Dimitri Claeys: “Dit voorjaar bewezen dat ik mijn plek in het peloton heb”
Interview Dimitri Claeys (33) heeft een degelijk en regelmatig voorjaar achter de rug. Een echte uitschieter was er niet bij, maar in de meeste (semi-)klassiekers finishte hij in de groep der favorieten. In de Ronde van Vlaanderen eindigde hij zelfs 13de ondanks een paar gebroken ribben.
Dimitri, gelezen op jouw profiel op ProCyclingStats: buiten strijd met gebroken ribben na val in Dwars door Vlaanderen. Terwijl je vier dagen later als 13de eindigt in de Ronde.
“Klopt. Het was net voor de eerste passage van de Côte de Trieu dat ik een zware val maakte. Ik was vooral zwaar geschaafd en ik wist dat de ribbenkast goed geraakt was. Maar ik reed Dwars door Vlaanderen uit en vond dat ik van start kon in de Ronde. In die fase van het seizoen trek je er niet zomaar de stekker uit.”
“In de Ronde heb ik afgezien, maar de pijn was draaglijk. Alleen bij het ademhalen en het optrekken was het op de tanden bijten. Drie dagen later in de Scheldeprijs werd de pijn nog heviger. Toen wist ik dat er iets gebroken moest zijn en liet ik een scan nemen waarop inderdaad sprake was van een ribbreuk. Weliswaar een niet-verplaatste. Anders had ik uiteraard niet kunnen fietsen.”
De Brabantse Pijl sloeg je over?
“Door het wegvallen van Parijs-Roubaix had ik zowel de Brabantse Pijl als de Amstel Gold Race nog aan mijn programma toegevoegd. Maar er is me geadviseerd de komende tien dagen te rusten om dan te zien hoe ik hersteld ben. Na de Amstel was ik sowieso in een rustperiode beland. Dus qua timing valt dat wel mee.”
Hoe blik je verder terug op je voorjaar?
“Tevreden. Ik was zeer regelmatig. Oké, een uitschieter zat er niet echt in, en in de Ronde had ik graag in de top tien gereden, maar het zat er dit jaar net niet in. Maar ik haalde in meerdere (semi-)klassiekers de aankomst in de eerste groep. Als niet-sprinter ben ik overal op mijn plek geëindigd en ik vind dat we ook met de ploeg niet uit de toon zijn gevallen.”
Een half jaar geleden leefde je nog in de onzekerheid of je nog profrenner kon blijven…
“Ik ben daar nuchter mee omgegaan. Ik wist vooraf dat het moeilijk zou worden door heel dat coronagedoe. Ik was einde contract, ik wist dat ik moest vertrekken bij Cofidis en dat de plaatsjes duur waren. Maar ik heb me goed rechtgehouden, ook tijdens de klassiekers. Daarna was het afwachten of er nog iets op me afkwam.”
Waarom moest je vertrekken bij Cofidis?
“2016 was een geweldig jaar qua resultaten. In eindigde 9de in de Ronde en won de GP Jef Scherens en een rit in de Ronde van Wallonië. Cofidis heeft me toen aangetrokken met hoge verwachtingen en ik heb die wellicht niet waargemaakt.”
Wellicht?
“Tja… Dat is inderdaad niet letterlijk uitgesproken. Typisch de Franse mentaliteit, denk ik. Of dat nu over Bouhanni, Viviani of mezelf ging, er wordt teveel rond de hete brij gedraaid in plaats van de zaken sneller op tafel te gooien. Dat zou soms sneller opluchten. Anderzijds, ik heb nooit iets tekort gehad bij het team.”
Je bent uiteindelijk bij Qhubeka ASSOS terechtgekomen. Valt het daar wat mee?
“Echt wel. Ik vind het een schone ploeg. Het materiaal is oké. Ik voel veel vertrouwen vanuit de ploegleiding en -management. Dat management blijft ook positief, ondanks de huidige omstandigheden.”
Waarmee je bedoelt dat jullie nog niet weten of de ploeg in 2022 nog zal bestaan…
“Het is afwachten. Maar het zijn geen gemakkelijke tijden voor het management. ASSOS is co-sponsor, maar Qhubeka is een non-profit organisatie. De ploeg draait nu vooral op een soort oorlogskas van de voorbije jaren. Dat lukt geen twee jaar naeen, dus moeten er nieuwe geldschieters komen.”
“Ik snap dat het geen makkelijke tijden zijn voor manager Douglas Ryder. In Covid-tijden kan je geen potentiële sponsors laten proeven van het wielrennen, het netwerken ligt moeilijker en ik vermoed dat veel bedrijven andere zorgen hebben dan sponsoring. Maar we hopen allemaal dat het lukt, want het is en blijft een mooi project.”
Jij zou kunnen blijven?
“De ploeg is in elk geval tevreden van mijn prestaties. Ik heb toch bewezen dat ik mijn plek in het peloton nog heb. En ik wil dat de komende maanden ook blijven doen. Kansen genoeg. Waaronder Parijs-Roubaix trouwens. Ik ben altijd goed in het najaar. Ik wil daar echt naar toewerken.”
Met Victor Campenaerts en Sander Armee heb je nog twee Belgische ploegmaats. Trekken jullie veel samen op?
“Met Sander minder, omdat hij een compleet ander programma rijdt. Met Victor wel. Hij woont ook in de regio (Campenaerts woont in Gavere; Claeys in Sint-Amandsberg, deelgemeente van Gent, red), dus trainen en verkennen we regelmatig samen. Victor is een prima kerel. Hij heeft zoveel kennis over voeding, materiaal, positie op de fiets. En hij deelt die ook met de ploegmaats, wat super interessant is. Topkerel.”
Hoe ziet de rest van de zomer eruit?
“Er moet nog overlegd worden. Qhubeka ASSOS is een ploeg die laat op het jaar is samengesteld. Zeg maar wat bijeengeraapt, waardoor niet iedereen al perfect kon ingeschat worden. Daarom is een planning gemaakt tot en met het einde van het voorjaar. De komende weken wordt de rest van het jaar bekeken. Ik ben wel al zeker van de Ronde van Zwitserland. En het BK uiteraard.”
Is de Ronde van Frankrijk een optie?
“Ik ben geen vragende partij. Als ze me vragen om er te gaan knechten, zal ik dat met plezier doen. Maar zelf heb ik er weinig te zoeken. Ik ben geen klimmer, sprinter of tijdrijder. En ontsnappingen zijn niet meer van deze tijd. Tenminste, de kans op succes ervan, wordt steeds kleiner. En in de laatste week zie je vooral klimmers in de vroege vluchten…”
Zit het WK in eigen land in jouw achterhoofd?
“Nee. Er zijn teveel goede Belgen. Ik kan die selectie zomaar, zonder veel na te denken, opvullen met renners die beter zijn. Dit is een parcours dat alle Belgen goed ligt, hé. Doe mij maar Parijs-Roubaix, een weekje later…”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.