Dit is de opvallendste wijziging aan de BK-omloop in Heusden-Zolder
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
dinsdag 7 januari 2025 om 08:45

Dit is de opvallendste wijziging aan de BK-omloop in Heusden-Zolder

Eigenlijk waren recente crossen als Gavere, Loenhout, Baal, Koksijde, Gullegem en Dendermonde helemaal geen goede waardemeter voor het komende Belgisch kampioenschap veldrijden, want in Heusden-Zolder krijgen de crossers naar goede traditie een snelle cross voor de wielen geschoven. Toch heeft de organisatie van het BK veldrijden getracht om de omloop nog ietsje meer te kruiden dan de traditionele omloop in Zolder.

Het rondje dat Marc Dierckx in 2000 uittekende rondom het Formule 1-circuit van Terlaemen, is intussen een klassieker in de cross geworden. Jarenlang werd de cross ondergebracht in de Wereldbeker, maar sinds de coronaperiode maakt Zolder deel uit van de Superprestige, steeds op tweede of derde kerstdag. Zolder veroverde haar plek in de crossgeschiedenis definitief door de iconische WK’s van 2002 en 2016 te hosten.

“Het was niet nodig om veel te wijzigen”, legt Erwin Vervecken van organisator Golazo uit. “En je hebt ook niet veel opties om te zeggen: voor dat Belgisch kampioenschap gaan we nu eens iets heel speciaals doen. Er zijn niet heel veel alternatieven daar. Je zit met het circuit, een afgesloten terrein met veel beton en plaatsen waar je niet door kunt. Het parcours blijft grotendeels gelijk aan de vorige jaren.”

Extra helling
Toch tovert Vervecken één opvallende wijziging uit zijn hoge hoed. “Die vinden we het laatste deel van de omloop, in het bosje voor de aankomst. Twee jaar geleden hadden Wout van Aert en Mathieu van der Poel daar een bitse strijd. Mathieu was al een meter of vijf weggereden, maar bij het oprijden van het klimmetje gleed hij weg. Wout ging erop en erover, en won. Daar leggen we nu een extra brug waar de renners over moeten, en het laatste bosje wordt in omgekeerde richting gereden. Waardoor er een extra steile klim volgt op driehonderd meter van de finish. Daarna wacht een stukje waar ze vroeger bergop reden, daar komen ze nu naar beneden en dan gaan ze de brug onderdoor richting finish.”

De slotkilometer in Zolder is best pittig – foto: Cor Vos

Volgens de drievoudige wereldkampioen is die extra helling meteen een van de sleutelpunten. “Je begint helemaal beneden aan het circuit en het zal niet simpel zijn om daar naar boven te rijden. Het zal moeten blijken of dat mogelijk is bij de trainingen. Je hebt altijd een hoop junioren en dames die daar niet op geraken en ervoor kiezen om te lopen. Ik vraag me af of ze daarmee alles kapot lopen, waardoor het moeilijker wordt om erop te rijden, of ze het omgekeerde effect creëren. Dat is lastig in te schatten.”

Snelle cross
Verder heeft Zolder weer alles te bieden wat je van die omloop verwacht. Te beginnen met een lange startstrook op het Formule 1-circuit. “Daar is het altijd een beetje tactisch. Als je op de weg komt met tien meter voorsprong en daarachter wordt er getwijfeld, dan kan daar snel een groot verschil gemaakt worden. Zeker omdat het over het algemeen niet het zwaarste parcours van het seizoen is. Het is relatief snel, en niet onderhevig aan het weer. De wegrenners zijn hier zeker in het voordeel.”

Deel één van de omloop is vrij vlak, met de passages door de materiaalposten en over de Sacramentsberg. Verwacht je bij die helling niet aan een kuitenbijter waar het verschil gemaakt kan worden, maar wél aan een stuk ‘heilige grond’ dat verboden is voor het publiek. Het tweede deel wordt vooral gekenmerkt door de klimmetjes en technische afdalingen vóór de tribunes waarbij in het verleden vaker de beslissing is gevallen. Vooral de opeenvolging van de vele hindernissen in de laatste kilometer zorgt ervoor dat technisch begaafde renners daar alsnog iets kunnen forceren, voor ze weer aan de lange passages op het asfalt beginnen.

Wie moeten we in Zolder dan opschrijven als de opvolgers van Sanne Cant en Eli Iserbyt? “Bij de vrouwen zou Marion Norbert-Riberolle het zonder tegenslag moeten kunnen afmaken. Bij de mannen is het nog nooit zo open geweest. Thibau Nys en Michael Vanthourenhout steken er voor mij bovenuit. Ze kunnen allebei goed pieken op de kampioenschappen en ze kunnen met de druk om. Maar er kunnen zeker zeven renners winnen, als je denkt aan Laurens Sweeck, Niels Vandeputte, Eli Iserbyt, Emiel Verstrynge en Joran Wyseure.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.