Oud-UCI-voorzitters Hein Verbruggen en Pat McQuaid krijgen veel kritiek in het rapport van de Cycling Independent Reform Commission (CIRC) over de dopingcultuur in het wielrennen.

De CIRC stelt dat de UCI tussen 1998 en 2013 voortdurend heeft gefaald op het gebied van dopingbestrijding. In die periode waren Verbruggen en McQuaid voorzitter van de mondiale wielerunie. In het 227 pagina’s tellende rapport staat een opsomming van tekortkomingen uit met name de jaren negentig.

In het ambtstermijn van Verbruggen werden onder andere positieve dopingtests door de UCI-top genegeerd, kregen Lance Armstrong en Laurent Brochard achteraf een medisch attest, nadat ze positief waren bevonden op een bepaald middel en werden dopingklokkenluiders bekritiseerd. McQuaid wordt verweten een omstreden besluit te hebben gemaakt door Armstrong te laten starten in de Tour Down Under 2009. Volgens de regels had de Amerikaan niet mogen starten omdat hij nog niet gedurende zes maanden beschikbaar was geweest voor dopingtests. Datzelfde jaar stond Armstrong aan de start van de Ronde van Ierland, een wedstrijd die door een broer van McQuaid werd georganiseerd.

Reactie Verbruggen
“Het is een kritisch rapport”, reageerde Verbruggen, die het rapport eerder kon inzien, afgelopen zaterdag. “Ik vind het oneerlijk kritisch. Ik stond te dicht bij Armstrong, net als mijn opvolger Pat McQuaid. Een voorbeeld was dat we hem handtekeningen vroegen voor kankerpatiëntjes die zich tot ons hadden gewend. En we hebben donaties aangenomen. De commissie vindt dat niet verstandig.”