Dé oplossing tegen dominantie UAE Emirates en o.a. Visma | Lease a Bike in grote rondes
foto: Cor Vos
Kerckhoffs Raymond
woensdag 17 juli 2024 om 08:08

Dé oplossing tegen dominantie UAE Emirates en o.a. Visma | Lease a Bike in grote rondes

Opinie De rijkere ploegen drukken een steeds groter stempel in de strijd om de eindzeges in de grote rondes. Sinds 2020 zien we dat Jumbo-Visma, UAE Emirates en INEOS Grenadiers het hele peloton op vele momenten in de Giro d’Italia, Vuelta a España en Tour de France in een houdgreep houden. Ook in deze Tour zien we dat op de bepalende momenten de concurrentie weinig in te brengen heeft tegen UAE Emirates en Visma | Lease a Bike.

Kijk je naar de podiums van de grote rondes sinds 2020, dan stond Visma | Lease a Bike liefst tienmaal op een podium. UAE Emirates en INEOS Grenadiers achtmaal en Bahrain Victorious driemaal. Niet heel toevallig de teams die de afgelopen jaren ook qua budget bovenaan de WorldTour-ranking staan.

Niet alleen bij het publiek, maar ook op het hoogste niveau binnen de internationale wielerunie UCI en Tour de France-organisator ASO leeft de vraag hoe je meer evenwicht creëert tussen de ploegen. The Outer Line en WielerFlits zochten voor het zomernummer van RIDE Magazine naar een antwoord door naar de Amerikaanse budget- en/of salarycaps te kijken en een model op basis van de UCI-punten van de renners. Hier brengen wij een samenvatting van dit artikel.

Je hebt geen speciale bril nodig om te zien dat het profwielrennen meer en meer gedomineerd wordt door een handjevol rijke teams. Ploegen die zowel de financiële daadkracht als de managementexpertise hebben om toprenners aan te trekken en consequent winnende wedstrijdstrategieën uit te voeren.

Jumbo-Visma domineerde de wielersport in 2023. Het veroverde alle drie de grote rondes, met zelfs alle drie de podiumplaatsen in de Vuelta a España. UAE Emirates beschikt over een schijnbaar onbeperkt budget en heeft in Tadej Pogacar de beste allround renner van de sport. Het team domineert in de UCI-punten ranking, een klassement dat volgens sommige analisten een goede weergave is van de prestaties. En nog niet zo lang geleden zagen we INEOS Grenadiers (het toenmalige Team Sky) de sport bijna een decennium lang domineren.

Visma | Lease a Bike en UAE Emirates bepalen de Tour – foto: Cor Vos

Er is een keerzijde aan de dominantie van bepaalde teams. Wielrennen ontleent, net als alle andere sporten, zijn opwinding aan een spannende strijd tussen de grote tenoren en diverse teams. De UCI publiceerde in augustus 2019 een onderzoek dat dit beeld bevestigde: een handvol teams met een groot budget domineert steeds nadrukkelijker de sport en dit vermindert bij het grote publiek de interesse om naar wielerwedstrijden te kijken. Dit is wat we zagen in de afgelopen Giro d’Italia, waar de kijkcijfers door de dominantie van Tadej Pogacar en UAE Emirates slecht waren.

Amerikaanse competities
Veel sporten, vooral Amerikaanse competities zoals de NBA, NFL, NHL – maar internationaal ook de Formule 1 – hebben geprobeerd om regels op te stellen om de teambudgetten binnen een bepaald bereik te houden. Deze limieten worden vaak budget- of salarisplafonds genoemd en de vorm die ze aannemen verschilt sterk per sport.

Budget- en/of salarisplafonds zijn gebruikelijk in veel Amerikaanse competitiesporten en herbergen een spectrum van richtlijnen voor financiering, uitgaven en talentinvesteringen. Deze regels worden opgelegd door de betreffende sportbonden en/of zijn overeengekomen door alle teams.

Salarisplafonds zijn er meestal niet om het salaris van een individuele sporter te beperken, maar begrenzen de totale loonlijst van een team. In de meeste sporten maakt de post salarissen (volgens recente schattingen) tussen de 65 en 70 procent uit van het budget van een gemiddeld team. Individuele atleten kunnen binnen zo’n systeem sterk variërende salarissen verdienen, maar een plafond voor het totale teamloon vermindert grote financiële en marktgerelateerde verschillen tussen de ploegen.

Er schuilen gevaren in zogenaamde ‘zachte’ en ‘harde’ beperkende salaris- of budgetplafonds. Een ‘zacht’ plafond kan uitsluitingen of achterpoortjes hebben die het plafond onuitvoerbaar maken door tekenbonussen, uitgestelde vergoedingen en andere aanmoedigingsclausules. Een ‘hard’ plafond met een absolute limiet kan mogelijk arbeids- en mensenrechtenwetten schenden door te verhinderen dat een sporter verdient wat hij of zij waard is.

Het ‘luxury tax’-model is een compromis dat teams toestaat om de plafonds te overschrijden, maar alleen als ze als straf ‘belasting’ betalen voor deze overschrijding; tot wel vier of vijf keer het bedrag waarmee een team het plafond overschrijdt. In competitiesporten wordt die belastingopbrengst dan verdeeld onder de andere teams om een grotere competitieve gelijkheid te bevorderen.

De vraag blijft of het wielrennen met zijn bijzondere structuur een systeem van budget- of salarisplafonds kan invoeren.

Nieuw systeem op punten gebaseerd
Aangezien een budgetplafond in het wielrennen heel wat logistieke en mogelijk juridische uitdagingen vergt, hebben we ook gekeken naar een nieuw systeem waarbij er meer gelijkheid tussen de ploegen komt wanneer de teams een maximaal aantal UCI-punten aan de start van een grote ronde of een klassieker mogen brengen.

De UCI houdt het hele seizoen een gedetailleerde ranking bij van individuele- en teampunten gebaseerd op de prestaties in de wedstrijden. Deze huidige verdeling van UCI-punten heeft zowel voor- als tegenstanders. Renners verdienen UCI-punten met hun klasseringen in wedstrijden. Zowel in de eendagswedstrijden als in etappes en eindklassementen van rittenkoersen. Op basis van het niveau waarop deze wedstrijden worden gereden, wordt de hoogte van de punten bepaald. Je verdient meer punten met een ritzege in de Tirreno-Adriatico dan in de Baloise Belgium Tour.

Het succesjaar 2023 van Jumbo-Visma – foto: Cor Vos

Hoewel veel fans nauwelijks op de hoogte zijn van dit puntensysteem, wordt de puntentelling op het einde van het jaar beloond met prijzen voor de beste renner. Vorig jaar was Tadej Pogacar met 7.682 UCI-punten de nummer één op deze UCI-ranking. Het beste team van het jaar is het team dat op basis van de optelsom van de individuele UCI-punten van hun renners de meeste UCI-punten heeft. UAE Emirates leidde dit klassement eind 2023 met 31.038 punten, terwijl Jumbo-Visma 29.885 punten had. Team dsm-firmenich stond op de 17e plek met 9.127 punten.

Door het invoeren van de drempel dat ploegen slechts een maximaal aantal UCI-punten aan de start mogen brengen, is het eenvoudigst wanneer de eindrangschikking van het UCI-klassement over het voorgaande jaar wordt gehanteerd. De optelsom van de punten per individuele renner bepaalt hoeveel punten een ploeg aan de start brengt. De grens van een maximaal aantal punten moet ervoor zorgen dat ploegen een mix van renners opstellen en niet enkel toppers

Tegenstanders
De rijkere WorldTeams zullen tegen dit puntensysteem zijn. Een ploeg als UAE Emirates is immers in staat in deze Tour vier klassementsrenners voor een grote ronde op te stellen, ondersteund door renners die in voorkomende gevallen ook een klassement kunnen rijden. In het voorgestelde puntensysteem kan zo’n ploeg misschien maar één klassementsrenner kiezen of moet het de keuze maken om bijvoorbeeld twee klassementsrenners te ondersteunen met ‘zwakkere’ helpers.

Ploegen met een minder groot budget en met renners met minder UCI-punten hoeven niet te rekenen voorafgaand aan een Tour de France aangezien zij die limiet niet eens benaderen.

Een voorbeeld schept duidelijkheid. Door gebruik te maken van de UCI-rankings van eind 2022 hebben we op basis van de individuele UCI-punten van de geselecteerde acht renners voor de Tour de France 2023 gekeken hoeveel ‘punten’ Jumbo-Visma, UAE-Emirates, INEOS Grenadiers en Soudal Quick-Step aan de start brachten. Jumbo-Visma stelde een achttal samen met een collectief totaal van 12.544 punten. De ploeg van UAE Emirates vertegenwoordigde 9.148 punten, terwijl de totalen van INEOS Grenadiers en Soudal Quick-Step respectievelijk slechts 5.435 en 3.231 waren.

Wanneer de puntengrens voor de Tour de France op 10.000 UCI-punten was gezet, dan zou UAE Emirates net onder de drempel zijn gebleven, maar Jumbo-Visma had zijn ploeg moeten aanpassen. De Nederlandse ploeg had dan Wout van Aert of Christophe Laporte én Dylan van Baarle plus één andere renner moeten vervangen voor renners met minder UCI-punten.

Dit zou cruciaal zijn geweest, aangezien deze renners een sleutelrol vervulden in de strategie van de ploeg om de wedstrijd drie weken lang zo zwaar mogelijk te maken om zo de concurrentie uit te putten. Natuurlijk hadden andere renners die rol kunnen overnemen, maar waarschijnlijk is dat niet.

De drie kopmannen tijdens de Vuelta 2023 – foto: Cor Vos

Rijkere ploegen (met meer kapitaal) worden gedwongen om kritischer te zijn bij het kopen van renners en het samenstellen van hun teams. Wanneer zulke ploegen niet al dat talent kunnen opstellen in belangrijke wedstrijden, worden ze gedwongen om te heroverwegen om geld uit te geven voor het aantrekken van toppers.

Wanneer de rijkste ploegen niet de stimulans hebben om alle beste renners op te kopen, zou dit tot gevolg kunnen hebben dat de talentvolle renners voor meer ploegen bereikbaar worden omdat de salarissen niet meer naar ongekende hoogtes worden gedreven. Toch zal het gros van de renners voor de punten willen blijven vechten omdat een bepaald salarisniveau aan deze punten verbonden blijft.

Dit puntensysteem kan iets minder beperkend worden gemaakt voor de rijkere teams door een vorm van ‘luxury tax’ zoals hierboven genoemd. Deze hoge ‘boete’ die teams moeten betalen voor het overschrijden van de puntenlimiet moet vervolgens op de een of andere manier verdeeld worden onder de armere teams. Het ontvangen en verdelen van dit ‘boetegeld’ op een rechtvaardige basis kan in het wielrennen echter heel ingewikkeld zijn.

Er kunnen ook negatieve effecten ontstaan door zo’n puntensysteem. Sommige rijkere ploegen kunnen door dit puntensysteem geneigd raken om in de loop van het seizoen minder punten te verzamelen om zo onder een limiet te blijven. Dit kan tot situaties leiden waarin het in het belang van een team is om koersen te laten lopen. Of teams worden door hun puntenhoeveelheid min of meer gedwongen een of meer toprenners te ‘verkopen’ omdat ze hun beste renners toch niet allemaal kunnen opstellen in de belangrijkste koersen.

Conflicten
Een dergelijke puntenlimiet kan ook leiden tot conflicten binnen een team. Het teammanagement wil misschien dat bepaalde renners minder punten verzamelen, waar de individuele renner juist zoveel mogelijk punten wil behalen om zijn waarde te verhogen en betere contractkansen af te dwingen. Een puntendrempel kan teams aanmoedigen om bepaalde renners minder punten te laten winnen en andere renners juist meer punten. Het zou ook kunnen leiden tot gevaarlijke situaties doordat renners in de slotfase van een koers proberen om zo laag mogelijk te finishen. Bijvoorbeeld door renners die deel uitmaken van een sprinttrein.

De jarenlange dominantie van INEOS Grenadiers (Team Sky) – foto: Cor Vos

Tenslotte is het waarschijnlijk nodig om een nieuwe puntentelling/puntenverdeling te definiëren. Sommige kenners zijn al van mening dat het huidige UCI puntensysteem, waarop dit model gebaseerd zou zijn, gebreken vertoont en niet echt representatief is voor de werkelijke prestaties.

Toch kan het een aanzet zijn om een competitie op te zetten waar meer evenwicht tussen de ploegen is. En niet dat een paar rijke teams luxe knechten in hun klassementsploeg hebben, die bij alle andere teams het kopmanschap zouden dragen. Daardoor heb je nu al jaren de situatie dat een handvol teams de strijd om het klassement in de grote rondes bepaald.

Dit artikel is tot stand gekomen door een samenwerking tussen het Amerikaanse platform The Outer Line en WielerFlits. The Outer Line schrijft diepgaande artikelen en commentaren over de economie, het bestuur, de structuur en competitie van het profwielrennen. 

Reportage over meer evenwicht tussen de ploegen
In de nieuwe RIDE Magazine (€9,95) lees je een uitgebreide reportage over hoe je meer evenwicht tussen de ploegen in de WorldTour kunt krijgen, zodat niet alleen de rijkere teams de strijd in de grote rondes bepalen. Lees het verhaal in het 236 pagina’s tellende blad van RIDE waar ook alles over het wielrennen op de Olympische Spelen en de Tour de France Femmes staat. Bestel jouw exemplaar van het zomernummer 2024 van RIDE Magazine hier!

Uitslagen laatste grote rondes:

Giro d’Italia 2024:

  1. Tadej Pogacar (UAE Emirates), 2. Daniel Felipe Martinez (BORA-hansgrohe), 3. Geraint Thomas (INEOS Grenadiers)

Vuelta a España 2023:

  1. Sepp Kuss (Jumbo-Visma), 2. Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma), 3. Primoz Roglic (Jumbo-Visma)

Tour de France 2023:

  1. Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma), 2. Tadej Pogacar (UAE Emirates), 3. Adam Yates (UAE Emirates)

Giro d’Italia 2023:

  1. Primoz Roglic (Jumbo-Visma), 2. Geraint Thomas (INEOS Grenadiers), 3. Joao Almeida (UAE Emirates)

Vuelta a Espana 2022:

  1. Remco Evenepoel (Quick-Step), 2. Enric Mas (Movistar), 3. Juan Ayuso (UAE Emirates)

Tour de France 2022:

  1. Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma), 2. Tadej Pogacar (UAE Emirates). 3. Geraint Thomas (INEOS Grenadiers)

Giro d’Italia 2022:

  1. Jai Hindley (BORA Hansgrohe), 2. Richard Carapaz (INEOS Grenadiers) 3. Mikel Landa (Bahrain Victorious)

Vuelta a España 2021:

  1. Primoz Roglic (Jumbo-Visma), 2. Enric Mas (Movistar), 3. Jack Haig (Bahrain Victorious)

Tour de France 2021:

  1. Tadej Pogacar (UAE Emirates), 2. Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma), 3. Richard Carapaz (INEOS Grenadiers)

Giro d’Italia 2021:

  1. Egan Bernal (INEOS Grenadiers), 2. Damiano Caruso (Bahrain Victorious), 3. Simon Yates (Team BikeExchange)

Vuelta a España 2020:

  1. Primoz Roglic (Jumbo-Visma), 2. Richard Carapaz (INEOS Grenadiers), 3. Hugh Carty (EF Pro Cycling)

Tour de France 2020:

  1. Tadej Pogacar (UAE Emirates), 2. Primoz Roglic (Jumbo-Visma), 3. Ritchie Porte (Trek-Segafredo)

Giro d’Italia 2020:

  1. Tao Geoghegan Hart (INEOS Grenadiers), 2. Jai Hindley (Team DSM), 3. Wilco Kelderman (Team DSM)

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.