zondag 10 november 2024 om 08:05

Eli Iserbyt zoekt naar laatste procentjes: “Ik probeer me mentaal en fysiek sterk te houden”

Interview Eli Iserbyt heeft er een bewogen seizoensbegin opzitten. Eerst was er het akkefietje met Ryan Kamp in Beringen, wat hem een schorsing van twee crossen opleverde. Bij zijn terugkeer in de Exact Cross van Heerde mocht de Belgische kampioen voor het eerst dit seizoen juichen, maar daar bleef het voorlopig ook bij. Iserbyt is zoals altijd misschien wel de meest constante factor, maar mist voorlopig een uitschieter. Voor de camera van WielerFlits doet de 27-jarige West-Vlaming zijn verhaal.

Merk je dat je nog niet veel hebt gecrost de voorbije weken?
“Ja, meestal sluit het Europees kampioenschap ook het eerste deel van het seizoen af. Ik heb hier al gestaan met met heel wat overwinningen op dit moment. Nu is het seizoen nog maar twee weekends bezig voor mij, in mijn hoofd dan gezien de omstandigheden. Dat is heel weinig. Dus denk ik dat er voor mij maar één deel van het crossseizoen zal zijn. Dat is van twee weken geleden tot eind februari (lacht). Dan is het alweer gedaan, het zal heel kort zijn.”

Je stond wel al vijf keer op vijf crossen op het podium. Dat kan je bezwaarlijk een slechte start noemen, toch?
“Conditioneel mag ik gewoon heel tevreden zijn. Ik denk dat ik nog één à twee procentjes mis om in iedere wedstrijd mee te doen voor de overwinning. Alhoewel ik dat nu ook al doe, maar er is elke keer net iemand beter. Tenminste, dat maak ik op uit die vier wedstrijden sinds mijn schorsing. Dat is eigenlijk heel weinig, maar het valt op. Het voornaamste en belangrijkste is dat ik mijn constante terugvind en blijf doortrekken. En ik hoop dat het extra procentje snel komt om dominanter mee te doen voor overwinningen.”

In de zes eerste crossen van het seizoen wonnen vijf verschillende renners. Hoe kijk je naar die ontwikkeling?
“Ik heb dat vooral vanaf thuis voor televisie gezien (lacht). Zonder gekheid, dat is heel mooi. Het was met pijn in het hart dat ik Essen en Ruddervoorde niet kon rijden. Het is sowieso mooi voor de jonge renners die eraan komen dat ze meteen kunnen meedoen.”

Iserbyt aan het werk op de Koppenberg – foto: Cor Vos

“Ik heb ook het gevoel dat we in de cross terug een middenveld aan renners hebben, iets wat na het wegvallen van Tim Merlier, Gianni Vermeersch en Quinten Hermans naar de weg een beetje verloren was in de cross. Dat hebben we nu twee à drie jaar gemist, waardoor het veel dezelfde namen waren. Nu wordt het opnieuw superinteressant, zeker voor de kijker. Eens al die namen zijn doorgesijpeld en als vaste waarde worden gezien, dan wordt het pas echt leuk om naar de cross te kijken vol spanning.”

Wordt het een uitdaging om die eerste klassementscross binnen te halen? Wordt Jurgen al ongeduldig?
“Ja, dat is ieder seizoen wel. Ik ben er al een paar keer dichtbij geweest. In Overijse (na een strijd tegen Thibau Nys, red.) zelfs heel dicht. Op de Koppenberg was Lars (Van der Haar, red.) supergoed. Voor mij is het nog niet het moment op nerveus te worden, maar ik denk dat het in Jurgen zijn aard ligt. Het is ook zijn functie als manager om wat nerveus te zijn. Ik hoop dat Michael Vanthourenhout zijn goede benen terugvindt, dan zitten we met twee ijzers in het vuur vooraan en kunnen we altijd net iets meer.”

Je stond de afgelopen weken wel vaker in het middelpunt van de belangstelling. Eerst na het akkefietje met Ryan Kamp in Beringen, later vanwege de ‘biergooier’ op de Koppenberg. Hoe ben je daarmee omgegaan?
“Dat is iets wat bijkomstig is, iets waar je moet mee leren om te gaan. Je moet dat allemaal een plek geven, dat vergt heel veel energie. Daarom ben ik extra blij met de vorm die ik nu heb. Dat is zeker niet evident. Ik denk dat heel veel renners in die omstandigheden in een negatieve spiraal zouden geraken en heel slecht zouden presteren. Maar conditioneel en in het hoofd probeer ik me altijd sterk te houden.”

Hoe kijk je nu terug op dat incident op de Koppenberg?
“Wat er daar gebeurd is, is het allerlaagste en allerergste wat er kan gebeuren op de cross. Dan is het aan ons om daar passend op te reageren. Ik denk dat er nu bijna vijf partijen een klacht hebben ingediend tegen die persoon. Er is een advocaat bij te pas gekomen van onze kant, dit is iets wat niet meer mag gebeuren in de toekomst omdat het ergens voor een schokeffect heeft gezorgd. Daarom wordt het niet meer evident.”

Iserbyt met Thibau Nys aan het wiel – foto: Cor Vos

Ben jij nu extra hongerig? En voor welke doelen dan?
“Die doelen liggen bij het winnen van crossen. En als dat in de wedstrijden niet lukt, wil ik toch zeker strijden voor het podium. Ik ben er echt op gebrand om zo weinig mogelijk van het podium te vallen, maar natuurlijk zijn de overwinningen nog veel belangrijker. Daar draait het toch wel om, dus probeer ik die binnen te halen en een soort stempel te drukken op de wedstrijd. In de cross is er niet veel meer mogelijk.”

Intussen werd ook bevestigd dat de toekomst van Pauwels Sauzen-Bingoal verzekerd is. Hoe hard leefde dat in jouw hoofd en in de ploeg?
“Het speelde toch wel. Die zekerheid van een sponsor is belangrijk voor de renners, voor de continuïteit, voor de rust in het hoofd. Ikzelf lig toch nog vast tot eind 2026. Met het wegvallen van Bingoal was er geen paniek, maar we wisten wel dat er een andere optie moest gevonden worden. Het lag voor ons al een tijdje vast dat het Cibel zou worden. Vanaf het crossseizoen begon, was er wel geen onzekerheid meer voor ons.”

Een tweede nieuwigheid: met Thomas Joseph (28) krijgen jullie een wel erg jonge ploegleider naast Mario De Clercq, is dat wennen?
“Het is wel een aanpassing. Iemand nieuw, met nieuwe ideeën. Hij is een heel slimme renner geweest ook. Hij weet wat het is om te crossen, hij kent Mario al goed, maar ik ken hem zelf ook goed omdat we vanaf de nieuwelingen altijd samen hebben gereden. Achteraf zijn we ook samen in de ploeg beland.”

“We schelen ook maar een jaar, dus Thomas en ik kennen elkaar intussen voor 100%. Het is altijd leuk om iemand nieuw, die nog geen gevestigde waarde is in de cross, erbij te hebben. Dat zorgt dan voor die extra luchtigheid door andere manieren aan te wenden om altijd nog iets beter te worden.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.