Special Het beleid van Jumbo-Visma concentreert zich de laatste jaren op talentontwikkeling. De Nederlandse WorldTour-ploeg wil de grootste talenten graag aan zich binden, ongeacht welk type renners het zijn. In 2020 heeft het team twee plekken vrijgemaakt voor deze coureurs. Dit jaar volgt Jumbo-Visma nadrukkelijk zes beloften, waarvan ze er dus twee hoopt te contracteren. WielerFlits zet het zestal en hun kwaliteiten op een rij.

Thymen Arensman (19) – SEG Racing Academy

foto: SEG Racing Academy

Een van de grootste Nederlandse talenten bij de beloften is zonder meer Thymen Arensman. De 19-jarige inwoner van het Gelderse Deil onderhoudt ’s winters zijn conditie met veldrijden, studeert Geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en fietst ondertussen de stenen uit de straat voor SEG Racing Academy. De jongeling maakte in zijn eerste jaar bij de beloften meteen enorm veel indruk. In de marge reed hij al behoorlijk sterk tijdens Luik-Bastenaken-Luik U23 en Eschborn-Frankfurt U23, maar vooral zijn derde plek in Parijs-Roubaix voor beloften mocht er zijn. De jongens die toen rondom hem finishten, zijn nu prof.

Maar waar Arensman het meest tot de verbeelding sprak, was de Ronde van de Toekomst. Waar hij in de Giro d’Italia U23 nog uitviel met een gebroken sleutelbeen, toonde hij in de Franse rittenkoers uit welk klimmershout hij gesneden is. De jongeling reed met de beste mannen mee bergop en wist zodoende als tweede (!) in het eindklassement te eindigen, na toptalent Tadej Pogačar (die nu voor UAE Emirates rijdt en reeds zijn eerste profzeges boekte). Na het jaar 2000 lukte het alleen Robert Gesink en Bauke Mollema om bij de eerste twee te eindigen. Het moge duidelijk zijn dat Arensman het volgende Nederlandse rondetalent is. Hij focust zich op dit moment vol op zijn studie; een overstap na dit seizoen heeft geen prioriteit.

Mikkel Bjerg (20) – Hagens Berman Axeon

foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018

Behoeft Mikkel Bjerg nog een introductie? Nee, eigenlijk niet. Maar we doen het toch, voor de mensen die hem niet kennen. De 20-jarige Deen is tweedejaars prof bij Hagens Berman Axeon, maar hij vergaarde vooral bekendheid met het feit dat hij de eerste belofte ooit is die twee keer de wereldtitel tijdrijden in de U23-categorie op zijn naam schreef. Gek is dat niet, want Bjerg is al drie seizoenen lang outstanding in het tijdrijden. Dat hij aanleg voor die discipline heeft, liet hij ook al zien op de baan. Hoewel officieus (geen UCI-official aanwezig), reed hij in oktober 2018 de toen tweede afstand ooit op het werelduurrecord.

De mondige jongeling twijfelde eerder dit jaar openlijk over welke kant hij op wil: toch de klassiekers, of na zijn relatief goede Ronde van de Toekomst (22^ste) toch het rondewerk? Hij wist het niet, waardoor hij besloot om dit jaar twee keer (!) het werelduurrecord aan te vallen. Het contract van de Deen bij de Amerikaanse opleidingsploeg loopt af en aldaar laat men weten dat de interesse voor Bjerg enorm is. Veel verschillende ploegen jagen op hem, waaronder Jumbo-Visma. Ploegleider Grischa Niermann ging tijdens Le Triptyque des Monts et Châteaux (die Bjerg won) mee in de wagen met Hagens Berman Axeon-collega Koos Moerenhout. Toeval, of niet?

Mark Donovan (20) – Wiggins-Le Col

foto: Giro della Valle d’Aosta-Mont Blanc 2018

Groot-Brittannië levert de laatste tien jaar het ene grote talent na het andere af. Ook nu rijdt er bij de beloften een hele goede lichting rond. Een van de jongens is Mark Donovan, door de Britten reeds bestempeld als een kanshebber op winst in de grote rondes in de toekomst. Dat is ook niet zo gek. In zijn eerste seizoen als belofte vorig jaar, reed de jongeling uit de Britse regio Cumbria zich meteen in de spotlights. Na enkele goede eendagsklassiekers droeg hij in de Giro d’Italia U23 een dag de roze trui en werd hij er vierde in het eindklassement. Later volgden nog een zevende stek in de Tour Alsace en een elfde plaats in de Tour de l’Avenir.

Die resultaten wekten de interesse van enkele grote teams. Zo haalde Team Sky hem afgelopen najaar al binnen als stagiair en daarnaast is Donovan afgelopen winter mee op trainingskamp geweest met Team Sunweb (die ploeg zou overigens ook interesse hebben in Arensman) en naar verluidt ook met Deceuninck-Quick-Step. Het mag duidelijk zijn dat Donovan populair is bij de grote teams. Dat terwijl hij van origine een hardloper is, die na een knieblessure in aanraking kwam met fietsen. Tot 2017 was dat vooral als veldrijder, maar pas daarna pakte hij het wegwielrennen serieus op. Dit seizoen richt Donovan zich op het winnen van de Giro U23, de Giro della Valle d’Aosta, de Tour de l’Avenir en het WK U23.

Tobias Foss (22) – Uno-X

foto: Cor Vos

De interesse voor Tobias Foss mag geen verrassing heten. Jumbo-Visma volgt de ontwikkelingen van de 22-jarige Noor al ruim anderhalf jaar op de voet. Begin 2018 en ook deze winter is het rondetalent met de Nederlandse ploeg op trainingskamp geweest. In 2016 liet hij zich voor het eerst opmerken met een derde plek in het eindklassement van de ZLM Tour (UCI Nation’s Cup U23), maar een jaar later liet hij met een zevende plaats in de Ronde van de Toekomst zien dat hij vooral bergop veel kwaliteiten heeft. Vorig seizoen had hij het aanvankelijk erg lastig met een mental breakdown, maar wist Foss zich in het najaar weer op te richten. Hij eindigde dit keer als negende in de Tour de l’Avenir, maar werd enige tijd later tussen de profs zesde in de door Julian Alaphilippe gewonnen Ronde van Slowakije.

Dit seizoen is hij de te kloppen man in het beloftencircuit. Wanneer je alle U23-koersen bij elkaar optelt die dit jaar zijn gereden, komt Foss naar voren als de beste man. Winnen was er voor hem nog niet bij, maar ‘zijn’ koersen moeten nog beginnen. De Noor is in ieder geval positief gestemd over de Nederlandse ploeg: “Als ik vrij zou mogen kiezen tussen alle teams, kies ik voor Jumbo-Visma. Ze hebben laten zien dat ze renners echt beter kunnen maken. Bovendien hebben ze een sponsorcontract voor minstens vijf jaar waardoor ze meer op de lange termijn kunnen denken”, zei hij in januari nog. Deze optelsom lijkt niet zo moeilijk, al is er van een contract nog geen sprake.

Andreas Leknessund (19) – Uno-X

Andreas Leknessund – foto: Giro Valle d’Aosta 2018

Noorwegen staat er goed op qua talent de laatste jaren. Misschien wel de grootste rijzende ster is die van Andreas Leknessund. In 2017 was hij nog – over een heel seizoen – de best presterende junior ter wereld en vorig jaar liet hij zien de overstap naar de beloften goed te hebben verteerd. Zo werd hij zevende in de zware Ronde de l’Isard, achtste in de Vredeskoers U23, tweede op het Noors kampioenschap tijdrijden voor elite, twaalfde in de Giro della Valle d’Aosta-Mont Blanc en dertiende in de Ronde van Lombardije voor beloften. Na het seizoen liep hij doodleuk ongetraind een marathon uit. Jumbo-Visma en UAE Emirates nodigden hem vervolgens uit voor hun wintertrainingskamp.

Leknessund omschrijft zichzelf als een goede tijdrijder die kan klimmen. Toch werd hij dit voorjaar ook tweede in Gent-Wevelgem U23. Die prestatie was sowieso een straf staaltje, want een maand eerder verloor hij zijn vader aan de gevolgen van een hersentumor. Gezien dit loodzware verlies en zijn relatief jonge leeftijd (Leknessund viert in mei zijn twintigste verjaardag), is het aannemelijk dat hij bij Uno-X blijft – de ploeg die volgend jaar een ProContinental-licentie wil hebben. “Ik hoef niet heel dringend naar de WorldTour”, zei Leknessund in maart tegen ProCycling.no. “Het kan zo nog maar eens twee jaar duren voordat ik die stap maak.”

Filip Maciejuk (19) – Leopard

foto: Cor Vos

De laatste van de zes talenten die Jumbo-Visma volgt, is Filip Maciejuk. De 19-jarige Pool is ook geen onbekende voor de Nederlandse ploeg. Net als Jonas Vingegaard (die naderhand een profcontract tekende bij het team), was de renner van Leopard afgelopen zomer te gast bij het team op het trainingskamp in Oostenrijk. Waar de Deense klimmer de stage bezocht om hem alvast te laten kennismaken met zijn nieuwe ploeggenoten, onderstreepte de ploeg dat Maciejuk – toen nog 18 jaar – vooral mee was met het oog op de toekomst. De jongeling won in 2017 brons op het WK Tijdrijden voor junioren en hij wist de Carpathian Courier Race 2018 te winnen.

De jonge Pool staat vooral te boek als een goede tijdrijder, maar ook de wat lastigere eendagskoersen kan hij goed aan. Wanneer rittenkoersen niet het hooggebergte in trekken, komt Maciejuk daar eveneens goed tot zijn recht. De Carpathian Courier Race van vorig seizoen is daarvan een goed voorbeeld. Zelf hoopt hij ooit een voorjaarsklassieker en het WK tijdrijden te winnen. “Ik heb niet echt een zwak punt”, zei hij onlangs in een interview met U23 Cycling Zone. “Als ik goed in vorm ben, kan ik het ook goed doen in heuvelachtige koersen en kasseienklassiekers. In de bergen moet ik altijd vechten, maar daar kan ik eveneens solide presteren”, denkt Maciejuk.

Geen versterkingen voor de opleidingsploeg

De zes talenten (de nationaliteit van toekomstige aanwinsten speelt géén rol; Jumbo-Visma wil alleen de besten) hierboven gelden allemaal als mogelijke versterkingen voor het WorldTour-team. De relatie met andere opleidingsploegen is de laatste jaren goed geweest. De Nederlandse formatie wil hun talenten daarom niet nu opeens afpakken en in hun eigen opleidingsploeg droppen. Tijdens de presentatie van de Jumbo-Visma Academy liet het management al weten dat de opleidingsploeg tijdens haar eerste seizoen in 2020 zal bestaan uit veelal jonge, Nederlandse renners van achttien en negentien jaar oud. Het team scout voornamelijk bij de junioren; slechts een enkeling die nu belofte is zal voor de Jumbo-Visma Academy uitkomen, is de verwachting.

Overigens is ook de Amerikaan Brandon McNulty nog niet uit het zicht verdwenen. Het 21-jarige rondetalent verlengde afgelopen najaar tegen alle verwachtingen in zijn contract bij Rally-UHC tot het einde van 2019. McNulty had de WorldTour-teams echter voor het uitkiezen. Ook Jumbo-Visma had en heeft nog altijd interesse in de renner die valt onder het Duitse managementbureau Teamvision van presentator Marc Bator, maar ze richt zich eerst op de genoemde zes. De jonge Amerikaan drukte dit voorjaar zijn neus aan het venster met een negende plek in de Tour of Oman. Hij maakte pas echt indruk in de nieuwe koers Giro del Sicilia, waar hij naar een dubbelslag soleerde in de tweede rit en zijn leidende positie succesvol consolideerde op de flanken van de Etna.

McNulty viert zijn eindzege op de Etna – foto: Cor Vos