De metamorfose van Gianni Vermeersch: “Ik moest nieuwe lucht opsnuiven”
Veldrijder Gianni Vermeersch deemsterde de voorbije twee jaar helemaal weg. Maar zie, op zijn 26ste komt het talent van weleer opnieuw bovendrijven. “Met dank aan een nieuw coach. Ik was toe aan andere lucht. En ik was de opmerking dat ik maar beter wegrenner kon worden, moe.”
Maar dat de jonge Belg een metamorfose heeft ondergaan, is duidelijk. “Zeker in vergelijking met de voorbije twee jaar”, geeft Vermeersch toe. “En dat moest ook. Vooral de voorbije winter liep het voor geen meter, terwijl ik nochtans telkens een goede voorbereiding op de weg achter de rug had. Meermaals werd ik daar op aangesproken: Gianni, zou je niet beter wegrenner worden? Maar ik ben blijven volharden. Ik wist dat ik – als ik mijn niveau haal – thuishoor in het veldrijden. Als je mijn prestaties als U23-renner en als neoprof bekijkt, dan weet je dat het er wel in zat. Alleen kwam het er niet uit. Nu ben ik toch stilaan aan het bewijzen dat ik wel degelijk mijn plekje in de cross heb.”
Carrière onder druk
Vermeersch werkte vijf, zes jaar met dezelfde trainer. Met Peter Hespel en – vooral – zijn assistent bij de Bakala Academy, Joris Verreydt. “Geen kwaad woord over Joris”, beklemtoont Vermeersch. “Maar na al die jaren had ik nood aan nieuwe lucht. Onder meer ex-prof Pieter Ghyllebert, vroeger mijn vaste trainingspartner, raadde me Marc Hemeryck aan. Ook Klaas Vantornout, die zijn hele carrière met deze sportarts heeft samengewerkt, was lovend. Alleen… Als renner beslis je niet zomaar om van coach te veranderen. In die jaren bouw je immers een relatie op. Maar na vorig seizoen kwam mijn carrière zowaar onder druk te staan. Zo gaat dat als prestaties uitblijven. Dan heb ik toch de knoop doorgehakt. Het blijkt de juiste keuze.”
“Wat er veranderd is? Vooral de manier waarop ik de specifieke crosstrainingen aanpak, is helemaal anders. Joris Verreydt woonde in Leuven, meer dan anderhalf uur rijden van Klerken (in de buurt van Diksmuide, red). Dus trainde ik meestal alleen, in de duinen. Ik simuleerde wedstrijden. Ik fietste een uur lang rap. En dat was ook hoe het in het weekend in de cross ging. Ik kon rap rijden. Twee uur als het moest. Maar wel aan een egaal tempo. Als ik bij de start over mijn toeren ging, herstelde ik de daaropvolgende rondes amper. Ik kon zo moeilijk door die spreekwoordelijke muur. Nu gaat het anders. Marc Hemeryck is er elke keer bij als ik in Diksmuide mijn crosstrainingen afwerk. Hij stuurt me ter plekke bij wanneer nodig. Hij vuurt me aan. Ja, dat helpt. Niet onbelangrijk: ik train veel meer op interval. Daarnaast sta ik ook iets scherper dan vorig jaar. Alle kleine beetjes helpen.”
Met ambitie naar EK
Dat Vermeersch in Ardooie tot diep in de finale met Van Aert kon duelleren, motiveert hem voor de nabije toekomst. “Ah, ik weet wel dat Ardooie een losse cross was, met een ander deelnemersveld. Maar toch: ik was de enige die Wout kon volgen. Ook in Boom sta ik op het podium. Dan denk ik dat ik ambitie mag hebben. Ik mik dit jaar vooral op de Superprestige en de kampioenschappen. Waarom zou ik bijvoorbeeld niet mogen dromen van een goed Europees kampioenschap in Rosmalen? Mathieu torent er bovenuit. Wout volgt iets verderop. Maar dan zijn er zes, zeven renners die afwisselend hun neus aan het venster steken. Die evenwaardig zijn. Ook ik maak daar nu deel van uit…”
Mooi dat een Vermeersch en Soete een stapje gezet lijken te hebben.
Idiote manier van trainen had hij trouwens. Geen intervallen, vind je het gek dat hij stagneert.
Of is hij alvast een pad aan het plaveien voor als hij opeens de modder uit het veld rijdt?
Hij zegt niet dat hij geen interval trainde, maar blijkbaar onvoldoende.