De Zubeldia-Award 2019
Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding voor 2019? Iedere werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de Zubeldia-Award 2019.
In 2017 sloot Haimar Zubeldia een loopbaan van bijna twintig jaar af. De Bask reed in totaal 27 grote rondes en eindigde zes keer in de top-10 van het algemeen klassement. Vijf keer deed Zubeldia dat in de Tour de France en een keer in de Vuelta a España. Niet heel opvallend voor een sterke klimmer, maar de manier waarop was juist onopvallend.
Na drie weken koers was er vaak een ‘Hè, Zubeldia?’-momentje. Op sluwe wijze en zonder veelvuldig in beeld te rijden, wist hij zich in de top van het klassement te nestelen. Jaarlijks treden renners in zijn voetsporen, door haast onopgemerkt in de top-10 van een grote ronde te eindigen. Welke renners maken dit jaar kans op de Zubeldia-Award?
Eerdere winnaars Zubeldia-Award
2018: Pello Bilbao
2017: Louis Meintjes
2016: Kanstantin Siutsou
Ilnur Zakarin – Tiende in de Giro
Ondanks een ritzege staat Ilnur Zakarin in deze lijst voor zijn tiende plek in de Giro d’Italia. De Rus begon teleurstellend aan de ronde met een 53ste plaats in de klimproloog. Pas in de tweede week werkte hij zich op in het klassement, onder meer door een dertiende plek in de klimtijdrit naar San Marino.
In de dertiende etappe sloeg Zakarin toe in de bergetappe naar Ceresole Reale. Hij won de rit en klom naar de derde plek in de rangschikking. Kon hij dan toch meedoen om het eindpodium? Nee, want een dag later verloor hij in de bergrit naar Courmayeur zeven minuten. Tot de voorlaatste dag stond hij buiten de top-10: tijdverlies van Formolo en Polanc brachten Zakarin naar de tiende plaats.
Uiteindelijk gaf hij na 21 koersdagen ruim twaalf minuten toe op winnaar Richard Carapaz. Een top-10-klassering met slechts een daguitslag in de top-10, dan heb je een nominatie voor de Zubeldia Award verdiend.
Pavel Sivakov – Negende in de Giro
De nummer negen in de Giro d’Italia mag ook genoemd worden in deze lijst: Pavel Sivakov. De Rus debuteerde op 21-jarige leeftijd in de Italiaanse ronde en deelde het kopmanschap daar met Tao Geoghegan Hart, na het uitvallen van Egan Bernal op het laatste moment. Hart gaf tijdens de Giro snel op, waardoor de druk op de schouders van Sivakov kwam te liggen.
Pas diep in de tweede week werkte hij zich de top-10 van het klassement in, na een negende en een zevende plek in respectievelijk Ceresole Reale en Courmayeur. Dat bleken ook zijn enige top-10-klasseringen in een daguitslag deze Giro. Sivakov behield de negende plek, maar was nog tot op de slotdag (enigszins verrassend) verwikkeld in een tweestrijd met Miguel Ángel López om de jongerentrui. Sivakov werd uiteindelijk tweede in dat klassement, nadat hij de trui nog wel drie dagen had gedragen.
Warren Barguil – Tiende in de Tour
Warren Barguil wist zich met aanvalslust in de top-10 van de Tour de France te rijden, naar de tiende plaats om precies te zijn. Lang zag het er niet naar uit dat de Franse kampioen dat had kunnen bewerkstelligen, want ondanks alle goede bedoelingen schommelde hij in de tweede week nog tussen de zestiende en 22ste plaats.
Slechts twee keer wist hij zich in de top-10 van een daguitslag te rijden, in de sprintetappe (!) naar Toulouse werd hij tiende en in de bergrit naar de Tourmalet eindigde hij als negende. Dat laatste resultaat was wel een aanzet tot een slotoffensief dat hem uiteindelijk naar de tiende plek in het klassement bracht. Een elfde plaats op Val Thorens gaf het laatste zetje.
Rigoberto Urán – Zevende in de Tour
Na zijn tweede plek in 2017 waren de verwachtingen bij Rigoberto Urán zelf hooggespannen. Hij mikte zelfs op mogelijke eindwinst in de Tour. Mede door een goede ploegentijdrit met EF Education First werkte hij zich al vroeg omhoog in het klassement, na La Planche des Belles Filles op de zesde dag was hij al tiende.
Urán zat niet stil in het klassement, want hij verloor om de zoveel dagen zijn top-10-plaats. Wel heroverde hij die steeds weer. In de tijdrit naar Pau werd de Colombiaan knap vierde en ook op de Tourmalet en Val Thorens eindigde hij goed van voren. Maar meedoen om de top-5 lukte niet. Uiteindelijk werd hij enigszins onopvallend zevende, op ruim vijf minuten van zijn landgenoot Egan Bernal.
Mikel Landa – Zesde in de Tour
Ook als nummer zes van de Tour de France maak je kans op de Zubeldia-Award, dat heeft Mikel Landa bewezen. Als een van de drie kopmannen bij Movistar kwam hij, na heel veel gesteggel en naar elkaar wijzen, bovendrijven als beste van de drie. Daar zag het lang niet naar uit, want én Nairo Quintana én Alejandro Valverde hebben lange tijd boven hem gestaan in het klassement.
Een uitstekend weekend op de Tourmalet (zesde) en op weg naar Foix (derde) brachten Landa naar de toen zevende plek in het klassement. In de slotweek hield hij die positie vast, mede door een ijzersterke derde plaats op Val Thorens in de laatste bergrit. Toch bleef ook Landa ver verwijderd van de strijd om de podiumplaatsen in de Tour.
Mikel Nieve – Tiende in de Vuelta
De start van Nieve in de de Vuelta was furieus: met een zesde plek in de tweede etappe naar Calpe was hij al snel vierde in het klassement. In de bergrit op de vijfde dag was het over met de pret en zakte de ervaren Spanjaard uit de top-10. Tot aan de voorlaatste dag waren zijn plekken in het algemeen klassement: 14-13-12-15-11-12-12-12-12-12-12-17-12-11-11.
Een knappe negende plaats in de voorlaatste etappe naar Plataforma de Gredos, die gewonnen werd door Tadej Pogačar, leverde Nieve uiteindelijk nog een tiende plaats op. Ten koste van James Knox. De achterstand van Nieve na 21 dagen koers op eindwinnaar Primož Roglič? 22 minuten en 34 seconden. Een eervolle nominatie in de strijd om de Zubeldia-Award heeft de klimmer van Mitchelton-Scott daarmee zeker verdiend.
Marc Soler – Negende in de Vuelta
Slechts zeven seconden voor Mikel Nieve eindigde Marc Soler in de Vuelta. Hij werd negende op 22 minuten en 27 seconden. Wekenlang moest Soler zich inzetten voor én Alejandro Valverde én Nairo Quintana. Zelf had Soler ook nog de illusie dat hij voor het kopmanschap mocht gaan, maar al op de tweede dag verloor hij tien minuten.
Soler werd daardoor vaak een vooruitgeschoven pion voor Movistar, waarmee hij enkele mooie ereplaatsen bij elkaar fietste. Beetje bij beetje werkte hij zich ook op in het klassement, tot hij in het slotweekend de negende plaats veroverde. Waar we de Vuelta van Soler vooral van zullen herinneren? Zijn misbaar nadat hij opgedragen kreeg om te wachten op Nairo Quintana in de rit naar Andorra.
Wilco Kelderman – Zevende in de Vuelta
Voor Wilco Kelderman lag er druk op zijn schouders om het seizoen van Team Sunweb te redden als het ging om het rijden van een klassement. Na een sleutelbeen- en wervelbreuk in het voorjaar hoopte hij in goede vorm te verschijnen in de Vuelta. Dat lukte naar behoren. Een achtste plek op Cortals d’Encamp en een vijfde plaats in Guadalajara waren uitschieters in daguitslagen.
Slechts drie dagen stond Kelderman niet in de top-10 van het algemeen klassement. Het tekent zijn regelmaat in de Spaanse ronde, maar nooit kon hij écht meedoen om de knikkers. Als de favorieten bergop aanvielen, reed hij bijna altijd in de tweede of de derde groep met achtervolgers. Het was goed voor een zevende plek in een soort niemandsland: 2,5 minuut voor de nummer acht en 2,5 minuut achter de nummer zes.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.