Materiaalzone 
Fietstoerisme 
EK 2024: Voorbeschouwing tijdrit beloften mannen – Alec Segaert start met een Bjerg vertrouwen
Alec Segaert kan woensdag op het EK tijdrijden doen wat Mikkel Bjerg ooit op het WK deed: drie keer winnen in een beloftenperiode van vier jaar. De Belgische tweedejaars prof (21) won de afgelopen twee edities en is nu de torenhoge favoriet. Wie kan het hem woensdag 11 september lastig maken? WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Laatste winnaars UEC Road European Championships TT U23
Vorige editie
Segaert toont zijn medaille en trui in Emmen vorig jaar – foto: Cor Vos
Parcours
Woensdag 11 september, EK tijdrijden mannen: Heusden-Zolder – Hasselt (31,2 km)
Het parcours van het Europees kampioenschap tijdrijden is dit jaar relatief lang: 31,2 kilometer. Dat is langer dan de voorbije jaren. In 2016, 2017 en 2018 moesten de renners steeds meer dan 45 kilometer afleggen, maar de laatste edities kwam de afstand nooit boven de dertig kilometer uit. In Emmen (2023) was de route 28,7 kilometer lang, in Fürstenfeldbruck (2022) 24 kilometer, in Trento (2021) 22,4 kilometer, in Plouay (2020) 25,6 kilometer en in Alkmaar (2022) ook 22,4 kilometer.
Voor de rest valt er over het parcours niet heel veel te zeggen. Het aantal hoogtemeters (slechts 135) laat zien dat het traject overwegend vlak is. Na de start in Heusden-Zolder volgt eerst wel een wat technischere passage, maar na enkele kilometers is het meeste bochtenwerk al achter de rug. Het is dan vooral rechttoe-rechtaan naar Hasselt, in zuidwestelijke richting. De grote motoren zullen hun kracht hier prima kwijt kunnen.
Start (eerste renner): 
13.15 uur
Finish (laatste renner): tussen 14.30 en 14.40 uur
Favorieten
Het is een jammerlijke tendens die zich de laatste jaren steeds verder voortzet: er zijn amper meer tijdritten op beloftenniveau en ook bij de junioren houdt het niet over. Wel zijn er een aantal prologen geweest, maar dat is eigenlijk geen graadmeter voor een kampioenschap. De echte specialisten zoeken en vinden in dit werk, is heel lastig. Ook voor deze preview. Er zijn sommige coureurs bij die op het eigen nationale kampioenschap na geen tijdrit hebben gereden dit jaar. Desondanks zijn er genoeg aanleidingen om een gedegen uiteenzetting van de favorieten te maken.
Alec Segaert – foto: Cor Vos
De topfavoriet staat in ieder geval onomwonden vast. Alec Segaert won de laatste twee edities met overmacht. De 21-jarige Belg is echter al bijna twee voltallige seizoenen prof bij Lotto Dstny en is deze categorie ontgroeid. In eigen land maakt hij de veilige keuze om zijn titel bij de beloften te verdedigen, in plaats van te starten bij de profs. Wat ook prima te rechtvaardigen was geweest, want op het Belgisch kampioenschap voor profs veroverde hij in juni zilver en eind augustus won hij nog de individuele tijdrit in de Renewi Tour. Segaert is aan zijn stand verplicht om te winnen. Iets anders dan goud zou voor hem een teleurstelling zijn en mag je de bondscoach op afrekenen.
Zijn grote uitdager is een Zweed. Op U23-niveau was Jakob Söderqvist dit jaar met afstand de beste tijdrijder. De 21-jarige renner van Lidl-Trek U23 komt uit het mountainbiken en werd als junior nog kampioen van zijn land. Na de zomer van 2022 besloot hij zich meer op weg de te focussen en daar bleek hij veel meer talent voor te hebben. Op het WK tijdrijden U23 vorig jaar in Glasgow werd hij al verrassend zevende.
Kort daarna won Söderqvist de Flanders Tommorow Tour na een sterke chrono. Dit jaar was hij de beste in de openingstijdrit (8,8 kilometer) van de Giro Next Gen en won hij de individuele tijdrit (18,3 km) in de Flèche du Sud, voor Nils Sinscheck en Pim Ronhaar. Ook werd hij derde in de proloog van de Tour de l’Avenir en – tussen de profs, na Mads Pedersen – tweede in die van de Tour de la Provence. Bovendien werd hij in juni Zweeds kampioen tijdrijden bij de elite mannen.
Jakob Söderqvist – foto: Steel City/Sam Needham
Zwitserland staat bekend om hun uurwerken en leverde in het verleden dan ook echte tijdritspecialisten af. Nu kan Fabian Weiss (22) veel meer dan dat alleen, maar tijdrijden is ook zeker zijn ding. Hij is drievoudig Zwitserse kampioen bij de beloften in die discipline en werd op het EK in 2022 al eens vierde. Dat jaar werd hij ook twaalfde op het WK, waar hij vorig jaar strandde op slechts een 24ste plek. Wel werd hij begin 2023 twaalfde in een volledig vlakke tijdrit in de Internationale Wielerweek Coppi & Bartali. Dit jaar werd Weiss derde in de openingschrono van de Giro Next Gen en vierde in de proloog van de Tour de l’Avenir. Hij aast op een medaille.
Er gaan steeds vaker stemmen op om de beloftencategorie af te schaffen, omdat jonge renners op steeds vroegere leeftijd profrenner zijn. Robin Orins bewijst het tegendeel. De 22-jarige Belg was geen hoogvlieger bij de junioren en in zijn eerste twee jaar als belofte stapelde hij de topresultaten ook nog niet op. Meer daarover in de voorbeschouwing op de wegwedstrijd later deze week. Orins is de huidige Belgisch kampioen tijdrijden bij de beloften en won op nationaal niveau in maart de Testtijdrit in Borlo en begin deze maand de Memorial Igor Decraene. Begin mei werd hij derde in de tijdrit (13,7 kilometer) in het Internationale Beloftenweekend in Sluiskil.
Markel Beloki – foto: Cor Vos
Op beloftenkampioenschappen is het altijd oppassen geblazen voor jonge renners die al prof zijn en dus geen graadmeter hebben binnen de U23-kaders. Zo’n renner is Markel Beloki, de zoon van meervoudig Tour-podiumklant Joseba. De 19-jarige Spanjaard is op papier nog eerstejaars belofte, maar rijdt al in de WorldTour bij EF Education-EasyPost. Op het EK voor junioren werd hij vorig jaar zevende. Dit seizoen reed hij alleen tijdritten in de UAE Tour (34ste) en de Ronde van het Baskenland (51ste) van respectievelijk tien en twaalf kilometer. Maar toch: op het Spaans kampioenschap voor profs werd Beloki over een afstand van 33 kilometer tweede met een gemiddelde van ruim 51 kilometer per uur, voor titelverdediger Raúl García en Oier Lazkano.
De Italianen brengen ook in iedere generatie goede tijdrijders voor. Denk aan Filippo Ganna, regerend U23-wereldkampioen Lorenzo Milesi en – weliswaar een iets minder goed voorbeeld – voormalig Europees kampioen bij de junioren Andrea Piccolo. Andrea Raccagni Noviero is niet van dat kaliber, maar ontwikkelt zich wel erg sterk de laatste vier jaar. De 20-jarige Italiaan van Soudal-Quick-Step Devo werd tweede in de proloog van de Istrian Spring Trophy en de openingstijdrit van de Giro Next Gen. Daarnaast werd hij Italiaanse kampioen tijdrijden U23 en was hij eind vorige maand nog negende in de klimproloog van de Tour of West Bohemia.
Wessel Mouris – foto: Cor Vos
Ook Nederland mag hopen op eremetaal, ondanks het ontbreken van een pure specialist. Wessel Mouris is namelijk een heel sterke allrounder die op meerdere terreinen uit de voeten kan. De 21-jarige Noord-Hollander van Metec-Solarwatt heeft net als Orins al zijn beloftenjaren nodig gehad om te groeien tot het niveau waarop hij nu acteert. Vorig jaar werd Mouris pas zeventiende op het EK tijdrijden, maar de verwachting is dat hij het nu beter doet. In juni werd hij Nederlands kampioen in deze discipline. Daarnaast reed hij een sterke chrono (negende) in de ZLM Tour, tussen de profs. Ook was hij iets sneller dan Raccagni Noviero in die Tsjechische klimproloog.
Litouwen bracht in het verleden gerenommeerde tijdrijders groot als Ramūnas Navardauskas en de nog altijd actieve Ignatas Konovalovas. Zij lijken een opvolger te krijgen, vooral ook al omdat Aivaris Mikutis met twee nationale titels bij de elites jaagt op het record van laatstgenoemde (vijf stuks). De laatstejaars belofte rijdt voor de opleidingsploeg van Tudor en zal binnen die structuur de komende twee seizoenen ook zijn profdebuut beleven. Mikutis werd vorig jaar in Emmen vijfde op het EK tijdrijden U23 en een maand later zevende in Chrono des Nations. Onlangs was ook hij actief in de klimproloog van West Bohemia (vijfde). In de Giro Next Gen-tijdrit werd hij dertiende.
Kacper Gieryk – foto: Cór Vos
Derdejaars U23 Kacper Gieryk heeft in al zijn seizoenen de Poolse titel tijdrijden gepakt bij de beloften. Vorig jaar reed hij nog in Nederland bij clubteam JEGG-De Jonge Renner. Zij stuwden hem naar het niveau waarmee hij als zevende eindigde op het EK én daarna de Chrono des Nations U23 won. Dit jaar rijdt hij weer in Poolse dienst. Eerst voor clubteam TC Chrobry Scott Głogów en sinds 1 juli voor het continentale Lubelskie Perła Polski. Namens de nationale selectie reed hij vorige maand nog de Ronde van Polen, waar hij als 56ste eindigde in de klimtijdrit. Dat zegt niet zo veel, maar je kunt er vergif op innemen dat Gieryk er woensdag zal staan in Belgisch Limburg.
Onze laatste ster gaat naar Niklas Behrens. De 20-jarige Duitser rijdt nu nog bij de opleidingsploeg van Lidl-Trek, maar maakt komend seizoen zijn profdebuut bij Visma | Lease a Bike. Het verhaal van Behrens is bijzonder: in zijn jeugd was hij zwemmer en later triatleet. Pas eind 2021 besloot hij te gaan wielrennen. Daarna is het hard gegaan. Hij rijdt dit seizoen heel aardige resultaten en hoewel hij op de tijdritfiets nog een wat onbeschreven blad is, pakte hij wel zilver op het Duits kampioenschap tijdrijden U23 (30,6 km) achter Tim Torn Teutenberg. In de proloog van de Ronde van Oostenrijk werd hij tussen de profs zevende en in de jongste Ronde van de Toekomst werd hij na ruim zeven kilometer achtste. Bij hem geldt alles of niets.
Outsiders
Elmar Abma – foto: Cor Vos
De plek van Behrens in deze voorbeschouwing had even zo goed naar een aantal andere mannen kunnen gaan. Denk bijvoorbeeld aan de Italiaan Nicolas Milesi (geen familie van), die twaalfde werd in de tijdrit van de ZLM Tour. Of aan Mateusz Gajdulewicz, die op een goede dag ook tot een mooie ereplaats in staat moet zijn. En wat te denken van krachtpatser Elmar Abma? De boomlange Nederlander kan op dit parcours zijn kracht goed kwijt. Met tweedejaars prof Fabio Christen, Axel Källberg (Finland), ex-prof Trym Holther (Noorwegen) en Adrian Stieger (Oostenrijk, onlangs nog zesde in de proloog van Tour de l’Avenir) zijn er nog een paar man voor de top-10.
Toch willen we hier graag nog drie namen uitlichten, te beginnen met de Cyprioot Bogdan Zabelinskiy. Dat klinkt niet meteen als een naam uit het Middellandse Zee gebied en dat klopt. Het is namelijk de zoon van tweevoudig olympisch medaillewinnaars Olga Zabelinskaya en dus ook de kleinzoon van Serguei Soukhoroutchenkov, tweevoudig winnaar van de Tour de l’Avenir én olympisch goud op de weg in Moskou (1980). De 19-jarige Cyprioot is eerstejaars belofte en rijdt voor de opleidingsploeg van Soudal-Quick-Step. Hij heeft een behoorlijk goede tijdrit in de benen.
Matthias Schwarzbacher – foto: Cor Vos
Dan naar Henrik Pedersen (19), de huidige Europees kampioen op de weg. Hij eindigde in de proloog van de Tour de l’Avenir als zevende en werd op het Deens kampioenschap voor profs zesde. De hardrijder zou in dit veld best eens kunnen verrassen. Tot slot is er nog Matthias Schwarzbacher. Je zou denken dat het een Duitser is, maar het is een 18-jarige Slowaak. Hij crosst en mountainbiket, terwijl hij in zijn jeugd ook aan biatlon deed. Vorig jaar was hij veertiende op het WK tijdrijden voor junioren, maar onlangs was hij wel de beste in de klimproloog van Tour of West Bohemia. Ook in andere prologen kwam hij dit jaar goed voor de dag. Is hij de grote dark horse?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Alec Segaert
*** Jakob Söderqvist, Fabian Weiss
** Robin Orins, Markel Beloki, Andrea Raccagni Noviero
* Wessel Mouris, Aivaris Mikutis, Kacper Gieryk, Niklas Behrens
Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)
Weer en tv
Het blijft woensdag fris in Vlaanderen: het kwik stijgt tot maximaal 15 graden Celsius. Bovendien is de kans op neerslag met zo’n 90% behoorlijk groot. De zon zal zich wel geregeld laten zien, maar bij momenten is het ook bewolkt. De wind (3 Beaufort) komt uit het westen.
Het EK tijdrijden is live te zien bij Eurosport 1 en Sporza (VRT1). Online is de koers te volgen op HBO Max en Discovery+. Bekijk alle tv-zenders en de exacte uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.