De Tour of Qinghai Lake (2.Pro) staat weer op het programma. De Chinese rittenkoers laat de renners duizenden meters boven zeeniveau strijden tegen zowel de concurrentie als tegen de hoogte. Ook dit jaar hebben enkele WorldTour- en ProTour-ploegen de weg naar de Aziatische koers gevonden. WielerFlits blikt kort vooruit.

De Tour of Qinghai Lake is korter dan voor de coronacrisis. Toen duurde de wedstrijd twee weken, nu slechts acht dagen. De renners koersen dan ook niet meer helemaal rondom het Qinghaimeer (het grootste meer van China), zoals in 2019 nog het geval was. Wel gewoon hetzelfde gebleven: de indrukwekkende hoogte. Geen enkel moment in de ronde komen de renners onder de tweeduizend meter, verschillende keren rijden ze boven de 3500 meter en eenmaal tikken ze zelfs bijna 3900 meter aan. Dat maakt de Tour of Qinghai Lake een unieke rittenkoers.

Dat betekent overigens niet dat het elke dag een slagveld wordt. Ook de sprinters kunnen in China hun slag slaan. Zo ook in de eerste rit, die traditiegetrouw in Xining wordt verreden. Na negen biljartvlakke ronden van zo’n 13 kilometer lijkt de eerste dagwinnaar een sprinter te worden. Op dag twee is het echter wel aan de klimmers. Vroeg in de rit brengt een klim van de eerste categorie de renners naar 3300 meter. Na een lange afdaling zijn de renners pas halfweg koers. Het restant is echter ook niet vlak. Smullen voor de klimmers dus.

Hetzelfde kan gezegd worden over dag drie. Een lang rit van 202 kilometer met twee beklimmingen (één van de eerste categorie en één van de buitencategorie) belooft spektakel. Hoewel de rit niet bergop finisht, is dit een uitgelezen kans voor de klassementsmannen om flink huis te houden. Na deze pittige dag gloort er weer licht aan de horizon voor de sprinters. Rit vier en vijf kennen beiden een zeer pittig begin, maar bieden in het restant voldoende tijd aan de sprintformaties om orde op zaken te stellen.

De laatste drie ritten zijn erg onvoorspelbaar. Op dag zes klimmen de renners naar het hoogste punt van de rittenkoers, maar zijn de beklimmingen niet duizelingwekkend. Een steile afdaling van zo’n dertig kilometer brengt de renners naar de meet. De zevende rit kent dan weer twee gezichten: op en af, in die volgorde. De renners klimmen de eerste helft van de koers zeer geleidelijk van 2700 naar ruim 3700 meter en dalen de tweede helft naar een vlakke finale. Rit acht lijkt met het steile begin en relatief vlakke einde weer op de vierde en vijfde in China. Zo krijgen we de laatste drie dagen een zeer onvoorspelbare koers te zien.

Frank van den Broek toonde al in 2023 zijn klasse in China en won solo een rit – foto: Cor Vos

De grote mannen van vorig jaar durven het ook dit jaar weer aan om op grote hoogte te strijden om de podiumplekken. Met Henok Mulubrhan (Astana Qazaqstan), Eric Antonio Fagúndez (Burgos-BH) en Davide Baldaccini (Corratec) staat het voltallige podium van vorig jaar aan de start. Al zijn er meerdere kapers op de kust. Zo maakt Marco Murgano (Corratec) weer zijn opwachting in China en zal ook Willie Smit van China-Glory Mentech zich in de strijd gooien. De heren zijn de nummer vier en vijf van vorig jaar. Allen hebben zij zich dus op grote hoogte bewezen.

Wie te diep in het rood gaat op een van de zware beklimmingen, zal de rekening namelijk meteen gepresenteerd krijgen. De man met de hamer is altijd nabij in Qinghai. Hiervoor zullen mannen als Vadim Pronskiy (Astana Qazaqstan) en Jefferson Alveiro Cepeda (Caja Rural-Seguros RGA) moeten waken. Beide heren kunnen bergop prima presteren en mogen dus ook niet buiten beschouwing worden gelaten. Verder zou ook de man uit Mongolië, Jambaljamts Sainbayar (Burgos-BH), kunnen verrassen.

Ten slotte is er vanuit Nederlands oogpunt ook nog één naam te noemen: Adne van Engelen. De 31-jarige renner in dienst van Roojai Insurance eindigde eerder dit jaar als vijfde in de Ronde van Japan en won zelfs de Ronde van Thailand, het land van herkomst van zijn ploeg. Wat kan hij in China uitrichten? De Tour of Qinghai Lake begint zondag 7 juli en is helaas niet live op televisie te zien in Nederland en België. Wel komt de koersorganisatie dagelijks met een samenvatting van de wedstrijd.