Caleb Ewan moet Orica-Scott aan ritzeges helpen in de eerste twee weken van de Giro d’Italia. De 22-jarige Australiër boekte in de Vuelta van 2015 al een zege in een grote ronde, door nota bene John Degenkolb en Peter Sagan te verslaan. “Maar 2016 was niet zo goed als ik hoopte”, vertelt hij aan CyclingWeekly.

Finales
De kleine Australiër met een Zuid-Koreaanse moeder weet echter dat zijn kansen nog komen. “De grootste marge die er nog op zit, is om frisser in finales aan te komen. Ik denk dat dat gebeurt als ik ouder en sterker ben, zodat ik op het einde in een betere conditie aan kom dan nu. Goede sprinters wiens lead-out niet goed verloopt en daardoor extra werk in de wind moeten doen, kunnen tegenwoordig nog steeds winnen. Ik kom langzamerhand op dat niveau. In de Tour Down Under (waar hij vier ritten won, red.) was er een aantal situaties waarin mijn lead-out niet goed was, maar ik toch wist te winnen.”

Kopmanschap
De laatste jaren heeft Orica-Scott zich opgewerkt tot een ploeg voor de grote rondes, waarin renners als Johan Esteban Chaves, Adam en Simon Yates de kopmannen zijn. De verantwoordelijkheid voor resultaten legt de ploeg dus niet volledig bij hun sprinter. Volgens Ewan had dat echter geen verschil gemaakt. “Eerlijk gezegd zou ik denk ik dezelfde druk voelen als in de aankomende Giro. Het halve team dat ik nu ter beschikking heb, voelt als een volledige ploeg. Daar voel ik me prettig bij. Ik vind dat ik goed met de druk om kan gaan. Eigenlijk leg ik mezelf meer druk op dan wie dan ook om me heen.”