Eli Iserbyt begint in Albstadt aan de weg naar Parijs ’24: “Hele zware uitdaging”
© Cor Vos
Nico Dick
zondag 8 mei 2022 om 06:45

Eli Iserbyt begint in Albstadt aan de weg naar Parijs ’24: “Hele zware uitdaging”

Interview De wereldtop van het mountainbiken is dit weekend te gast in het Duitse Albstadt, waar de tweede Wereldbeker van het seizoen op de kalender staat. Tussen al die toppers ook de nummer één van de UCI-veldritranking. Eli Iserbyt (24) gaat immers een nieuwe uitdaging aan, met een ticket voor de Olympische Spelen als ultieme doel. “Maar dat wordt een bijzonder moeilijke klus”, beseft hij nu al.

Zelf mocht Eli Iserbyt vrijdag niet deelnemen aan de shorttrack-wedstrijd in Albstadt. Die competitie is weggelegd voor de top-40 van de UCI-ranking en daar maakt Iserbyt (voorlopig op plek 697) logischerwijze geen deel van uit. De West-Vlaming zag Sam Gaze winnen. Olympisch kampioen Tom Pidcock werd 8ste.

Gelukkig paste de UCI de voorbije winter het reglement aan. Wie in een andere discipline in de top tien van de ranking staat, mag in de Wereldbeker van start vanop rij vijf. Als leider in de CX-ranking komt Iserbyt, net als Daan Soete overigens, daarvoor in aanmerking. “Gelukkig, anders stond ik misschien op de twaalfde of dertiende rij”, lacht de West-Vlaming.

De wedstrijd is pas zondag, maar je bent al sinds woensdag ter plekke in Albstadt. Dat is wel heel vroeg.
“Ik maak deel uit van de Belgische selectie, en die vertrekt integraal op woensdag. Maar dat is ook geen overbodige luxe. Ik heb een week stage op Mallorca achter de rug, waar ik alleen op de wegfiets trainde. Die extra dagen zijn ideaal om opnieuw in het ritme te komen en te wennen aan de fiets. Daarnaast is het goed het parcours uitgebreid te verkennen. Dat is minder nodig in het veldrijden.”

Heb je de voorbije dagen al wat opgestoken van die parcoursverkenningen?
“Absoluut. Bondscoach Filip Meirhaeghe nam me al een paar keer op sleeptouw, kwestie van de nodige aandacht te besteden aan een aantal stroken. Af en toe kruip ik ook zelf in het wiel van de meer ervaren mountainbikers  en daar steek je ook veel van op. Wat? Vooral de lijnen die je moet rijden. Dat is voor mij nog niet evident. Ik kijk nog niet ver genoeg voor mij uit. Letterlijk dan. Daardoor ga ik sneller – te snel – afremmen, waardoor je kostbare tijd verliest. Dat is een van de werkpunten.”

Je hebt intussen een drietal kleinere wedstrijden achter de rug. Zijn die meegevallen?
“Die twee wedstrijden in Turkije, aansluitend op mijn crossseizoen, verliepen heel goed. De laatste wedstrijd, in Frankrijk, viel tegen omdat de conditie allesbehalve oké was. Ik had toen pas de trainingen hervat. Het was ook aanpassen op de fiets. Op de steile hellinkjes had ik wat last van de rug. Maar hoe meer ik op de mountainbike zit, hoe beter. Zondag verwacht ik wat dat betreft geen problemen.”

Wat is het grootste verschil met het veldrijden?
“Je kan beide disciplines niet vergelijken. De cross is een uur explosiviteit. Daarin kan je af en toe nog eens profiteren van je voorganger. In het mountainbiken duren de inspanningen veel langer. Zowel het klimmen als het dalen. Tijdens die daalmomenten probeer je de verzuring uit de benen te krijgen. Nee, mountainbiken op het allerhoogste niveau is niet te vergelijken met een cyclocross.”

“Maar het is wel plezant, ook omdat je andere delen/aspecten van je lichaam ontwikkelt. En conditioneel verleg je je grenzen omdat een mountainbike-wedstrijd anderhalf uur duurt in plaats van een uur. Het lijkt maar een half uurtje langer, maar dat is immens veel. Misschien haal ik daar tijdens de winter ook wel mijn voordeel uit, ben ik in de finale iets frisser.”

Hoe ver sta je vandaag al in deze discipline?
“Dat is nog totaal nieuw, hé. Ik heb geen ervaring vanuit de jeugd. Daarom krijg ik veel feedback van de bondscoach. Hij weet ook dat ik quasi vanaf nul begin. Maar het is niet slecht om een keer met beide voeten op de grond te komen en van onderaan de ladder te moeten starten.”

Eli Iserbyt tijdens de veldrit in Brussel – foto: Cor Vos © 2022

Heb je je wel een doel gesteld voor deze eerste Wereldbeker?
“Ja. Ik heb een top 25-plaats vooropgesteld. Ja, dat is zeer ambitieus, maar ik vond dat ik een doel moest stellen. Na Albstadt kan ik dat – voor Nove Mesto volgende week – bijstellen indien nodig. Voor hetzelfde geld word ik straks 50ste of 60ste.”

Ben je conditioneel in orde?
“Ik denk dat ik hier in deze periode van het jaar in de best mogelijke omstandigheden kan starten. We hebben met de ploeg (Pauwels Sauzen-Bingoal, red) goed gewerkt op Mallorca. Ik ben natuurlijk nog geen honderd procent. Pas tegen de zomer, wanneer ik de Wereldbeker in Leogang betwist, zal ik echt in topvorm zijn. Maar ik voel me goed.”

Hoop je morgenavond ook al wat wijzer te zijn wat betreft jouw ambitie om de Spelen te halen?
“Dat hoop ik wel. Ik ben ook al wijzer geworden na die wedstrijden in Turkije en Frankrijk. Laat ons zeggen dat ik intussen al besef dat Parijs halen een bijzonder moeilijke uitdaging wordt. Ik zal, op zijn West-Vlaams gezegd, mijn tenen moeten uitkuisen. Maar dat is niet slecht. In de cross gaat het soms allemaal wat té vanzelfsprekend. Goed dat ik hierin mijn grenzen kan verleggen.”


Hoeveel startplaatsen België in 2024 krijgt toebedeeld op de Olympische Spelen, hangt af van de prestaties de komende twee jaar. Hoe meer punten de renners pakken, hoe hoger België als land klimt op de UCI-ranking. Momenteel staat België pas zestiende, goed voor amper één plek. Pas de top 8-landen mogen twee renners afvaardigen, de top drie krijg een derde ticket. Pierre De Froidmont en Jens Schuermans zijn momenteel met voorsprong de beste Belgen in de ranking, daarnaast maken ook Eli Iserbyt en Daan Soete een doel van de Spelen.

Lees ook: Daan Soete hoopt op meer steun van Belgian Cycling in zijn jacht op Olympisch ticket

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.