EK 2024: Voorbeschouwing wegrit beloften mannen – Een massasprint? Vergeet het!
Bij de profs is het meest gangbare scenario voor de wegwedstrijd op het EK wielrennen op de weg dat het waarschijnlijk uitmondt in een veredelde massasprint. Normaal is de wedstrijd voor beloften een goede graadmeter. Maar dit keer niet. Er staan amper pure sprinttalenten aan het vertrek en dus kunnen we – traditiegetrouw – een attractieve koers verwachten. WielerFlits blikt vooruit op de koers van vrijdag!
Historie
Laatste winnaars UEC Road European Championships U23
Laatste editie
Parcours
Met 162 kilometer (bijna 170 kilometer, inclusief neutralisatie) is dit de langste EK-wegrit voor beloften in tien jaar tijd; in 2014 lag de afstand in en om Nyon over de 170 kilometer. Ongewoon voor het Europees kampioenschap, dat zich juist probeert te onderscheiden met een kortere kampioenschapskoers. Hoe het ook zij, er staat dus een lange koers op het programma, met enkele hellinkjes en zelfs kasseienstroken.
Na dik 25 kilometer draaien de renners voor het eerst het lokale circuit van Hasselt op. Na twee finishpassages trekt de karavaan richting de heuvelzone. Of ja, heuvelzone, het rondje met de twee hellingen die de coureurs voor de kiezen krijgen. Veel stellen de Kolmontberg en de Zammelenberg niet voor, maar in combinatie met de kasseienstroken op het rondje tussen Borgloon en Tongeren liggen er echt wel wat mogelijkheden om er een interessante koers van te maken.
Uiteindelijk gaan de beloften na de twee zogenoemde Limburg-rondjes weer richting Hasselt. In het verbindingsstuk richting het afsluitende circuit wachten nogmaals de stuiterdreef langs het kasteel van Printhagen, waardoor het aantal kilometers kasseien op 6,7 kilometer uitkomt.
Op 22,7 kilometer van de finish wordt het rondje Hasselt bereikt. Na de laatste bocht op circa drie kilometer van de meet gaat het over brede wegen richting de finish op de Koning Boudewijnlaan: ideaal voor snelle mannen óf een late uitval.
🏁30,2 km — Eerste finishpassage
🏁44,4 km — Tweede finishpassage
🪨56,5 km — Printhagendreef (500 m kasseien)
🪨69,3 km — Manshoven (1300 m kasseien)
🪨73,5 km — Op de Kriezel (1550 m kasseien)
⛰️87,3 km — Kolmontberg (800 m à 4,5%, max 6,5%)
⛰️89,4 km — Zammelenberg (800 m à 4,3%, max 5,4%)
🪨101,7 km — Manshoven (1300 m kasseien)
🪨105,9 km — Op de Kriezel (1550 m kasseien)
⛰️119,7 km — Kolmontberg (800 m à 4,5%, max 6,5%)
⛰️121,8 km — Zammelenberg (800 m à 4,3%, max 5,4%)
🪨133,7 km — Printhagendreef (500 m kasseien)
🏁147,8 km — Derde passage aankomst
🏁162 km — Finish
Vrijdag 13 september: Heusden-Zolder – Hasselt (162 km)
Start: 13.30 uur (13.45 uur officiële start)
Finish: tussen 17.15 en 17.35 uur
Favorieten
In vergelijking met de wedstrijd voor elite mannen, koersen de beloften goed anderhalf uur minder. De koers is namelijk zestig kilometer korter. De finale is wel identiek, met de laatste helling op 35 kilometer tot de finish. Daarin is het – behoudens dus de kasseien van de Printhagendreef – overwegend vlak tot in Hasselt. Een (veredelde) massasprint lijkt op papier het meest logische scenario, maar dat gaan we bij de beloften niet krijgen. Daarvoor staan er veel te veel goede aanvallers aan de start, die de koers waarschijnlijk al op het Limburg Circuit zullen beslissen.
Een van de grootste kanshebbers op goud huist bij Duitsland. Tim Torn Teutenberg is niet bang om te koersen. Hij won vier wegkoersen dit jaar, waaronder het klassement in Olympia’s Tour en Parijs-Roubaix U23. Ook in rittenkoersen als Tour de Bretagne, Flèche du Sud en de Giro Next Gen kwam TTT goed voor de dag. Onlangs maakte hij ook een sterke indruk in de Ronde van Denemarken en afgelopen weekend was hij nog derde in de GP Rik van Looy. Hem er af rijden op dit parcours is heel lastig, de ellende voor de concurrentie is dat de toekomstig prof van Lidl-Trek een ijzersterk eindschot heeft. Met Niklas Behrens heeft Teutenberg ook een sterke ploegmaat.
In de breedte beschikt België over de sterkste ploeg. Het thuisland vaardigt een ijzersterke formatie af, met tweedejaars prof Alec Segaert als voornaamste kanshebber. Hij was dit jaar al de beste in de GP Criquelion (UCI 1.1), werd zevende in de Baloise Belgium Tour, heel sterk tweede in de Renewi Tour (WorldTour) en hij werd woensdag natuurlijk Europees kampioen tijdrijden – met een snellere tijd dan Edoardo Affini bij de profs. Eigenlijk is Segaert het ook hier aan zijn stand verplicht om te winnen. Het probleem is alleen dat de koers daarvoor misschien niet zwaar genoeg is. Zijn sprint is niet de allerbeste en dus zal hij alleen moeten aankomen.
Maar: dat weet de concurrentie ook. Dat kan voor Segaert zelf een nadeel zijn, want alle andere concurrenten zullen hem viseren. Dat biedt echter kansen voor de andere sterke Belgen, zoals bijvoorbeeld nationaal U23-kampioen Sente Sentjens, de piepjonge Steffen De Schuytteneer (die aan een fantastisch seizoen bezig is) en man-in-vorm Lars Vanden Heede. Maar vooral voor Robin Orins, die op ieder terrein uit de voeten kan. Hij won dit jaar Omloop Het Nieuwsblad U23, werd tweede in Luik-Bastenaken-Luik U23, derde in Parijs-Roubaix U23 en onlangs ook nog tweede in de Hel van Voerendaal in de U23 Road Series. Op dit EK-parcours is hij levensgevaarlijk.
Profs zoals Segaert die hier meedoen, hebben altijd een voordeel vanwege de inhoud die ze kweken in de zware WorldTour- en ProSeries-wedstrijden. Kijk dan ook niet verbaasd op als Matyáš Kopecký (Tsjechië), Fran Miholjević (Kroatië) of Martin Svrcek (Slowakije) plots komen bovendrijven. Wie dat sowieso wel zal doen, is Fabio Christen. De 22-jarige Zwitser is al twee seizoenen prof bij Q36.5 Pro Cycling en rijdt de laatste drie maanden op een constant hoog niveau. Zo werd hij in augustus nog vijfde in de Arctic Race of Norway, achtste in de Deutschland Tour en derde in de Muur Classic Geraardsbergen. Christen zal het sowieso gaan proberen.
Dat geldt ook voor de regerend Europees kampioen, Henrik Pedersen. Waar het vorig jaar toch wel een verrassing was dat de nu 19-jarige Deen de titel pakte, heeft hij die trui in 2024 wel eer aan gedaan. Dat begon in maart in Nederland, met een derde plek in de Dorpenomloop Rucphen en een vierde plaats in Olympia’s Tour. Daarna zagen we Pedersen – die de komende jaren prof is bij Uno-X Mobility – een tijdje minder frequent in beeld, maar de laatste weken duikt hij weer op. Hij won de eerste etappe in de Tour de l’Avenir vanuit de vroege vlucht en hij smeet afgelopen zondag nog met zijn krachten in de GP Stad Halle. Was dat een voorbode voor vrijdag?
Slovenië is misschien wel hét land van 2024 in het mondiale wielrennen. Met Tadej Pogačar en Primož Roglič wonnen ze alle grote rondes. Maar ook qua opvolging lijkt het goed te zitten. Mocht deze koers toch op een sprint uitdraaien, dan hebben ze met Žak Eržen en Anže Ravbar (die vorig jaar het EK voor junioren won op de VAM-berg) twee voorname kanshebbers voor eremetaal. Maar ook als de aanvallers de dienst uitmaken hebben ze een sterke kaart om mee te spelen in de persoon van Gal Glivar (22). Hij heeft een na een lastige wedstrijd ook een sterk eindschot. Hij lijkt meer gemaakt voor heuvelklassiekers, maar was in Gent-Wevelgem U23 wel zevende.
In al het aanvalsgeweld van met name klassiekerrenners, mag ook Nederland hopen op een hoofdrol. Met Wessel Mouris, Jesse Kramer en vooral de ijzersterke Huub Artz hebben de oranjehemden meerdere ijzers in het vuur. Na een lastige koers is Artz bovendien niet traag, getuige zijn vele ereplaatsen dit jaar. Hij won onder meer Gent-Wevelgem en een rit in de Giro, maar sindsdien ontbreken de korte uitslagen. Wat dat betreft kwam Tibor Del Grosso de laatste weken iets beter uit de verf. De Nederlands kampioen U23 won eerder dit jaar de GP New York City en kan rekenen op een sterk eindschot. Del Grosso lijkt nu Nederlandse grootste troef.
Bij Denemarken kunnen ze op twee paarden wedden. Pedersen zal zijn huid als titelverdediger ongetwijfeld duur verkopen, maar ze hebben ook nog de pijlsnelle Rasmus Søjberg Pedersen achter de hand. Eind juni werd hij zelfs Deens kampioen bij de elites. De 22-jarige renner van de opleidingsploeg van Decathlon AG2R La Mondiale won daarnaast twee ritten en werd tweede in Olympia’s Tour, hij werd tweede in Gent-Wevelgem voor beloften en Pedersen zegevierde ook in de GP Herning. Dat is tegenwoordig een Deense 1.2-koers over onverharde stroken, waar hij onder meer sneller was dan Jelte Krijsen. In de slotrit van de Tour of Britain werd de Deen tweede.
Ook de Fransen en de Italianen kunnen terugvallen op kanshebbers voor het eremetaal. Frans kampioen Noa Isidore moet zich op dit parcours ook als een vis in het water voelen. De 19-jarige ploeggenoot van Pedersen bij Decathlon AG2R La Mondiale U23 was al vroeg op het seizoen op dreef in Kroatië, waar hij onder meer de Istrian Spring Trophy won. In La Route Adelie werd hij met het WorldTeam van de Franse equipe ook al achtste. Eind augustus pikte hij aan met een tweede plek in de Ronde van de Achterhoek, maar reed hij vooral een erg sterke Tour of Britain. Isidore kan bovendien rekenen op de steun van de sterke Pierre-Henry Bassett en de snelle Matys Grisel.
De Squadra Azzurra heeft ook meerdere opties. Hun voornaamste paard om op te wedden is Juan David Sierra. De 19-jarige weg- annex baanwielrenner droomt van de Ronde van Vlaanderen en kan met zijn kwaliteiten ook in Belgisch Limburg een heel eind komen. Vorig jaar zesde op het EK en vierde op het WK voor junioren. Sierra weet dus hoe hij een kampioenschap moet aanpakken. Hij verteert makkelijk heuveltjes en heeft daarna nog een sterk eindschot. Hij sprintte naar ritwinst in bijvoorbeeld de Tour de la Mirabelle (Pim Ronhaar werd daar derde) en afgelopen weekend was hij bij de pinken in de GP Rik Van Looy (zevende) en de GP Stad Halle.
Outsiders
Veel outsiders voor de titel zijn al gepasseerd. We denken vanuit Belgisch oogpunt dan vooral aan De Schuytteneer en Vanden Heede, waar Nederland ook kan rekenen op Mouris en met name Artz. Maar ook van een Behrens en de profs in dit deelnemersveld verwachten we een significante rol. Datzelfde geldt voor Jakob Söderqvist uit Zweden. Hij werd eindwinnaar van de Tour de Bretagne, wat dezelfde kwaliteiten vraagt als dit parcours. Mede-Scandinaviër Morten Aalling Nortøft kan ook in meerdere scenario’s toeslaan.En dan zijn er ook nog jongens als Marco Schrettl (Oostenrijk), Mathieu Kockelmann (Luxemburg) en Mathias Schwarzbacher (Slowakije).
Ook Halvor Dolven (Noorwegen) en Aivaris Mikutis (Litouwen) kunnen in een scenario van een klein groepje profiteren van de meer gearriveerde namen. Maar er is ook nog een scenario waarbij het wél kan uitdraaien op een sprint met een omvangrijke groep. Slovenië staat dan paraat met dus Eržen en Ravbar, terwijl dan ook Griekenland mag hopen op de snelle benen van Nikiforos Arvanitou.
Maar als we gaan sprinten moeten we vooral Italië in de gaten houden. Zij brengen onder meer Lorenzo Conforti en Manuel Oioli aan de start. Én Alberto Bruttomesso. Hij is prof bij Bahrain Victorious en rijdt daar vooralsnog anoniem rond. Maar de 20-jarige sprinter won vorig jaar wel met regelmaat massasprints en mag je hier niet onderschatten. Hij is de dark horse.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Tim Torn Teutenberg
*** Alec Segaert, Fabio Christen
** Henrik Pedersen, Robin Orins, Gal Glivar
* Tibor Del Grosso, Rasmus Søjberg Pedersen, Noa Isidore, Juan David Sierra
Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)
Weer en TV
Volgens Weeronline krijgen de beloften vrijdagmiddag redelijk goed weer. Het kwik stijgt tot zo’n 15 graden Celsius, wat niet heel warm is in vergelijking met twee weken geleden. Wel voorspelt het weerstation aan het eind van de middag wat buien en dat zal vast zijn pijl op de koers trekken. De wind (2-3 op de schaal van Beaufort uit voornamelijk het westen) zal van weinig invloed zijn op het koersverloop.
De wegrit voor beloftemannen is online te bekijken bij Sporza. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.