Eindejaarslijstjes: De beste tijdrijder van 2016
De wielerwereld is in gedachte al bij het nieuwe wedstrijdseizoen. WielerFlits blikt heel de maand december terug op het wielerjaar 2016. Iedere dag een nieuwe terugblik en poll. Vandaag: De beste tijdrijder van 2016.
Tom Dumoulin
Zijn Nederlandse tijdrittitel was hij in 2015 kwijt aan Wilco Kelderman, maar een jaar later maakte Tom Dumoulin even duidelijk wie de beste Nederlandse renner tegen de klok is. Het rood-wit-blauw was in juni weer voor de Limburger van Giant-Alpecin. Hij behoort in deze discipline tot de wereldtop. Vroeg in het jaar moest Dumoulin de proloog van Parijs-Nice Michael Matthews nipt voor zich laten, waarna hij ook in de Ronde van Romandië twee tweede plaatsen bij elkaar reed.
In de Giro liet hij zich meteen gelden. Apeldoorn werd de plek waar Dumoulin, zij het nipt, de eerste roze trui mocht ophalen. In de tweede Giro-tijdrit had Moeder Natuur een te grote invloed. Vervolgens kwam de Tour, waar Dumoulin in topvorm verkeerde. In de chrono naar Pont d’Arc reed hij iedereen – inclusief Froome – op meer dan een minuut. De ‘klimtijdrit’ was dan weer een prooi voor Froome, gevolgd door Dumoulin op 21 tellen.
De inmiddels bekende valpartij leverde zorgen op voor hét hoofddoel van 2016: de olympische tijdrit. Het werd een nationaal gespreksonderwerp, de pols van Dumoulin. Met de goede benen uit de Tour en de gemankeerde pols was enkel Fabian Cancellara te snel. Dumoulin was niet te benijden toen hij het zilver omgehangen kreeg. Het oog ging daarna op het WK. De voorbereiding in de Eneco Tour was niet wat de Limburger ervan verwacht had en ook in Qatar wilde het niet vlotten. Een matige tijdrit resulteerde in een plek buiten de top tien.
Tony Martin
Pieken op het juiste moment, dat is hoe het tijdritjaar van Tony Martin beschreven kan worden. Gedurende het seizoen was hij veelvuldig op het podium te vinden tijdens tijdritten, maar enkel op het Duits kampioenschap en in de Tour of Britain mocht hij de zegebloemen in ontvangst nemen. In de Algarve, Tirreno-Adriatico, De Panne-Koksijde, de Belgium Tour en de Eneco Tour moest Martin buigen voor een ander.
Na zijn wereldtitels in 2011, 2012 en 2013 werd hij nog steeds aangezien als topper, maar het wilde maar niet lukken voor de stoomwals van Etixx-Quick-Step. Tot hij op 12 oktober al zijn duivels ontbond in Qatar. Hij liet weer de echte Panzerwagen zien en reed de rest op meer dan 45 seconden. Een teken dat de benen van Martin op 31-jarige leeftijd nog zeker niet te oud zijn.
Fabian Cancellara
Pieken op het juiste moment, dat is hoe het tijdritjaar van Fabian Cancellara beschreven kan worden. Ja, die zin hebben we net ook al gebruikt. Eens in de vier jaar is er naast een wereldkampioenschap nog een extra evenement waar bijzonder eremetaal te winnen is. Cancellara wist al dat hij ging stoppen, maar wilde nog één keer alles op alles zetten. In Rio kwam het er uit. 47 seconden was de voorsprong van Der Fabian na bijna 55 kilometer. Olympisch goud en meteen je carrière afsluiten. Chapeau.
Het was niet het enige succes voor de Beer van Bern in 2016. In de Ronde van de Algarve snelde hij naar de tijdritzege, en dat deed hij ook (weer) in Tirreno-Adriatico. In de Giro werd de Trek-Segafredo-coureur achtste en vierde in de twee tijdritten, om daarna in eigen land de proloog van de Ronde van Zwitserland te winnen. Daarna pakte hij met twee vingers in de neus ook nog de Zwitserse titel op dit onderdeel.
Chris Froome
De beste klassementsrenner van het jaar krijgt ook een nominatie voor de beste tijdrijder van 2016. En niet geheel ten onrechte. Froome kwam wat laat op gang wat betreft zeges in tijdritten. De eerste van het seizoen behaalde hij pas in de klimtijdrit tijdens de Tour de France. Eerder die ronde moest hij Dumoulin voor zich laten in een vlakkere tijdrit.
De vorm van de Tour de France nam Froomey mee naar Rio de Janeiro, waar hij tegen zijn eigen verwachting in brons pakte, op net iets meer dan een minuut van Fabian Cancellara. Een glimlach kon de Brit van Sky dan ook niet onderdrukken op het podium. Wat lof verdient, is het feit dat Froome na drie weken volle kracht in de Tour én de reis naar Rio, ook in de Vuelta een grootse vorm toonde. Zijn tijdritzege op weg naar Calp (ruim twee minuten sneller dan Quintana) bleek niet genoeg voor de dubbel Tour-Vuelta. De reis naar Qatar voor het WK liet Froome aan zich voorbijgaan.
Jonathan Castroviejo
Hij schurkt al lang tegen de top aan. Telkens is het net-niet voor Jonathan Castroviejo. Dit seizoen wist hij eindelijk eens een grote zege te pakken. Op het allereerste Europees kampioenschap in en rond Plumelec snelde de Spanjaard naar de titel. In juni was Ion Izagirre hem te snel af op het nationaal kampioenschap, maar dat gaf hem kracht om in Rio de Janeiro aan te tonen wel degelijk bij de top te horen.
Even leek het hem te gaan lukken. Een medaille zou er in moeten zitten. Tot Chris Froome over de streep kwam. Het verschil tussen olympisch brons en een olympisch diploma? Vier seconden. Een déja vu voor Castroviejo, die in 2015 op het WK ook al een medaille misliep op drie tellen. In de Vuelta werd hij tweede achter Froome in de lange individuele tijdrit, de ideale opmaat voor zijn Europese titel. Dat gaf de Bask hoop op een mooie plek op het WK in Qatar. In de woestijn reed hij naar een derde plaats. Stapje voor stapje groeit Castroviejo naar de tijdrittop, maar de echte stap naar het winnen tussen de groten moet hij nog nemen.
Outsiders
De renner die nog het dichtst bij een nominatie kwam, was Rohan Dennis. De Australiër werd nationaal kampioen tegen de klok, won in de Ronde van Californië een tijdrit en was in de olympische tijdrit op weg naar eremetaal, tot zijn stuur afbrak en hij genoegen moest nemen met een vijfde plek. Revanche wilde hij op het WK, maar daar werd het plek zes voor de Aussie. In de tussentijd had hij nog wel de tijdrit in de Eneco Tour gewonnen.
Om nog een tijdrijder eruit te pikken: Vasil Kiryienka. De Wit-Rus won in Richmond verrassend de wereldtitel, maar reed in 2016 een wereldkampioen-onwaardig jaar in tijdritten, enkele plaatsen in de top tien daargelaten. Hij leefde pas een jaar later op, uitgerekend op het WK. Daar pakte hij zilver. Als afsluiter ging hij nog wel met de zege naar huis in Chrono des Nations.
Stem!
[poll id=”389″]
Wel eens met Frits, maar geldt dat niet voor alle disciplines?
Behalve dat het een nederlander is kan ik echt niet begrijpen waarom hij zoveel stemmen heeft (met alle respect).
1e Volta ao Algarve em Bicicleta (2.1)
7e en 1e Tirreno - Adriatico (2.UWT)
8e en 4e Giro d'Italia (2.UWT)
1e en 3e Tour de Suisse (2.UWT)
1e National Championships Switzerland - ITT (NC)
23e en DNS Tour de France (2.UWT)
1e Olympic Games ITT (Olympics)
Dumoulin
2e Paris - Nice (2.UWT)
2e en 2e Tour de Romandie (2.UWT)
1e en 15e Giro d'Italia (2.UWT)
1e National Championships Netherlands - ITT (NC)
1e en 2e Tour de France (2.UWT)
2e Olympic Games ITT (Olympics)
3e Tour of Britain (2.HC)
14e en 7e Eneco Tour (2.UWT)
11e World Championships - ITT (WC)
"mus" dat jij het niet kan begrijpen, kan ik niet begrijpen (met alle respect)
"Pieken op het juiste moment, dat is hoe het tijdritjaar van Tony Martin beschreven kan worden.... Pieken op het juiste moment, dat is hoe het tijdritjaar van Fabian Cancellara beschreven kan worden. "
We noemen hier liever niet teveel namen.
Ik ga ook voor Fabian. Vanwege zijn mooie gouden plak maar ook als oeuvre-prijs.
Dit seizoen waren er 3 "afspraken" waar er voor de tijdrijders veel glorie te behalen viel. Het WK tel ik niet mee, omdat het onmogelijk was daar te pieken na Rio.
- Proloog Giro
- Tijdrit Tour
- Spelen Rio
Dumoulin scoort 1e, 1e en 2e.
Je kan dat 'te min' vinden, maar het is een score waar we in Nederland 25 jaar lang alleen maar van konden dromen.