassement bleef steken op plek zeven. De nu 27-jarige renner keerde vervolgens terug naar het Europese vasteland om zich voor te bereiden op de eerste klassieke afspraak van het seizoen, Strade Bianche. De debuterende Alaphilippe begon als een van de topfavorieten aan de grindklassieker.

De klassiekerrenner stelde ook niet teleur op de witte wegen richting Siena, want hij reed samen met Jakob Fuglsang als eerste naar de finish op het vermaarde Piazza del Campo. Het was de Deen die met machtige pedaalslagen indruk wist te maken, maar hij bleek geen antwoord te hebben op de sprintsnelheid en stuurmanskunsten van Alaphilippe, die zijn eerste grote zege van 2019 boekte. Vier dagen na zijn Toscaanse triomf stond de rasaanvaller alweer aan de start van Tirreno-Adriatico, klaar om zijn erelijst nog wat verder uit te breiden. Met ritzeges in Pomarance (sprint bergop) en Jesi (na een schimmige massaspurt) lukte dat ook meer dan aardig.

foto: Cor Vos

Alaphilippe stond enkele dagen na de afsluitende tijdrit van Tirreno-Adriatico aan het vertrek van Milaan-San Remo, zijn eerste échte hoofddoel van 2019. De coureur van Deceuninck-Quick Step begon, uiteraard, als een van de absolute topfavorieten aan de lenteklassieker, zeker na zijn eerdere zege in Strade Bianche. De Fransman werd in 2017 al eens derde, maar dit jaar was het wél raak voor Alaphilippe. Hij was in de finale op pad met een aantal wereldtoppers, onder wie wereldkampioen Alejandro Valverde, Peter Sagan en Michał Kwiatkowski. Niemand bleek echter in staat om Alaphilippe uit te dagen in een sprint op de Via Roma.

En zo boekte Alaphilippe zijn eerste monumentale zege, voor de verrassend sterke Oliver Naesen en Kwiatkowski. Het was de kers op een al heel mooie taart, maar de Fransman was zeker nog niet van plan om op vakantie te gaan, met de Ardennenklassiekers in het vooruitzicht. Alaphilippe hoopte in de Ronde van het Baskenland de puntjes op de i te zetten, wat aanvankelijk ook leidde tot een ritzege in Gorraiz, maar één dag later kwam hij zwaar ten val in de derde rit naar Estibaliz. Zijn ploeg maakte zich ernstige zorgen, aangezien er werd gevreesd voor breuken, maar Alaphilippe kwam met de schrik vrij. Hierdoor kon hij zich thuis voorbereiden op de klimklassiekers.

Alaphilippe maakte zijn rentree met een tweede plek in de Brabantse Pijl (achter Mathieu van der Poel, red.), gevolgd door een vierde plek in de Amstel Gold Race (na een schimmig schouwspel met Fuglsang). In de Waalse Pijl was het wél raak voor de oud-veldrijder. Hij liet als titelverdediger Fuglsang achter zich op de Muur van Huy. Het voorseizoen van Alaphilippe eindigde met Luik-Bastenaken-Luik, maar de torenhoge favoriet kon in de finale geen hoofdrol vertolken. De Fransman ging met een zestiende plaats de lentestop in, het vizier alweer gericht op de Tour de France. “Nu is het tijd om te herstellen en te genieten”, zo liet hij in het verregende Ans weten.

foto: Cor Vos

Na een welverdiende rustperiode reed Alaphilippe in het Critérium du Dauphiné weer zijn eerste wedstrijdkilometers, en dat verliep niet zonder succes. Zo won hij vanuit de vroege vlucht de heuveletappe naar Saint-Michel-de-Maurienne en veroverde hij dankzij zijn nimmer aflatende aanvalslust de bergtrui. Een kleine maand later stond Alaphilippe aan de start van de Tour, in de hoop zijn Tour van 2018 te evenaren of zelfs te verbeteren. Toen groeide hij namelijk uit tot de Franse publiekslieveling dankzij een ritzege in de Alpen en Pyreneeën en winst in het bergklassement. De druk was groot, maar Alaphilippe reed een Tour om nooit te vergeten.

Het begon allemaal op dag drie, met een onwaarschijnlijk straffe solo op weg naar Épernay, waardoor hij de ritzege én de gele trui wist te veroveren. De nieuwe leider genoot zichtbaar van zijn tijd in het geel, maar drie dagen na zijn triomf moest hij de trui alweer inleveren op La Planche des Belles Filles, aangezien vluchter Giulio Ciccone werd beloond voor zijn inspanningen. En toch was Alaphilippe de morele winnaar na de eerste aankomst bergop, aangezien hij in staat bleek om de beste klimmers te volgen. Het bleek een voorbode voor een knotsgekke Tour, met een renner die (bijna) drie weken lang boven zichzelf wist uit te stijgen: Julian Alaphilippe.

In de achtste etappe naar Saint-Étienne wist Alaphilippe het geel alweer te veroveren dankzij een late uitval met landgenoot Thibaut Pinot, maar nog verrassender was dat Flip vervolgens maar in die gele trui bleef rondfietsen. Dat was het geval na de etappe met aankomst op de Col du Tourmalet, na de tweede Pyreneeënrit richting Foix én de individuele tijdrit in en rond Pau. Sterker nog: het was de thuisrijder die met verve de chronoproef wist te winnen, waardoor het Franse publiek al voorzichtig begon te dromen van een nieuwe Tourwinnaar. Helaas voor Alaphilippe bleken de Alpen net te hoog, al stond hij voor de laatste bergrit nog tweede in het klassement.

De ingekorte bergetappe naar Val Thorens werd echter een martelgang voor Alaphilippe, die zijn virtuele podiumplaats verspeelde aan Geraint Thomas en Steven Kruijswijk. De smaakmaker van de 106e Tour de France moest in Parijs genoegen nemen met de vijfde plaats, op 3:45 van winnaar Egan Bernal. Maar Alaphilippe had wel de harten van het Franse wielerpubliek veroverd, door ze te laten dromen van het hoogst haalbare. De puncheur nam afscheid met twee ritzeges, veertien dagen geel en een top 5-notering in het klassement. Het bleek echter wel het laatste wapenfeit van Alaphilippe in 2019, want de Tour had blijkbaar veel van zijn rennerslijf gevraagd.

Alaphilippe hoopte zich nog een laatste keer op te richten voor de wereldkampioenschappen in Harrogate, maar op het moment suprême beschikte de Franse kopman niet over zijn voorjaarsbenen, waardoor hij niet verder kwam dan een 28e plaats. Enkele weken later nam hij dan ook de drastische beslissing om een punt te zetten achter zijn seizoen en de Ronde van Lombardije te laten schieten. Julian Alaphilippe was op, maar hij kan terugkijken op een geweldig seizoen.

foto: Cor Vos

Belangrijkste resultaten in 2019
flag-nr1 flag-it Milaan-San Remo
flag-nr1 flag-it Strade Bianche
flag-nr1 flag-be Waalse Pijl
flag-nr1 flag-fr Velo d’Or (verkiezing voor beste wielrenner)
flag-it Tirreno-Adriatico – 2 ritzeges
flag-fr Tour de France – 5e in het klassement, twee ritzeges en veertien dagen gele trui


flag-dk Jakob Fuglsang

foto: Cor Vos

We denken al snel aan Egan Bernal, Primož Roglič of Julian Alaphilippe als de wielrenner van het jaar, maar vergeet niet dat Jakob Fuglsang ook een uitmuntend seizoen heeft gereden. Het begon met een ereplaats in de Vuelta a Murcia, maar de Deen boekte al snel zijn eerste zege met het eindklassement van de Ruta del Sol. De Spaanse rittenkoers bleek de ideale voorbereiding op Strade Bianche. In de Toscaanse grindklassieker vocht Fuglsang een mooi duel uit met Julian Alaphilippe, maar het was de Fransman die in Siena aan het langste eind trok. Het bleek het begin van een rivaliteit tussen beide kemphanen, met een volgend duel in de Amstel Gold Race.

Maar eerst trok Fuglsang naar Tirreno-Adriatico en de Ronde van het Baskenland, twee prestigieuze WorldTour-rittenkoersen. De renner van Astana soleerde in Italië naar een fraaie zege in Recanati, maar hij werd ook derde in het eindklassement. In het Baskenland hielp hij ploeggenoot en thuisfavoriet Ion Izagirre min of meer aan de eindzege, maar finishte hij zelf ook nog als vierde. En nog belangrijker: Fuglsang kende een ideale voorbereiding op de klimklassiekers. In de Amstel Gold Race was hij wellicht de sterkste renner in koers, leek hij met Alaphilippe om de zege te sprinten, maar toen kwam Mathieu van der Poel en die krankzinnige sprint.

Fuglsang wist zelf nog naar een derde plek te sprinten, maar hij leek na de finish toch allerminst euforisch. De ervaren klimmer was uit op revanche in de Waalse Pijl, op de Muur van Huy, maar opnieuw kwam hij Julian Alaphilippe tegen. Het was de Fransman die zijn tweede zege op rij boekte in de Waalse klassieker, terwijl Fuglsang andermaal genoegen moest nemen met de meest ondankbare ereplaats. Dan moest het maar gebeuren in Luik-Bastenaken-Luik, traditioneel de laatste wedstrijd van het voorjaar. En jawel, het gebeurde ook voor Fuglsang, die outstanding was op de Roche-aux-Faucons en in de dalende finale richting Luik, waardoor hij solo aankwam.

foto: Cor Vos

De dertiger was er dan eindelijk in geslaagd om een topklassieker te winnen. De blik werd na een rustperiode gericht op de Tour de France, met als doel meedoen voor eindwinst. En het moet gezegd, de generale repetitie verliep gesmeerd, aangezien Fuglsang voor de tweede keer het Critérium du Dauphiné wist te winnen. In de Ronde van Frankrijk ging het echter al snel mis voor de renner van Astana, die ten val kwam in de openingsrit naar Brussel. De in Genève geboren Fuglsang kon zijn weg vervolgen, maar haalde nooit meer zijn oude niveau. Tot overmaat van ramp moest hij in de derde week opgeven na een nieuwe valpartij, en dat als nummer acht in het klassement.

Fuglsang keek echter al snel weer vooruit naar de wereldkampioenschappen en de Ronde van Lombardije, zijn resterende hoofddoelen voor 2019. De Deen hoopte zich in de Vuelta a España in vorm te rijden voor het najaar, wat ook lukte gezien zijn ritzege op de Alto de la Cubilla, zijn eerste overwinning in een grote ronde. Op het WK in Harrogate kon hij zelf niet meestrijden om de titel, maar zag hij wel zijn landgenoot Mads Pedersen naar de regenboogtrui sprinten. In de Ronde van Lombardije zagen we Fuglsang wel van voren, maar viel hij met een vierde plaats net buiten het podium. Toch zal hij 2019 onthouden als het beste seizoen uit zijn loopbaan.

Belangrijkste resultaten in 2019
flag-nr1 flag-be Luik-Bastenaken-Luik
flag-nr1 flag-fr Critérium du Dauphiné
flag-nr1 flag-es Ritzege in Vuelta a España
flag-nr1 flag-es Ruta del Sol
flag-nr2 flag-it Strade Bianche
flag-nr2 flag-be Waalse Pijl
flag-nr3 flag-nl Amstel Gold Race
flag-nr3 flag-it Tirreno-Adriatico + 1 ritzege


flag-nl Mathieu van der Poel

foto: Cor Vos

Het is een lastige vraag: komt iemand met slechts 31 koersdagen in aanmerking voor de titel ‘beste wielrenner van 2019′? Nee, is normaal het antwoord op die vraag, maar Mathieu van der Poel is echter niet zomaar een wielrenner. De Nederlandse kampioen beleefde dit jaar zijn doorbraak als wegrenner met meerdere klassiekerzeges en enkele goede prestaties in kleinere rittenkoersen. Maar het had niet veel gescheeld of we hadden Van der Poel helemaal niet gezien in het voorjaar, aangezien hij zwaar ten val kwam in de eindsprint van Nokere Koerse. De kopman van Corendon-Circus kon een aantal vallende collega’s niet ontwijken en kwakte op hoge snelheid tegen de keien.

De tweevoudig wereldkampioen veldrijden werd kermend van de pijn afgevoerd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De Nederlander mocht een kruis maken over zijn voorjaar, zo was toch de eerste gedachte bij het zien van de beelden. Maar wonder boven wonder bleef het bij flink wat kneuzingen en schaafwonden, waardoor Van der Poel één dag later alweer op de fiets stapte om samen met de ploeg het parcours van de Ronde van Vlaanderen te verkennen. De 24-jarige alleskunner won vier dagen na zijn zware val alweer een profkoers met de Grand Prix de Denain. Het bleek het begin van een indrukwekkende periode, met als hoogtepunt natuurlijk de Amstel Gold Race.

Maar eerst deed Van der Poel mee aan enkele Vlaamse kasseikoersen, te beginnen met Gent-Wevelgem. De aanvalslustige renner finishte als vierde in de West-Vlaamse klassieker, na een frustrerende sprint waarin hij meerdere keren werd opgehouden. Gelukkig voor Van der Poel was het wel raak in Dwars door Vlaanderen, na een indrukwekkende spurt in de straten van Waregem. Opvallend: de Nederlander had slechts twee wedstrijden nodig om te winnen op WorldTour-niveau. In de Ronde van Vlaanderen maakte de nationale kampioen opnieuw indruk met een vierde plek, na een knullige valpartij en kilometerslange achtervolging.

foto: Cor Vos

Van der Poel had echter nauwelijks tijd om terug te denken aan de Ronde, aangezien hij twee dagen later van start ging in het Circuit Cycliste Sarthe. En ook in de Franse rittenkoers wist de veelwinnaar te zegevieren, door in de openingsetappe naar de zege te jumpen. Van der Poel bereidde zich in Frankrijk voor op de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race, zijn resterende doelen van zijn eerste Vlaamse voorjaar. Het boegbeeld van Corendon-Circus rekende in de Brabantse Pijl af met niemand minder dan Julian Alaphilippe, Tim Wellens en Michael Matthews, terwijl we de razendspannende finale van de Amstel Gold Race inmiddels wel kunnen dromen.

Van der Poel ruilde in de zomer (met succes) de wegfiets in voor de mountainbike, maar na een Europese titel en drie wereldbekerzeges ging de aandacht weer uit naar het wegwielrennen, met eerst de Arctic Race of Norway (ritzege) en daarna de Tour of Britain (eindwinst + drie etappes). In die laatste rittenkoers vernederde hij bij momenten de tegenstand, waardoor tegenstander Matteo Trentin alleen maar een duimpje kon geven en zijn schouders kon ophalen. Beide renners kwamen elkaar ook weer tegen op het WK in Harrogate, aangezien ze samen de aanval zochten. Van der Poel leek lange tijd op weg naar de wereldtitel, maar in de finale ging plots het licht uit.

Mathieu van der Poel zal volgend jaar dus niet in de regenboogtrui fietsen, maar de Nederlander kan alleen maar tevreden zijn over zijn voorbije wegseizoen.

Belangrijkste resultaten in 2019
flag-nr1 flag-nl Amstel Gold Race
flag-nr1 flag-be Dwars door Vlaanderen
flag-nr1 flag-be Brabantse Pijl
flag-nr1 flag-gb Tour of Britain + 3 ritzeges
4e flag-be Ronde van Vlaanderen
4e flag-be Gent-Wevelgem

Lees ook: Wat is de mooiste zege van Mathieu van der Poel in 2019?


Een eervolle vermelding voor…

Tadej Pogačar – foto: Cor Vos

Bernal, Roglič, Alaphilippe, Fuglsang en Van der Poel hebben afgelopen seizoen de meeste indruk gemaakt, maar dat betekent niet dat we slechts vijf overwinnaars hadden in 2019. Zo waren er weer enkele sprinters die de zeges aaneenregen met Europees kampioen Elia Viviani, Caleb Ewan, Sam Bennett, Pascal Ackermann en Dylan Groenewegen. Matteo Trentin won ook de nodige wedstrijden, maar reed zich vooral een heel seizoen in de kijker. En wat te denken van Philippe Gilbert, die met Parijs-Roubaix een van de mooiste zeges van het afgelopen wielerjaar boekte. Dat kunnen we ook zeggen van Bauke Mollema, de winnaar van de Ronde van Lombardije.

En dan hebben we nog Remco Evenepoel, die wellicht ook wel een nominatie verdient op basis van zijn prestaties. Want welke 19-jarige renner wint nu in zijn eerste profseizoen de Clásica San Sebastián, de Europese titel in het tijdrijden en een zilveren medaille op het WK? En dan hebben we het nog niet eens gehad over Girowinnaar Richard Carapaz, ronderevelatie Tadej Pogačar en Alejandro Valverde. Die laatste werd op 39-jarige leeftijd nog tweede in de Vuelta a España, terwijl Pogačar in diezelfde ronde drie etappes won en als derde eindigde in het klassement. Over een doorbraak gesproken!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.