Dennis van Winden: “Prachtig om in Italië te rijden”
Dennis van Winden maakt in de Giro d’Italia zijn debuut in een grote ronde. Zijn langste etappekoers was tot nu toe een ronde van tien dagen, voor de Nederlander is het afwachten hoe deze eerste beproeving uitpakt. Zelf ziet Van Winden zich niet als een typerenner om drie weken te koersen. “Ik ben eerder iemand voor kortere etappewedstrijden en eendagskoersen” Aldus de debutant in een interview met Rabosport.
Bij je debuut heb je meteen een heftige Giro te pakken.
“Het is inderdaad een week met twee uitersten. Je hebt eerst die enorme tragedie met de dood van Wouter Weylandt en daarna wint Pieter Weening een rit en pakt hij de roze trui. Verdriet en vreugde liggen deze ronde dicht bij elkaar. Je gaat naar een wedstrijd waarvan je weet dat het een rare wedstrijd is, maar dit zijn twee dingen waar je van tevoren geen rekening mee houdt. Eén ding waar je van hoopt het nooit mee te maken en één ding waar je alleen van kunt dromen.”
Hoe keek je tegen je eerste grote ronde aan?
“Ik heb me zo goed mogelijk op 21 dagen koersen voorbereid. De langste etappekoers die ik tot nu toe heb gereden, duurde tien dagen, dus dit is wel iets anders. En uit de koersen in het verleden denk ik dat ik geen renner ben die beter wordt naarmate de ronde duurt. Ik ben eerder iemand voor kortere etappewedstrijden en eendagskoersen. Maar je wordt wel veel sterker van zo’n ronde, dus het is ook investeren in de koersen die je wel liggen.”
Is de Giro een mooie ronde om als eerste te rijden?
“Het is sowieso mooi om in Italië te rijden. De mensen hier houden van wielrennen en dat brengt veel volk op de been. Nu zijn ze heel enthousiast, maar je ziet ook veel steunbeteugingen na de dood van Weylandt. Hij krijgt hier veel respect, dat is mooi. Maar het is dus ook prachtig hoe ze juichen voor de prestaties nu, hoe enthousiast ze zijn. De Giro is dus een geweldige wedstrijd om te rijden.”
En dan rust nu dus de koers op jullie schouders, met de roze trui in jullie midden.
“We zijn niet naar de Giro gekomen om hem te winnen. Maar als je dan de leiding in handen krijgt, wil je die zo lang mogelijk vasthouden en neem je vanzelf het heft in handen. Gelukkig hebben we met Jos van Emden en Rick Flens twee goede brommers in de ploeg, die hebben berenwerk verzet. Maar je kunt niet op bestelling vijf man weg laten rijden, dus moest ik attent voorin zitten om te reageren en later om bij te staan waar nodig.”
Heb je zelf nog doelen voor deze ronde?
“Ik wil dus de ervaring van een grote ronde opdoen om sterker te worden, dus ik wil hem sowieso uitrijden. Maar de benen en de sfeer in de ploeg zijn nu goed, dus dat geeft hoop. Nu zullen we de posities van Pieter Weening en Steven Kruijswijk verdedigen, maar ik hoop natuurlijk toch een keer ook mezelf te kunnen laten zien, door bijvoorbeeld in een mooie ontsnapping te zitten. Ik voel me in elk geval prima en dat hoop ik nog even vast te houden.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.