De Scheldeprijs is het officieuze WK voor sprinters
Wie Scheldeprijs zegt, zegt sprinten. In de Antwerpse klassieker geen lastige kasseihellingen, maar wel de vlakke wegen rondom Schoten. Daarom wordt de wedstrijd zo nu en dan het officieuze WK voor sprinters genoemd.
De Scheldeprijs is met zijn 110 edities de oudste klassieker van Vlaanderen. Ter vergelijking: de Ronde van Vlaanderen kwam pas in 1913 voor het eerst op de wielerkalender, Gent-Wevelgem in 1934 en wedstrijden als Omloop Het Nieuwsblad, E3 Saxo Classic en Dwars door Vlaanderen zelfs pas na de Tweede Wereldoorlog.
Het was Alfred Martougin, industrieel en chocoladefabrikant, die de Grote Scheldeprijs (zoals deze klassieker destijds heette) in 1907 in het leven riep. Een vaste stek had de Scheldeprijs, die dankzij enkele hellingen en kasseistroken in die tijd een meer klassiek karakter had, toen nog niet. Start en aankomst bevonden zich telkens wel in de Antwerpse randgemeenten, maar het duurde tot 1926 vooraleer de sprinterskoers zich vestigde in Schoten. Een huwelijk dat zeker een eeuw standhoudt.
Vanaf de jaren ’30, toen Schoten eindelijk de vaste stek van de Scheldeprijs werd, groeide de wedstrijd meer uit tot een criterium. Hellingen en kasseistroken stonden niet langer centraal, men opteerde voor een lokale omloop in en rond Schoten en zette in op het lokale karakter van deze klassieker. De Scheldeprijs stond bovendien nog op de kalender in de zomer, wanneer ook de kermis in Schoten op het programma staat. Telkens goed voor een waar volksfeest.
Legendarische laureaten als Achiel Buysse, Stan Ockers, Briek Schotte, Rik Van Looy, Walter Godefroot, Roger De Vlaeminck, Eddy Merckx en Freddy Maertens gaven de Scheldeprijs nog wat meer uitstraling. Echter was het Waaslander Piet Oellibrandt, in 1959 ook Belgisch kampioen op de weg, die zich na overwinningen in 1960, 1962 en 1963 opwerkte tot recordhouder.
Eind jaren ’70 zou de Scheldeprijs onder druk van de internationale concurrentie inboeten aan populariteit, met drastische maatregelen als gevolg. Een verhuizing van de zomer naar april was vanaf 1987 aan de orde. De geboorte van de Scheldeprijs als voorjaarsklassieker was nu een feit.
Vanaf dan zwaaiden de Belgen niet langer de plak, maar was het tijd voor internationale sprintbommen op de erelijst. Mario Cipollini, Erik Zabel, Robbie McEwen, Tom Boonen en Alessandro Petacchi roken hun kans. Een massasprint ontlopen werd in het moderne wielrennen plots een pak lastiger. Sinds de eeuwwisseling zijn er slechts twee die dat huzarenstukje klaarspeelden. KNWU-directeur Thorwald Veneberg in 2005, in helse weersomstandigheden hield hij zijn Litouwse medevluchter Tomas Vaitkus af, en Alexander Kristoff in al even slecht weer in 2022.
In het voorbije decennium werd Oellibrandt toch onttroond. In eerste instantie was het Mark Cavendish, de laureaat in 2007, 2008 en 2011, die zijn voet naast de Waaslander zette. Marcel Kittel deed het zowaar nog straffer. Mede dankzij straffe leadouts bij Argos-Shimano en de Quick-Step-ploegen toonde Kittel zich in 2012, 2013, 2014, 2016 en 2017 maar liefst vijf keer de snelste van het pak.
Vanaf 2017 begon het bestuur, inmiddels in handen van Flanders Classics, te spelen met de startsteden. Niet langer was de omgeving van het Museum Aan de Stroom in Antwerpen de vertreklocatie. Eerst Mol, als eerbetoon aan de afscheidnemende Tom Boonen, later werd het Terneuzen. Met de start in Zeeland voer de Scheldeprijs een nieuwe koers. Wind en waaiers op Nederlands grondgebied moesten de wedstrijd al in een vroeg stadium openbreken.
Laatste tien winnaars Scheldeprijs
2023: Jasper Philipsen
2022: Alexander Kristoff
2021: Jasper Philipsen
2020: Caleb Ewan
2019: Fabio Jakobsen
2018: Fabio Jakobsen
2017: Marcel Kittel
2016: Marcel Kittel
2015: Alexander Kristoff
2014: Marcel Kittel
In 2024 staat de Scheldeprijs gepland op woensdag 3 april.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.