Voor het eerst in de geschiedenis organiseert de UEC een Europees kampioenschap voor de profs. De renners strijden om een prachtig wit tenue met blauwe ringen en gele sterren. Donderdag zijn eerst de tijdrijders aan de beurt. WielerFlits blikt vooruit.

Historie
Sinds 1995 vindt er jaarlijks een EK Wielrennen plaats onder de auspiciën van de Union Européenne de Cyclisme, afgekort is dat UEC. Sindsdien is er altijd een wegwedstrijd voor beloftenmannen en -vrouwen georganiseerd. Later kwamen daar tijdritkampioenschappen bij en werd ook een juniorenstrijd toegevoegd. Vanaf 2016 komt daar eveneens een tak voor de profs bij. De winnaar van de tijdrit is dus de eerste elite-renner die ‘Europees kampioen’ achter zijn naam mag schrijven. Het EK zou dit jaar in eerste instantie plaatsvinden in Nice, maar die stad gaf de organisatie terug na de aanslagen op de Franse nationale feestdag. Nu wordt het evenement gehouden in Plumelec-Morbihan in de regio Bretagne.

In de twintig edities die reeds plaatsvonden, zien we tussen de beloften op de erelijst veel namen terug die nu deel uit maken van het profpeloton. Het valt wel op dat de échte toppers bij de mannelijke beloften en junioren ontbreken op het palmares. Voor Nederland behaalden tot op heden Mirella van Melis (2002), Marianne Vos (2006, 2007), Chantal Blaak (2009), Noortje Tabak (2010) en Sabrina Stultiens (2014) goud op de weg. In de tijdrit deden Ellen van Dijk (2008, 2009), Anna van der Breggen (2012), Corine van der Zijden (2012, junioren), Aafke Soet (2014, junioren) en Steven Lammertink (2015) hen dat na. Nederland was in 2006 (Heerlen) en 2012 (Goes) bovendien twee keer gastheer.

Parcours
De profs maken zich op voor een parcours van 44 kilometer. Zij gaan van start in het plaatsje Josselin, ten noordwesten van Plumelec. In die plaats is de finish op de lokale ronde die de profs aanstaande zondag ook moeten bedwingen tijdens de wegwedstrijd. Deze omloop is bekend van de GP de Plumelec-Morbihan, een 1.1-koers die hier jaarlijks in mei plaatsvindt. Vanuit Josselin gaat het eerst over glooiende wegen door het departement Morbihan, want echt vlak is het nooit. De laatste 1,8 kilometer moeten de renners nog de Côte de Cadoudal overleven, met een gemiddelde stijging van 5,8%. De eerste renner vertrekt donderdag om 14.00 uur, terwijl de laatste om 15.20 uur van het startpodium rolt.

Favorieten
Ondanks dat de eerste Europese titel voor de profs ooit op het spel staat, lopen de toprenners niet warm voor het evenement. Als we kijken naar de deelnemerslijst van de tijdrit, ontbreken bijvoorbeeld kleppers als Fabian Cancellara, Tom Dumoulin en Tony Martin. Ruimte dus voor anderen om eens een vette vis te scoren.

Het gemis van de wereldtop zorgt waarschijnlijk wel voor een leuk gevecht tussen renners die daar net onder staan. Wat dat betreft lijkt Jonathan Castroviejo de grootste kanshebber op goud. De tweevoudig Spaans kampioen tijdrijden (2013, 2015) benadert in deze discipline steeds dichter de wereldtop. Op het jongste WK Tijdrijden en de olympische race tegen de klok werd hij twee keer vierde, terwijl hij in lange individuele tijdrit tijdens de Vuelta a España enkel Chris Froome voor zich hoefde te laten. De renners door wie hij werd geklopt tijdens de genoemde drie tijdritten, zijn allemaal afwezig in Plumelec. Luis León Sánchez is de tweede afgevaardigde namens Spanje. Voor Castroviejo is het hopen dat hij de trui ook in wedstrijden mag dragen, al is zijn ploegleider Eusebio Unzué sowieso geen voorstander van aangepaste tenues.

Castroviejo kruist waarschijnlijk de degens met twee renners die elkaar tegenkwamen in de Giro d’Italia. Bob Jungels verraste daar vriend en vijand door als zesde te eindigen in het eindklassement. De 23-jarige Luxemburger droeg zelfs eventjes de leiderstrui, mede te danken aan zijn goede tijdritten aldaar. Later dit jaar mikt hij op de wereldtitel in Doha, waardoor dit EK in Plumelec een mooie testcase is. Ook Primož Roglič zorgde in Italië voor een daverende verrassing. De 26-jarige Sloveen van LottoNL-Jumbo miste op een haar na de leiderstrui in de openingstijdrit door Apeldoorn, maar sloeg anderhalve week later in de tijdrit door Chianti keihard toe. Zonder gegevensmeter op zijn fiets reed hij de concurrentie de vernieling in. De Sloveens kampioen tijdrijden realiseerde daarna in de Ronde van Polen (derde), op de Olympische Spelen (tiende) en in de Tour du Poitou Charentes (vierde) goede tijdritten.

In die laatste koers werd Roglič wel verslagen door Sylvain Chavanel. De 37-jarige Fransman zal in eigen land ongetwijfeld zijn beste beentje voor willen zetten. Hij werd in zijn carrière al driemaal Frans kampioen tijdrijden, dus mag La Machine hopen op eremetaal. Bij afwezigheid van de wereldtop een unieke mogelijkheid voor Chavanel. Steven Lammertink is na de afmelding van Stef Clement de enige Nederlandse afgevaardigde. Diens ploeggenoot Victor Campenaerts heeft op zijn beurt al een Europese titel op zijn naam. In 2013 was hij bij de beloften de beste tijdrijder van Europa. Bij LottoNL-Jumbo ontwikkelt de 24-jarige Belgisch kampioen tijdrijden zich gestaag verder. Hij komt bovendien met supercompensatie uit de Vuelta, net als zijn landgenoot Yves Lampaert.

Tijdens de Vuelta reed ook Tobias Ludvigsson na drie harde koersweken een puike lange tijdrit. Na Froome en Castroviejo eindigde hij als derde. De 25-jarige Zweed staat al jaren te boek als een tijdrittalent, maar winnen doet hij zelden. Getuige zijn Vuelta-vorm, kan de renner van Giant-Alpecin hier wel eens verrassen. Bij Zwitserland rekent men op Stefan Küng. De 22-jarige rasstylist beschikt over een sterke tijdrit, maar kon dat door pech nog niet echt tonen bij de profs. In zijn laatste jaar als belofte (2014) werd de renner van BMC wel Europees kampioen op de weg én in de tijdrit. Tijdens het jongste Zwitsers kampioenschap tijdrijden kwam hij nog zwaar ten val en brak daarbij zijn linker sleutelbeen en –bekken. Tegenover het Zwitserse Blick gaf hij eind augustus aan dat hij zich weer ‘helemaal fit’ voelt. De rouleur moet met zijn inhoud en op basis van zijn talent zeker direct mee kunnen strijden.

Italië levert met Moreno Moser en Fabio Felline ook twee kanshebbers op eremetaal af. Vooral de laatstgenoemde is in goede doen, getuige zijn winst in het puntenklassement van de Vuelta. Heel raar is dat niet, want de 26-jarige Italiaan is een alleskunner. Hij kan goed klimmen, heeft een sterk eindschot en beschikt over een prima tijdrit. Met Marcin Białobłocki heeft Polen een dark horse in huis. De 33-jarige renner van ONE heeft een behoorlijke tijdrit in de benen en zou in dit deelnemersveld zo maar eens kunnen verrassen. De Poolse powerhouse werd onlangs nog vijfde in de tijdrit tijdens de Ronde van Denemarken. Vorig jaar liet hij tijdens het WK Tijdrijden (negende) zien dat hij goed kan pieken. Naast de Pool staan er met Matthias Brändle, Anton Vorobyev, Jan Barta, Leopold König, Johan Le Bon, Patrick Gretsch, Ryan Mullen, Nelson Oliveira en Andriy Grivko nog een aantal outsiders aan de start die op een goede dag kunnen winnen.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Jonathan Castroviejo
*** Bob Jungels, Primož Roglič
** Sylvain Chavanel, Victor Campenaerts,  Tobias Ludvigsson
*   Stefan Küng, Fabio Felline, Marcin Białobłocki, Nelson Oliveira

Voorlopige deelnemerslijst (Organisatie); ieder land mag met twee renners starten
Website organisatie
Routekaart