Na een teleurstellende Tour was Stijn Devolder nog altijd positief over het aankomende Wereldkampioenschap. “Ik ga voor niets minder dan de zege naar Mendrisio”, waren zijn dappere woorden. Inmiddels heeft hij flink moeten inbinden, want misschien zit een knechtenrol er niet eens in.

Devolder zit namelijk niet bij de voorlopige selectie, waardoor hij moet gaan strijden voor de enige overgebleven plaats. Maar bondscoach Carlo Bomans, die dit seizoen al vaker onderwerp van discussie was, heeft gezegd dat de hele ploeg, behalve vrije man Boonen, in dienst van Phillipe Gilbert rijdt. Iets dat Devolder moeilijk kan begrijpen.

“Ik dacht dat ik een zekerheid was”, vertelt hij in Het Nieuwsblad. “Als je in België drie renners opsomt, kom je bij Boonen, Gilbert en Devolder uit. Ja toch? Buiten Boonen kan niemand zo’n palmares voorleggen als ik. Ik kwam speciaal naar de Vuelta om het WK voor te bereiden. Dit was het tweede doel van het seizoen. Met dit scenario hield ik geen seconde rekening. Zegt Bomans dat ik niets getoond heb in deze Vuelta? Wie dan wel, de kopman Philippe Gilbert uitgezonderd?”

“Dit is het zoveelste affront dat ik oploop, de grootste vernedering uit mijn carrière”, overdrijft Devolder enigszins. “Bij andere jongens wordt er enkel naar de goede kanten gekeken. Bij mij wordt enkel het slechte onthouden. Er resten nog zes ritten hier in de Vuelta, maar ik vraag me nu wel af wat ik hier nog doe. Bomans zou gezegd hebben in Brussel dat ik enkel maar als kopman functioneer. Ik heb in een gesprek met hem gesteld dat ik een vrije rol wou. Niets meer, niets minder. Twee autocars vol supporters van mij trekken naar Mendrisio. Ze gaan er mooi staan blinken. Ik ben grenzeloos ontgoocheld. Hier moet tijd overgaan om dit te verwerken. Val ik definitief af, dan weet ik niet of ik dit jaar nog rijd.”