Eli Iserbyt mengt zich in discussie: “Wereldbeker zonder startgeld is onbetaalbaar”
Eli Iserbyt heeft gereageerd op de uitspraken van Tomas Van Den Spiegel. De CEO van Flanders Classics, die de Wereldbeker veldrijden organiseren, stelde het startgeld in het veldrijden in vraag. “Het prijzengeld of de onkosten zouden dan stevig omhoog moeten”, zei Iserbyt daarover.
In een interview met Het Laatste Nieuws blikte de crosser van Pauwels Sauzen-Bingoal eerst nog vooruit op de komende crossen. “De Koppenbergcross is de belangrijkste voor mij, daarna komt het EK veldrijden in Namen. De Wereldbeker in Maasmechelen staat op drie. Indien ik de eerste drie wereldbekermanches niet gewonnen had, was het andersom geweest. Nu heb ik al wat marge.”
De West-Vlaming gaf in het interview ook zijn mening over het startgeld in de Wereldbeker, het regelmatigheidscriterium waar hij momenteel ruim aan de leiding staat. “Het houdt steek dat Tomas Van Den Spiegel het startgeld in vraag stelt, maar dan moet het prijzengeld of de onkosten voor de ploegen stevig omhoog. Nu is de Wereldbeker zonder startgeld onbetaalbaar, zeker voor buitenlandse renners.”
Iserbyt: “Ik hield maar 5.000 euro over”
“Vorige winter won ik de Wereldbeker en kreeg ik 30.000 euro. Als ik er de kosten en belastingen aftrok, bleef netto nog 5.000 euro over”, ging Iserbyt verder. “Vanaf de nummer drie in het eindklassement was het zelfs verlieslatend. Dat kan niet de bedoeling zijn.”
Eerder ging Lars van der Haar in op het model van de Wereldbeker veldrijden. De Nederlander van Baloise Trek Lions gaf zijn uitgesproken mening voor de microfoon van WielerFlits. “We weten pas sinds twee weken hoe de kalender van de Wereldbeker en Superprestige eruitziet. Dit is ongehoord.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.