Mathieu van der Poel heeft serieus aan stoppen gedacht in de periode van zijn slepende rugblessure. Daar heeft de regerend wereldkampioen wielrennen en veldrijden zich over uitgesproken in een interview met HUMO. “Het was toen écht niet leuk meer”, vertelt hij over zijn gevoel en de thuissituatie met zijn vriendin Roxanne.

Het uithangbord van Alpecin-Deceuninck voelt zich momenteel heel gelukkig. “Koersen voelt meer als een hobby dan als werken”, geeft hij aan, maar er was niet heel lang geleden – zeker na de val op de Olympische Spelen 2021 – een tijd dat het minder goed ging. “De problemen met mijn rug waren zo’n lastige periode. Het was toen écht niet meer leuk. En bijgevolg was ik, jammer genoeg voor Roxanne, niet de aangenaamste persoon thuis. Maar ik heb haar toen wel meteen gezegd: Als deze problemen blijven aanslepen, stop ik ermee.”

“De limiet was in zicht. Ik was er bijna helemaal klaar mee”, zegt Van der Poel. Of hij echt heeft overwogen om te stoppen? “Als het langer had geduurd… Ik weet niet wat ik gedaan zou hebben. Gelukkig ging het na verloop van tijd beter, door veel oefeningen te doen.”

Inmiddels is ‘de rug van Mathieu’ niet echt een onderwerp van gesprek meer. “Als ik na een lange rustperiode weer begin te trainen, voel ik dat mijn rug opspeelt. Dan spookt het weleens door mijn hoofd: het zal toch niet…? Maar ik heb het onder controle. Ik doe bijna elke dag stabiliteitsoefeningen en ik ga twee à drie keer per week naar de fitness om mijn rug te trainen.”