Drie vaststellingen na de eerste seizoenshelft in het veldrijden, door Herygers en Vervecken
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
vrijdag 15 december 2023 om 07:00

Drie vaststellingen na de eerste seizoenshelft in het veldrijden, door Herygers en Vervecken

Special Nu Wout van Aert zijn opwachting in de cross heeft gemaakt en Mathieu van der Poel en Tom Pidcock komend weekend hetzelfde doen, is het moment gekomen om grondig stil te staan bij de eerste seizoenshelft. Met VRT-commentator Paul Herygers en Erwin Vervecken van organisatiebureau Golazo, allebei ex-wereldkampioen in het veld, analyseren we de boeiende eerste maanden van de crosswinter. Meer specifiek met focus op de mannencrossen.

Vaststelling 1: Meer diverse winnaars dan ooit

Nooit eerder had de Wereldbeker na zeven manches meer verschillende winnaars dan dit seizoen. Joris Nieuwenhuis voegde zich door zijn zege in Val di Sole in een rijtje met Thibau Nys, Lars van der Haar, Pim Ronhaar en Eli Iserbyt. In de wetenschap dat Michael Vanthourenhout met het Europees kampioenschap die andere grote afspraak naar zijn hand zette, kunnen we al spreken over zes verschillende winnaars van een belangrijke cross in drie maanden tijd. Dat is duidelijk meer dan de vorige jaren, merkt Erwin Vervecken op.

“Ik bedoel het zeker niet oneerbiedig, maar de ‘saaiheid’ is terug van de crossen af. Er is een seizoen geweest, een jaar of twee terug, dat Eli Iserbyt in de eerste maanden alles won, waarna Mathieu van der Poel vervolgens tijdens de kerstperiode het stokje overnam en dezelfde dominantie aan de dag legde. Nu zag je niet alleen die meer diverse winnaars, maar ook veel spannende koersen tot diep in de finale. Dat maakte de afgelopen maanden leuker om te volgen dan crosswinters van een paar jaar terug, toen er telkens één renner bovenuit stak.”

Dat toegenomen enthousiasme merkt Vervecken ook op bij de supporters én mediakanalen. “Men was de voorbije jaren soms veel te hard aan het wachten op de komst van Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Als er een wedstrijdverslag van een cross op pakweg Sportweekend werd uitgezonden, begon dat vaak met ‘In afwezigheid van Van Aert en Van der Poel, heeft renner X vandaag de cross gewonnen.’ Ik weet niet of die uitspraken helemaal verdwenen zijn, maar ik had het gevoel dat ik het minder heb gehoord en iedereen genoot van die nieuwe jongens aan het front.”

Nieuwenhuis is de nieuwe grote man aan het front – foto: Cor Vos

Vaststelling 2: Verwachte én onverwachtse doorbraken bij de ploeg van Sven Nys

Die nieuwe jongens vinden we haast allemaal terug in de stal van ploegmanager Sven Nys bij Baloise Trek Lions. Die leverde met Thibau Nys (21), Pim Ronhaar (22) en Joris Nieuwenhuis (27) drie renners af aan de top van de cross die voordien nog nooit een klassementscross naar hun hand hadden gezet. Nys en Ronhaar hadden zelfs niet eerder op het podium van een klassementswedstrijd gestaan, waardoor – ondanks hun status van absolute toptalenten – hun doorbraak er misschien feller, opvallender en eerder dan gedacht kwam.

“Ik ga niet zeggen dat het onverklaarbaar is dat ze er plots alle drie tegelijk staan, maar het is wel straffe kost”, zegt Paul Herygers. “De doorbraak van Nieuwenhuis zat er het hardst aan te komen. Vorig jaar zei Sven Nys nog: ‘Die eerste winter van Joris, die moeten we eigenlijk niet meetellen. Dat is slechts een inrijperiode richting volgend jaar’. En kijk, hij heeft gelijk gekregen. Joris is zo’n koele kikker, die uit het niets nu een vedette begint te worden. Ik heb mijn ogen in Val di Sole vaak uitgekeken. Dat hij in de modder sterk was, wisten we al langer. Maar wat hij in de sneeuw klaar speelde, was gewoon indrukwekkend. Ik was niet de enige die dat vol bewondering aanschouwde.”

De twee jongsten hadden elk hun gloriemomenten, maar zakken geregeld terug in een dalletje van wisselvalligheid. “Wat op zich geen probleem is”, zegt Herygers. “Als je de overwinningen van Baloise Trek Lions opsomt, dan zie je dat daar enorm veel kwaliteit bij zit. Daarin versterken ze elkaar. Zo’n Pim Ronhaar, daar kun je alles aan vragen. Op een goede dag haalt hij overwinningen binnen, maar als hij een keer in mindere vorm is, dan kent hij zijn stiel. Hij weet wat afstoppen is en deinst daar niet voor terug. Op die manier krijgt iedereen klappen van de ploeg van Sven Nys.”

Bij Nys was de terugval iets abrupter dan die van Ronhaar. Na zijn triomf op de Koppenberg liep het vaatje van Nys junior langzaam maar zeker leeg, waardoor de Kempische analist wat op zijn honger blijft zitten. “Thibau heeft een korte maar krachtige piek getoond, eentje waar niemand bij in de buurt kwam. Ik bewonder hem en hij was dé verrassing van het seizoen, maar hij moet maken dat hij terug van zich laat spreken. Je kan niet blijven teren op die korte piek. Mijn vermoeden is dat hij zich intussen stilletjes aan het klaarmaken is om op het BK geschiedenis te schrijven met een tiende Nys-overwinning.”

Iserbyt zal zijn Wereldbekertrui niet snel moeten afstaan – foto: Cor Vos

Vaststelling 3: (Enkel) op Eli Iserbyt kan je bouwen

Van de pionnen die al een paar winters lang meegaan, stonden alleen Eli Iserbyt en Lars van der Haar er over de hele lijn. De eerste seizoenshelft van Iserbyt – de kopman van Pauwels Sauzen-Bingoal – verdient een compliment. In zeventien crossen was hij liefst zes keer de beste en viel hij amper drie keer naast het podium. Daarnaast laat hij, in tegenstelling tot zijn collega’s, geen enkele grote afspraak links liggen. De prijs der constantheid gaat ontegensprekelijk naar hem, waardoor hij de leidersplaats bekleedt in twee van de drie grote klassementen. In dat derde klassement, de X2O Trofee, ligt Lars van der Haar in polepositie.

“Van der Haar is nooit echt een veelwinnaar geweest, maar hij staat er toch maar weer”, vindt Vervecken. “Maar Eli Iserbyt is voor mij toch de man die het meeste indruk heeft gemaakt over de hele lijn.” Herygers beaamt: “Iserbyt stelt nooit teleur. Ik vraag me alleen af of zijn hoge niveau van die eerste maanden, binnenkort niet tégen hem gaat werken. Je kan er ook overgaan, hé. Volledig over de rooie. Hij heeft elke week pittige duels moeten uitvechten en dat zal er hebben ingehakt. Eigenlijk is er op geen enkel moment op economie gecrost.”

Wat er dan weer voor zorgt dat renners die hun seizoensstart misten, nooit meer volledig in het stuk voorkwamen. Het beste voorbeeld is allicht Laurens Sweeck, de Wereldbekerwinnaar van vorig seizoen, die in Beringen een kuitblessure opliep. De kopman van Crelan-Corendon staat dit seizoen nog droog. Michael Vanthourenhout verzekerde zich van een tweede opeenvolgende Europese titel, maar stond ook geregeld aan de kant door ziektekiemen en een aantal lelijke valpartijen.

“Dat was ook een belangrijke reden dat we meer verschillende winnaars hebben”, denkt Vervecken. “Als je de lijn van de afgelopen jaren doortrekt, dan hadden een goede Laurens en Michael altijd hun deel van de koek meegepikt. Het is puur een kwestie van pech dat ze niet voorin meedoen, want je zal mij niet horen zeggen dat Sweeck en Vanthourenhout nu even snel rijden als vorig jaar, maar de rest plots rapper. Het niveau in de cross heeft altijd hoog gelegen. Alleen hebben zij nooit de kans gekregen om hun beste benen de vorige weken terug te vinden.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.