Eindejaarslijstjes: De beste neoprof van 2021
Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding voor 2021? Elke werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de beste neoprof van 2021.
Wil je de tussenstand of uitslag van de Eindejaarslijstjes-poll bekijken? Check dan elke dag de Instagram Stories van @WielerFlits!
Status neoprof
Een wielrenner heeft de eerste twee jaar bij de beroepsrenners een status als neoprof wanneer hij zich in een leeftijd bevindt onder het 26ste levensjaar. Recente voorbeelden: Sjoerd Bax, Jan Maas en Milan Vader maken komend jaar allemaal hun profdebuut op de weg. Omdat zij in 2022 hun 26ste verjaardag vieren, hebben zij geen status meer als neoprof. Sandy Dujardin, nieuw bij TotalEnergies, viert komend jaar zijn 25ste verjaardag en heeft wél een status als neoprof. Een profploeg móet een neoprof een contract voor twee jaar aanbieden. BikeExchange-Jayco hoefde dat bij Maas niet te doen.
Om de beste neoprof van het voorbije wielerseizoen aan te wijzen, kijken we dus naar renners die in hun eerste of tweede jaar bij de profs rondrijden. Wie is daarvan de beste gebleken?
Stefan Bissegger (EF Education-Nippo, tweedejaars)
Eigenlijk zou Stefan Bissegger pas na de Olympische Spelen van 2020 de overstap maken naar EF Education-Nippo en zich vervolgens volledig richten op de weg. Door het uitstellen van de Spelen, richtte de 23-jarige Zwitser zich tot augustus van het afgelopen jaar op het baanwielrennen, meer bepaalt de ploegenachtervolging. Desondanks liet hij ook op de weg zien dat hij in korte, individuele tijdritten nu al tot de besten ter wereld behoort. Geef hem een chrono van zo’n vijftien kilometer lang en er waren dit seizoen maar weinig sneller dan de bonkige Zwitser. Maar ook op andere terreinen kunnen we hem meer gaan verwachten.
Dit seizoen was dat dus vooral in de tijdritten. Hij won er twee op het hoogste niveau en werd nog eens tweede in drie andere WorldTour-tijdritten. In het begin van het seizoen veroverde Bissegger geel in Parijs-Nice, door te winnen voor erkende specialisten als Primož Roglič en Rohan Dennis. In de Benelux Tour was hij dan weer ruim sneller dan Edoardo Affini en zijn landgenoot Stefan Küng. Muni – Zwitsers voor stier, de bijnaam die Bissegger dankt aan zijn indrukwekkende torso – moest in de UAE Tour en de rondes van Romandië en Zwitserland respectievelijk Filippo Ganna, Rémi Cavagna en Küng voor laten gaan.
In de ronde van zijn thuisland liet Bissegger zich overigens ook op een andere manier gelden. Vanuit de vroege vlucht sprintte hij naar een overwinning in Gstaad, aankomst van de derde etappe. Later die ronde verzekerde hij zich ook van het puntenklassement. Andere straffe optredens van de Zwitser: hij werd vijfde in de laatste tijdrit van de Tour de France, eindigde als vierde op het EK tijdrijden, vond zichzelf als zevende terug in de uitslag van het WK tijdrijden én was veruit de sterkste in de vroege vlucht tijdens de Ronde van Vlaanderen. In Tokio werd hij met zijn land dan weer laatste op de ploegenachtervolging.
Beste resultaten
Individuele tijdrit + gele trui Parijs-Nice
Ritzege + puntenklassement Ronde van Zwitserland
Individuele tijdrit Benelux Tour
Individuele tijdrit UAE Tour
Individuele tijdrit Ronde van Romandië en Ronde van Zwitserland
Biniyam Ghirmay (DELKO/Intermarché-Wanty-Gobert, tweedejaars)
Wat hebben het wispelturige talent Karel Vacek, topper in wording Søren Wærenskjold en Biniyam Ghirmay met elkaar gemeen? Allen wisten in 2018 in een rechtstreeks duel Remco Evenepoel te kloppen, die dat jaar vrijwel al zijn wedstrijden won. De 21-jarige Eritreeër werd in 2020 prof en liet meteen mooie dingen zien. Bevestigen is echter altijd lastig, maar daar ging Ghirmay dit seizoen heel goed mee om. De jongeling begon het jaar in het shirt van DELKO, waarvoor hij zevende werd in de Royal Drôme Classic, negende in de Trofeo Laigueglia en zesde in La Roue Tourangelle Centre Val de Loire-Trophée Harmonie Mutuelle.
Bij de Franse ploeg ontstonden naar mate het seizoen vorderde financiële problemen. Intermarché-Wanty-Gobert verzorgde vervolgens een uitweg. Per 1 augustus stapte Ghirmay over naar de Belgische WorldTour-ploeg, dat daarmee onder meer UAE Emirates en Deceuninck-Quick-Step te snel af was. Hij smeet zich tijdens de Ronde van Polen meteen in massasprints en ook op een lastige aankomst ging hij goed mee. Het bleek een voorbode voor een sterk naseizoen, waarin de Eritreeër bij zijn nieuwe ploeg meteen het vertrouwen kreeg om voor eigen kansen te rijden. Die vrijheid verkwanselde hij allerminst, integendeel.
Ghirmay won namelijk de Classic Grand Besançon Doubs en twee dagen later eindigde hij als tweede in de Tour du Doubs. Daartussenin finishte hij ook nog als zevende in de Tour du Jura, een plek die hij ook al in de Druivenkoers had bemachtigd. De jonge Afrikaan zette die reeks goed door, ook in landskleuren. Hij pakte in de wegwedstrijd van de beloften op het WK namelijk zilver. Achter de ontsnapte Filippo Baroncini won hij met overmacht de pelotonsprint. In de weken erna volgden nog vijfde plaatsen in La Route Adélie de Vitré en in Gran Piemonte. Van Ghirmay hebben we het laatste nog niet gezien.
Beste resultaten
Classic Grand Besançon Doubs
WK op de weg U23
Tour du Doubs
5e Gran Piemonte
5e La Route Adélie de Vitré
Ethan Hayter (INEOS Grenadiers, tweedejaars)
Groot-Brittannië kent een rooskleurige wielertoekomst. Dat is mede te danken aan Ethan Hayter, een absoluut toptalent. De 23-jarige alleskunner kent zijn roots op de baan, waar hij dit seizoen nog wereldkampioen werd op het Omnium. Maar ook op de weg steekt hij zijn neus in steeds meer wedstrijden aan het venster. Een valpartij in de slotkilometer van Omloop Het Nieuwsblad zorgde ervoor dat hij daar niet mee kon sprinten om de zege. Een maand later kwam hij voor het eerst echt los tijdens de Internationale Wielerweek van Coppi & Bartali. In alle ritten eindigde hij bij de eerste vijf, waarvan hij er ook een wist te winnen.
Dat hij ook in de klassiekers toekomst heeft, bewees hij met een elfde plek in Dwars door Vlaanderen. Maar ook in het rondewerk kan de renner van INEOS Grenadiers zijn partij meeblazen. Zo won hij in de Volta ao Algarve de rit met aankomst op Fóia. Op de slotdag verloor hij de leiderstrui, maar hij werd wel tweede in het eindklassement. In de daaropvolgende Ruta del Sol hield Hayter op Alcalá la Real niemand minder dan Miguel Ángel López af, om in de sprint met een elitegroep ook de slotrit naar Pulpí te winnen. In deze ronde werd de jonge Brit zevende, waarna zijn blik op de Olympische Spelen ging.
Daar won hij samen met Matthew Walls van BORA-hansgrohe zilver op het baanonderdeel ploegkoers. Op de weg ging hij daarna vrolijk verder waarmee hij gebleven was. Hij won twee ritten en het eindklassement in de Tour of Norway, om in de Bretagne Classic net buiten het podium te vallen. Hayter vocht in de Tour of Britain vervolgens een stevig duel uit met Wout van Aert. De Brit won een rit en reed op de slotdag nog in de leiderstrui, maar moest toch zijn meerdere erkennen in de Belg. Hayter sloot zijn seizoen af met een achtste plek op het WK tijdrijden, de Britse tijdrittitel en een derde plek tijdens de Britse wegrit.
Beste resultaten
eindklassement Tour of Norway + twee ritzeges
eindklassement Tour of Britain + één ritzege
eindklassement Volta ao Algarve + één ritzege
Olympisch zilver Ploegkoers (met Matthew Walls)
4e Bretagne Classic-Ouest France
Olav Kooij (Jumbo-Visma, eerstejaars)
Door het wegvallen van koersen in het programma van de opleidingsploeg en het wegvallen van renners uit het WorldTour-team, besloot Jumbo-Visma al in het begin van 2021 toptalent Olav Kooij over te hevelen naar het vlaggenschip. De 20-jarige Nederlander toonde zich meteen in Omloop Het Nieuwsblad, waar hij met koersvernuft de schifting op de Molenberg voor was en daardoor kon overleven. Op de Berendries moest hij de groep der favorieten weliswaar laten gaan, maar het jonge talent gaf er meteen zijn visitekaartje af. Drie maanden later won Kooij dan bijna de slotetappe in de Ronde van Hongarije.
Weer een maand later laat de jongeling zien dat hij meer is dan alleen een sprinter, door mee te koersen in de finale van het NK op de VAM-berg. Kooij werd er uiteindelijk zevende. In de Ronde van Polen kwam hij vervolgens voor het eerst in actie tijdens een WorldTour-koers, waar hij bijna meteen wist te winnen. In de lastige derde etappe was alleen Fernando Gaviria sneller. Het was een voorbode voor een sterk najaar met onder meer brons op het WK voor beloften en een derde plek in Gran Piemonte. Ook boekte het Jachtluipaard van Numansdorp in de CRO Race zijn eerste profzeges van het jaar, wat ook goed was voor winst in het puntenklassement.
Beste resultaten
twee ritten + puntenklassement CRO Race
tweede in een rit Ronde van Polen
tweede in een rit Ronde van Hongarije
WK op de weg U23
Gran Piemonte
Jordi Meeus (BORA-hansgrohe, eerstejaars)
Net als Kooij, kende Jordi Meeus eigenlijk eenzelfde verloop van zijn eerste jaar als prof. Hij voltooide zijn opleiding bij SEG Racing Academy, waarna de 23-jarige Belg een contract ondertekende bij BORA-hansgrohe. Bij de Duitse WorldTour-formatie kreeg de jongeling in 2021 meteen een handvol kansen en die liet hij niet onbenut. Zo werd hij aan het begin van het seizoen meteen vierde in Nokere Koerse. Ook de sterke Belg liet net als de Nederlander van Jumbo-Visma zijn sporen na in de Ronde van Hongarije. Daar boekte Meeus namelijk zijn eerste profzege in het shirt van zijn Duitse ploeg, door de tweede rit op zijn naam te zetten.
In die rittenkoers was hij nog twee keer op punt, maar voor zijn volgende goede scores moeten we naar de Vuelta a Burgos en vooral de Vuelta a España. Daar was Meeus goed voor meerdere top 5-noteringen, met een tweede plek in de zestiende etappe van de Ronde van Spanje als absoluut hoogtepunt. In het verre najaar plukte de 23-jarige Belg de vruchten van zijn eerste grote ronde met een derde plek in de Gooikse Pijl en daaropvolgend tweede plaatsen in de GP de Denain en de Eurométropole Tour. Een zege luidde zich in en die kwam er dan uiteindelijk ook in Parijs-Bourges, net voor het sluiten van het seizoen.
Beste resultaten
Parijs-Bourges
rit in de Ronde van Hongarije
tweede in een rit Vuelta a España
GP de Denain
Eurométropole Tour
Tom Pidcock (INEOS Grenadiers, eerstejaars)
Buiten de Vuelta a España – waar hij tamelijk onzichtbaar was – reed Tom Pidcock dit jaar slechts zestien koersdagen. Maar het 22-jarige Britse toptalent liet zien weldegelijk tot de beste coureurs ter wereld te behoren, of in ieder geval ergens in de komende jaren. De jongeling werd natuurlijk al eens wereldkampioen tijdrijden bij de junioren (Bergen, 2017), in het veldrijden pakte hij al regenboogtruien mee en op de weg wist hij bij de junioren al eens Parijs-Roubaix te winnen om vorig jaar tijdens de Giro d’Italia voor beloften niets aan het toeval over te laten. Hij won er drie zware bergetappes en ook het eindklassement.
Pidcock begon dit jaar in de klassiekers en in tegenstelling tot zijn resultaten in de jeugdcategorieën, is hij helemaal geen fan van kasseien. Toch werd hij door INEOS Grenadiers in meerdere Vlaamse voorjaarsklassiekers opgesteld. Hij stelde evenwel niet teleur. In Omloop Het Nieuwsblad deed hij al van zich spreken en een dag later in Kuurne-Brussel-Kuurne stond hij meteen op het podium (derde). Een week later werd hij in de zware Strade Bianche ook al vijfde, waarmee hij zijn voetdruk voor de rest van het voorjaar meteen gezet had. Toch duurde het eventjes voordat hij loskwam, maar toen was het ook meteen raak.
De jongeling vloerde in een sprint met drie namelijk niemand minder dan Wout van Aert en Matteo Trentin tijdens de Brabantse Pijl. Vier dagen later spurtte hij tegen de Belg ook om de zege in de Amstel Gold Race, waar een fotofinish het kwartje naar de Belg deed vallen. Op de Mur van Huy kwam hij tijdens de Waalse Pijl dan weer tot een zesde plek, dezelfde notering als in het najaar tijdens het WK op de weg. Daar demonstreerde Pidcock achter de vijf koplopers zijn talent door alleen bij de achtervolgers weg te rijden. Maar zijn grootste succes boekte hij op de Olympische Spelen: Pidcock pakte goud op de mountainbike.
Beste resultaten
Olympische kampioen Crosscountry mountainbike
Brabantse Pijl
Amstel Gold Race
5e Strade Bianche
6e WK op de weg
Ide Schelling (BORA-hansgrohe, tweedejaars)
BORA-hansgrohe gaf dit jaar naast Meeus nog een aantal kansen aan een jongeling. Ook Ide Schelling mocht zodoende eigen succes najagen. Ook hij deed dat met verve. Zo sprintte hij begin maart al om de zege in de GP Industria & Artigianato (vijfde) en baarde hij ook opzien tijdens de zware openingstijdrit in de Ronde van het Baskenland (achtste). Dat het met zijn vorm wel goed zat, konden we daarna zien in de Brabantse Pijl. De 23-jarige Hagenees werd daar namelijk vierde. Twee maanden later boekte Schelling in de GP Kanton Aargau zijn eerste profzege, door in een sprint met drie Rui Costa en Johan Esteban Chaves te verslaan.
Ook toen bleek hij opnieuw over een goede conditie te beschikken. In de Baloise Belgium Tour streed Schelling goed mee in het algemeen klassement, dat hem na vijf etappes uit zag komen op de vijfde plek. Al die goede resultaten overtuigden zijn ploegleiding ook om de jonge Nederlander mee te nemen naar de Tour de France. Dankzij een truc special wist hij in de openingsrit de bolletjestrui te veroveren, die hij vervolgens enkele dagen mocht showen in de grootste koers ter wereld. Een maand na de Tour boekte hij daar ook nog een vijfde plek in de Circuito de Getxo en een tweede plek in de Tour of Norway aan vast. Kloek!
Beste resultaten
GP Kanton Aargau
eindklassement Tour of Norway
4e Brabantse Pijl
5e eindklassement Baloise Belgium Tour
Vijf dagen in de bolletjestrui Tour de France
Florian Vermeersch (Lotto Soudal, tweedejaars)
Een van de groeibriljanten binnen het team van Lotto Soudal is Florian Vermeersch. De 22-jarige tweedejaarsprof liet zich in het voorjaar meteen zien in de schaduw van de (afwezige) kopmannen Philippe Gilbert, John Degenkolb en Tim Wellens. Zo werd de Belg onder andere zestiende in de E3 Saxo Bank Classic. In de grotere klassiekers werkte hij vooral voor zijn kopmannen, om dan in het Circuit de Wallonie voor eigen kans te mogen spurten. Daarin werd hij achtste. Maar net als bij enkele andere namen in dit lijstje, kwam Vermeersch vooral op niveau na het rijden van een grote ronde, in zijn geval was dat ook de Vuelta a España.
Hij ging daarna met een goed basisniveau naar het WK tijdrijden voor beloften in eigen land. Door zijn leeftijd mocht hij daar – ondanks zijn profstatus – starten. Het legde hem geen windeieren, want heel even leek het erop dat hij met de wereldtitel zou gaan lopen. Uiteindelijk liep hij de regenboogtrui op tien seconden mis en moest hij genoegen nemen met brons. Dat het geen eendagsvlieg is, bewees hij daarna tussen de grote mannen tijdens Parijs-Roubaix. In de inmiddels bekende apocalyptische omstandigheden was hij al in de voorfinale vertrokken, om zijn lied uit te zingen op de Vélodroom: Vermeersch werd tweede.
Beste resultaten
Parijs Roubaix
WK tijdrijden U23
5e BK tijdrijden
8e Circuit de Wallonie
16e E3 Saxo Bank Classic
Outsiders
Voor de titel van beste neoprof, zouden nog een aantal jongelingen in aanmerking kunnen komen. Na lang wikken en wegen zijn vijf van hen als laatste afgevallen. Daaronder twee renners van Jumbo-Visma: Tobias Foss en David Dekker. De 24-jarige Noor werd na een sterke Giro d’Italia knap negende in het eindklassement en ook in Tirreno-Adriatico kon hij met een vijftiende plek terugkijken op een degelijke ronde. Hij werd bovendien dubbel Noors kampioen. David Dekker begon het seizoen veelbelovend met twee tweede plekken en het puntenklassement in de UAE Tour, maar door pech bleef het daar eigenlijk ook bij.
Een terugkerend item in dit artikel is het effect van een grote ronde. Ook bij Samuele Battistella was dat goed te zien. De 23-jarige Italiaan van Astana-Premier Tech reed in mei de Giro d’Italia uit en begon in het najaar ook zijn stempel te drukken. Hij werd onder meer vierde in de Tour of Norway en de Coppa Bernocchi, om zijn tweede profjaar af te sluiten met winst in de Veneto Classic. Ook Filippo Zana brak door, nadat hij twee Giro’s uitreed. De 22-jarige Italiaan van Bardiani-CSF-Faizanè deed het op U23-niveau uitstekend, maar won bij de profs ook de Ronde van Tsjechië en hij werd vijfde in de Adriatica Ionica Race.
Zana won bij de beloften in de UCI Nation’s Cup de Vredeskoers en in de Ronde van de Toekomst werd de Italiaan derde. Prima resultaten, maar door zijn status als prof valt hij net een beetje tussen wal en schip: in het lijstje voor de beste belofte zou hij als prof niet in aanmerking komen en met alleen de Sazka Tour en de Adriatica Ionica Race viel hij net buiten de boot. En dan is er ook nog Juan Ayuso. De 19-jarige Spanjaard koerst sinds augustus voor UAE Emirates, maar hij maakte vooral op beloftenniveau enorm veel indruk. In dat lijstje had het Spaanse supertalent wél een plek gehad, in tegenstelling tot Zana.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.