De Tour de France begon ooit als ‘zesdaagse’ en was altijd al een wielerverhalenmachine
Vingegaard en Pogacar, de triomfators van de laatste vier Tours - foto: Cor Vos
zaterdag 22 juni 2024 om 21:00

De Tour de France begon ooit als ‘zesdaagse’ en was altijd al een wielerverhalenmachine

De Ronde van Frankrijk heeft geen lange voorgeschiedenis nodig gehad om de mensen te begeesteren. Al vanaf het allerprilste begin had de ronde een ongekende aantrekkingskracht. En toch zit de bekoring van de Tour hem tegenwoordig ook voor een groot deel in de historie. In de verhalen van vroeger, in de helden uit het verleden. Want wat zou La Grande Boucle zijn zonder Eugène Christophe en Abdel-Kader Zaaf, zonder Fausto Coppi en Eddy Merckx?

Juist door hun triomfen en tegenslagen krijgen de prestaties van de huidige generatie hun uitzonderlijke waarde. Vandaar dat we hier de geschiedenis van de Tour onder de loep nemen.


Het is geen al te moeilijke quizvraag, maar wie won in 1903 de allereerste editie van de Tour de France? De meeste mensen zullen de naam van Maurice Garin opschrijven. Ook de ontstaansgeschiedenis van de Tour zal bij de meeste koersliefhebbers wel bekend zijn. Aan het begin van de twintigste eeuw staan twee kranten – waar hebben we dat nog gehoord? – aan de basis van de allereerste editie van de meerdaagse wielerkoers.

Le Vélo, de sponsor van de toen nog toonaangevende wielerklassieker Bordeaux-Parijs, was in die jaren de best verkopende sportkrant in Frankrijk. Het concurrerende L’Auto, onder leiding van hoofdredacteur Henri Desgrange, moest het doen met een bescheiden oplage.

Desgrange’s partner en rechterhand Géo Lefèvre had echter een idee om L’Auto nog meer onder de aandacht te brengen. Een zesdaagse. Alleen dan niet op de baan (destijds zeer populair), maar op de weg – dwars door Frankrijk. Dit voorstel werd niet bepaald hartelijk ontvangen, en het was maar de vraag of er een Ronde van Frankrijk zou komen.

De prijzen en premies moesten flink worden verhoogd, want erg veel animo om te koersen was er niet… Na de nodige discussies en concessies, verschenen zestig renners op 1 juli 1903 dan toch aan de start van de inaugurele Tour de France.

Deze dappere deelnemers begonnen, na het tekenen van het controleblad bij het vertrek ter hoogte van herberg Au Reveil Matin in Montgeronde – een voorstad van Parijs – aan een onuitgegeven tocht. Na een eerste doortocht door Parijs trokken de renners in twee weken tijd naar Lyon, Marseille, Toulouse, Bordeaux, Nantes en vervolgens weer naar Parijs.

De dappere dwangarbeiders van de weg werkten slechts zes etappes af, maar de teller stopte in Parijs wel pas bij 2.428 kilometer. Geen wonder dat slechts 21 renners de finish wisten te bereiken. Voor de overige 39 coureurs bleek het vooral een helletocht.

En toch was de eerste editie van de Tour de France een groot succes. In de kranten werd er op een ronkende manier geschreven over de heldenprestaties van de renners in koers. Heel Frankrijk kwam naar buiten om deze buitengewone ‘supermensen’ te zien passeren. Maurice Garin, Lucien Pothier, Jean Fischer en Fernand Augereau; deze wielerhelden werden op een voetstuk geplaatst.

En Garin wist zichzelf, als allereerste winnaar van de Ronde van Frankrijk, een haast mythische status aan te meten. Dat hij een jaar later – in de Tour van 1904 – uit de uitslag werd geschrapt wegens vals spel, doet daar weinig aan af.

Maurice Garin is en blijft de allereerste winnaar van de Tour de France en dat is wat telt. We zijn nu meer dan 120 jaar verder en de Ronde van Frankrijk is uitgegroeid tot een van de grootste sportevenementen op aarde. Er zijn door de jaren heen zoveel memorabele wielerverhalen geschreven. Van krachtsexploten tot inzinkingen, van nagelbijtende apotheosen tot inktzwarte bladzijden.

De bijna fatale val van het Franse wonderkind Roger Rivière. De winnende tijdrit van Jan Janssen. De ongeziene raid van Tourdebutant Eddy Merckx op weg naar Mourenx. De acht seconden tussen Greg LeMond en Laurent Fignon. De dodelijke crash van Fabio Casartelli…

Bernal (in het geel) won de Tour in 2019, zijn ploegmaat Thomas een jaar eerder – foto: Cor Vos

Het is slechts een kleine greep uit de 110 eerdere edities van de grootste wielerkoers ter wereld. Wie de Tour wint, zal voor altijd worden herinnerd. En wie vijf keer de Tour wint… Jacques Anquetil, Eddy Merckx, Bernard Hinault en Miguel Induraín vormen met z’n vieren een select clubje van vijfvoudige Tourwinnaars. Anquetil won in de jaren 1957, 1961, 1962, 1963 en 1964.

De heerschappij van Merckx begon in 1969 en dat leidde ook in 1970, 1971, 1972 en 1974 tot Touroverwinningen. Na het afscheid van Merckx was er met Hinault (1978, 1979, 1981, 1982 en 1985) al snel een opvolger. En Induraín? Die won als enige renner vijf keer (1991-1995) op rij. Alhoewel, Lance Armstrong stond zeven keer achter elkaar (1999-2005) op de hoogste trede van het podium in Parijs. Hij moest zijn overwinningen later echter inleveren na zijn dopingbekentenis.

We kijken ook nog even naar de Belgische en Nederlandse eindwinnaars. België bracht door de jaren heen maar liefst achttien eindwinnaars voort. Odiel Defraeye was de eerste in 1912, gevolgd door Philippe Thys (1913, 1914 en 1920), Firmin Lambot (1919 en 1922), Léon Scieur (1921), Lucien Buysse (1926), Maurice De Waele (1929), Romain Maes (1935), Sylvère Maes (1936 en 1939), Eddy Merckx (1969, 1970, 1971, 1972 en 1974) en Lucien Van Impe (1976).

Nederland won slechts twee keer de Tour (met Jan Janssen en Joop Zoetemelk) en wacht inmiddels ook alweer meer dan veertig jaar op een nieuwe Tourzege.

Laatste tien eindwinnaars Tour de France
2023: flag-dk Jonas Vingegaard
2022: flag-dk Jonas Vingegaard
2021: flag-si Tadej Pogačar
2020: flag-si Tadej Pogačar
2019: flag-co Egan Bernal
2018: flag-gb Geraint Thomas
2017: flag-gb Chris Froome
2016: flag-gb Chris Froome
2015: flag-gb Chris Froome
2014: flag-it Vincenzo Nibali

Chris Froome won de Tour al vier keer, maar is er dit jaar niet bij – foto: Cor Vos

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.