‘Milaan-San Remo voor vrouwen meer voer voor klimmers, maar één duidelijke favoriet’
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
donderdag 20 maart 2025 om 09:45

‘Milaan-San Remo voor vrouwen meer voer voor klimmers, maar één duidelijke favoriet’

Interview Wat kunnen we zaterdag verwachten van de gloednieuwe Milaan-San Remo Donne? Het is de vraag van één miljoen. Vrouwenwedstrijden trekken wel vaker een tçtaal ander gezicht dan hun mannelijke variant, maar in een wedstrijd als Milaan-San Remo leidt dat al helemaal tot onverwachtse situaties. Wij gingen op vragenvuur bij vrouwenbondscoach Laurens ten Dam en ploegleiders Albert Timmer (Picnic PostNL) en Christian Kos (Team SD Worx-Protime).

Organisator RCS heeft voor een relatief bescheiden editie van Milaan-San Remo gekozen. Geen Passo del Turchino vroeg in de koers en al helemaal geen oneindig lange aanloop, die de mannenkoers zo typeert. De eerste Milaan-San Remo voor vrouwen klokt zo af op 156 kilometer, met wél de typische finale die de Capo Mele, Capo Cervo, Capo Berta, Cipressa en Poggio di Sanremo als beslissende hellingen omvat.

Op papier zit vooral in die lange aanloop dus het grote verschil met de mannenkoers. “En toch hoor ik van de rensters dat ze dat jammer vinden”, zegt Picnic PostNL-ploegleider Albert Timmer. “Ik hoor dat iedereen het wel leuk had gevonden als de koers nog 40 kilometer langer zou zijn. Die 156 kilometer is qua lengte in principe niet speciaal. Maar bij de mannen is deze koers juist uniek door de lengte van meer dan 300 kilometer. Veel rensters zeiden: een keer langer koersen dan 200 kilometer zou ook eens mooi zijn.”

Volgens bondscoach Laurens ten Dam had zo’n scenario dan weer weinig verschil gemaakt. “De beruchte 300 kilometer-grens was vooral vroeger een dingetje. Tegenwoordig met het ‘fuelen’, waarbij iedereen 120 gram koolhydraten per uur naar binnen werkt, loop je minder snel leeg en blijft de tank meer vol. Daarom zie je ook dat iedereen in de finale nog die punch heeft, terwijl dat vroeger nog maar afwachten was.”

Laurens ten Dam is bondscoach van de vrouwen – foto: Cor Vos

“Ik kwam in 2008 bij Rabobank en Oscar Freire vertelde me toen dat het enige wat hij in die koers binnen had gestoken, twee gelletjes waren. Op 300 kilometer! Op voorhand moest je toen heel veel stapelen met pasta, maar daarna amper 80 gram op zes uur koers. Nu klokken ze af op 700 gram, dat is bijna tien keer zo veel. Daarom is de afstand veel minder belangrijk geworden. Dat wordt bij de vrouwen geen groot gemis.”

Beslissing al op Cipressa?
En dus moeten de hellingen vooral het verschil maken. “Maar hoe die hellingen uitvallen, is nog koffiedik kijken voor veel rensters”, waarschuwt Christian Kos, ploegleider bij SD Worx-Protime. “Persoonlijk denk ik dat de hellingen redelijk zwaar gaan doorwegen, maar voor iedereen is het nieuw. Daarom is sportief manager Danny Stam met opzet een dag eerder naar Italië gevlogen om een verkenning met de rensters bij te wonen. Die geeft al een belangrijke indicatie over hoe zwaar het gaat uitvallen in de wedstrijd zelf.”

Ten Dam: “Het niveauverschil tussen de vrouwen is relatief groter dan bij de mannen. De Cipressa is een smerig ding in deze koers. Zeker wanneer de snelheid wat lager ligt dan bij de mannen, dan heb je minder windvoordeel als je in de wielen mee ‘draft’. En bij de vrouwen geldt over het algemeen: als ze goed zijn, zijn ze overal goed. Dan mag je nog een parcours uittekenen wat je wil, je vindt die toppers dan overal vooraan. Daarnaast wordt er bij de vrouwen vaak meer open gekoerst, waardoor je vroeger verschillen krijgt.”

Timmer gaat zelfs nog een stapje verder. “Ik verwacht iets meer klimmerstypes dan we gewend zijn in de mannenkoers. Al ligt dat ook aan het weer. Bij regenachtige omstandigheden krijg je andere rensters voorin, en ook de stand van de wind op de Cipressa en Poggio is altijd cruciaal. Ik verwacht een redelijk gesloten koers tot aan de Capi, maar vanaf die klimmetjes gaat het wel echt los, denk ik. En dan komen goed klimmende rensters naar boven. Wij starten niet voor niets niét met sprintster Charlotte Kool.”

Voeren klimmers Vollering en Van der Breggen het hoge woord? – foto: Cor Vos

Favorietenrol Kopecky
Over de topfavorieten zijn de drie duidelijk. Die moeten we in de eerste plaats zoeken in het kamp van SD Worx-Protime. “Lotte Kopecky rijdt haar eerste wedstrijd van het jaar, maar zij is toch dé factor waar de hele koers om draait”, weet Ten Dam. “Ze kan goed omhoog én ze heeft een goede sprint in huis. Dat is exact wat je nodig hebt om Milaan-San Remo te winnen. Voor Demi Vollering is het misschien net niet lastig genoeg.” Timmer beaamt: “Kopecky kan natuurlijk alles, maar ook Lorena Wiebes heeft inhoud voldoende. Ik verwacht dat er een kleine groep om de winst gaat sprinten.”

SD Worx-Protime gaat die favorietenrol niet uit de weg, zegt Kos. “We zijn heel benieuwd waar Lotte zaterdag uitkomt na al haar trainingen. Er komt nu een heel belangrijk blok aan voor haar, dat ze moet rekken tot Luik-Bastenaken-Luik. Een eerste koers is altijd afwachten, maar we zijn positief. Daarnaast gaat Femke Gerritse al een tijdje lekker. En dan hebben we nog Lorena. Milaan-San Remo is dus iets om naar uit te kijken.”

En niet alleen voor SD Worx-Protime. “Het leeft in het damespeloton”, glundert Timmer. “Het is sowieso een van de mooiste koersen die er zijn, en iedereen wil de eerste zijn op de erelijst.” Kos: “Het is ook belangrijk dat elk monument een variant voor vrouwen krijgt. Hoe meer van dat soort koersen er zijn, hoe beter. Helemaal in een week dat enerzijds de Thüringen Ladies Tour wordt afgelast en er aan de andere kant nog meer wedstrijden verdwijnen. Dan moeten er wel grote wedstrijden voor de dames in de plaats komen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.