Ook dat hoort bij kampioenschappen: commentaar op het parcours. Het is in Kruibeke niet anders. Eddy Lissens, coördinator bij Belgian Cycling, weerlegt.

Twee jaar geleden had Danny De Bie kritiek op de te lange loopstrook op het BK-parcours in Oostende. In Mol (2013) ontstond een relletje over een al dan niet verdwenen plankenvoer. In Waregem (2014) was er controverse rond Klaas Vantornout, die de balkjes op een andere plaats wilde. Het is altijd wel wat. Ook nu laait her en der opnieuw kritiek op, zij het wel iets gematigder.

Een eerst punt van kritiek is de hoogte van de balken op het parcours in Kruibeke. “Te laag”, volgens een aantal renners. “De balken zijn hooguit 20 centimeter. Leg er dan géén.” Eddy Lissens, coördinator bij Belgian Cycling vertelt dat die lage balken echter een reden hebben. “Het parcours voor de mannen en vrouwen mag niet gewijzigd worden. Daarom kiezen we voor lagere balken”, vertelt Lissens. “Op die manier hopen we op meer spektakel bij de dames. Als die op lagere hoogte liggen, zal misschien ook in die wedstrijd gejumpt worden. En ze liggen overigens niet op 20 centimeter hoogte, maar op 25 centimeter.”

“In Oostende en Koksijde lag meer zand”
Ander punt is de zandbak. Die is niet alleen wat langer dan in andere crossen, maar net voor aanvang van de profwedstrijd zal het zand ook nog eens losgefreesd worden, waardoor er geen spoor is waarin gereden kan worden. “Té lang? Bij mijn weten lag er twee jaar in Oostende net iets meer zand dan hier in Kruibeke. Ook in Koksijde ligt net iets meer zand, denk ik. Het parcours is wat het is. Dat losfrezen doen we inderdaad net voor het BK van de profs, niet bij de andere categorieën. Maar ook daar moet niet veel commentaar op komen, want na twee ronden zal er wel voldoende spoorvorming zijn en wordt er in het zand toch gefietst in plaats van gelopen.”