Maxim Horssels
dinsdag 9 januari 2024 om 19:15

Fabio Jakobsen niet bang voor druk bij dsm-firmenich PostNL: “Rolverdeling hier duidelijker”

Interview Fabio Jakobsen is de nieuwe grote ster bij dsm-firmenich PostNL. Hij betwist in zijn debuutseizoen voor de Nederlandse formatie zowel de Giro d’Italia als de Tour de France. “Als we een rit winnen in de Giro én de Tour, kunnen we spreken van een succesvol jaar”, zei hij tijdens een persmoment van zijn nieuwe werkgever.

Een andere fiets, nieuwe kleding, nog onbekende mensen. Voor Fabio Jakobsen is er veel veranderd, nu hij is overgestapt van Soudal Quick-Step naar dsm-firmenich PostNL. Hij reed maar liefst zes jaar voor The Wolfpack. “Je wordt een soort van… Ik zou bijna zeggen: comfortabel. Je kent namelijk iedereen. Normaal ontmoette ik in de winter twee of drie nieuwe renners, nu heb ik opeens 27 nieuwe ploeggenoten. De rennersnamen leer je trouwens wel snel, maar die van de stafleden zijn al iets lastiger om allemaal te onthouden.”

Over de renners gesproken. Als je kijkt naar de selectie van dsm-firmenich PostNL, kun je de conclusie trekken: alle druk ligt bij Fabio.
“Ja, maar dat ben ik wel gewend. Nou ja, misschien niet alle druk. Maar in de koersen waar ik rijd, is het altijd mijn verantwoordelijkheid om te presteren. Verder is het natuurlijk gewoon sprinten. Dat is de reden dat ik naar deze ploeg ben gegaan. Bovendien denk ik dat er hier wel wat talenten rondrijden die hun kwaliteiten nog niet hebben laten zien. Ik heb in de training al wel gemerkt dat er sterke renners zijn, jongens die eraan zitten te komen. Dus nee, ik denk dat de ploeg zich geen zorgen hoeft te maken over de toekomst.”

Op welke ‘sterke renners’ doel je dan?
“Er zijn toch wel wat talentvolle klimmers. We hebben een keer een ploegentijdrittraining gedaan, normaal gezien een discipline waar ik redelijk mijn ei in kwijt kan. Maar mannen als Oscar Only en Max Poole deden daar toch wel serieuze beurtjes. Daarnaast denk ik ook aan rappe renners als Tobias Lund en Casper van Uden. Ze zijn allebei nog superjong, maar wel talentvol en snel.”

En toch, bij Quickstep deelde je de druk met meerdere renners. Er waren ook andere vedetten, zoals Alaphilippe, Evenepoel en in het verleden nog meer grote namen. Hier is het aan jou en Bardet om te presteren.
“En Barguil ook, denk ik. Maar ja, Quickstep kun je een sterrenensemble noemen. Anderzijds is het daar ook niet meer zoals zes, zeven jaar geleden. Toen moest je in een koers echt naar knechten zoeken. Hier is de rolverdeling duidelijker. Dat heeft denk ik te maken met de manier waarop de ploeg is ingericht, maar ook met het budget. Tegelijkertijd kan ik niet ontkennen dat ik hier straks sprints moet gaan winnen. Maar dat wil ik ook.”

Hoe lang heeft dsm-firmenich PostNL nodig gehad om jou te verleiden naar deze ploeg te komen?
“Ze waren al langere tijd geïnteresseerd. Niet alleen afgelopen jaar, maar in het verleden hebben ze al naar me geïnformeerd. Ze waren zelfs al geïnteresseerd in mijn juniorentijd, voordat ik naar SEG ging. Zelf heb ik altijd wel met een bewonderend oog naar Argos-Shimano en later Giant-Shimano gekeken. Dat was wel een ploeg waar ik mezelf bij zag rijden, in de sprinttrein. Ik was toen al snel, dus ja, ik heb dit team toch altijd wel in de gaten gehouden.”

foto: Cor Vos

Bij Soudal Quick-Step had je al sterke, op elkaar ingespeelde renners in de lead-out. Nu zal de sprinttrein opnieuw op de rails gezet moeten worden. Hoe lang denk je dat dat proces gaat duren?
“Dat is moeilijk in te schatten. Het kan zomaar zijn dat het bij de eerste koers gelijk raak is, maar als dat niet zo is, dan hebben we iets om aan te werken. Ik denk dat we voldoende potentieel hebben met onze sprintgroep. We hebben bijvoorbeeld Timo Roosen, die van Jumbo-Visma komt. En iemand als Bram Welten heeft ook laten zien dat een rol in de lead-out bij hem past. Ik denk dat we er gewoon aan moeten beginnen met z’n allen en dan zien we het wel. Maar tegen de tijd dat ik Giro en Tour rijd, moeten we het wel redelijk op de rit hebben en competitief zijn.”

“Voor de eerste wedstrijden staat er niet meteen druk op. Iedereen verwacht waarschijnlijk dat we falen. Als dat inderdaad het geval is, dan is dat wat het is en kunnen we alleen nog maar beter worden. Er wordt in ieder geval niet direct iets van ons verwacht.”

Hoeveel inspraak heb je zelf gehad om bepaalde renners naar de ploeg te halen?
“Ik heb uiteraard wat namen naar voren geschoven. Van de vier, vijf jongens die uiteindelijk zijn gekomen, hebben we het misschien wel over vijftien à twintig renners gehad. Maar ook die renners hebben altijd andere opties. Zij krijgen aanbiedingen, kunnen keuzes maken. Ik weet natuurlijk niet precies hoe dat gaat, maar ja, ik heb met Rudi Kemna, Roy Curvers en Iwan Spekenbrink zelf wel gehad over renners als Timo, Bram en Emīls (Liepiņš, red.). Zij kunnen natuurlijk ook enkel zien wat er op tv gebeurt, terwijl wij als renners in de koers zitten.”

foto: Cor Vos

Je zei net dat er voor de eerste wedstrijden niet te veel druk op staat bij de sprintgroep. Het kan wat dat betreft dus alleen maar meevallen.
“In feite wel. Hoe kan je nou verwachten van jongens die nog nooit samen gereden hebben, dat ze het in één keer allemaal goed doen? Misschien gebeurt dat wel, dan weten we meteen dat we het op de rit hebben. Maar het kan ook zijn dat we nog wat tijd nodig hebben. Ik heb hier voor drie jaar getekend. Dat is omdat ik in het project geloof en eraan wil bijdragen.”

Toch zal je ook dit jaar al willen scoren. Waar mik je op?
“Ik zou zeggen: als we een rit winnen in de Giro én de Tour, kunnen we spreken van een succesvol jaar. Op het gebied van overwinningen mag en moet dat echt wel het streven zijn. Wel denk ik dat het belangrijkste is om die sprinttrein op de rails te krijgen, zoals ik al zei. Dat is de hoofdfocus. Dat ik sprints kan winnen, daar twijfelt denk ik niemand meer over. Alleen moeten we het samen doen, want ik kan het niet in mijn eentje. Het project is dus om er samen voor te gaan.”

Je kiest dit jaar dus voor twee grote rondes. Leg uit.
“Ja, ik rijd geen klassiek voorjaar. Althans, geen grote klassiekers. Zo kan ik me volledig focussen op de opbouw richting de Giro en daarna doorgaan tot en met de Tour. Uiteindelijk willen we sprints winnen. Dat is voor mij het belangrijkste. Daar ben ik het best in, dus daar zetten we volledig op in. Vandaar de combinatie Giro-Tour.”

Zet je hiermee definitief een streep door je klassiekerambities? Na je overwinning in Kuurne-Brussel-Kuurne 2022 zei je dat Gent-Wevelgem je volgende doel ging zijn.
“Ik denk dat Gent-Wevelgem echt wel een optie is. Alleen moet je wel onderdeel uitmaken van een ploeg zoals Quick-Step waarbij je de koers echt kan domineren. Of tegenwoordig Visma | Lease a Bike. In die positie zit ik nu niet. Ik krijg hier wel de kans om in de grote rondes en in de losse sprintkoersen, zoals bijvoorbeeld Bredene-Koksijde of De Panne een gooi te doen naar de winst. Die wedstrijden staan dus op mijn programma.”

“Maar ik denk dat je wel reëel moet zijn, bijvoorbeeld wat betreft een koers als Milaan-San Remo. Sinds ik prof ben, heeft in die wedstrijd geen enkele keer een grote groep gesprint om de zege. Dan moet je keuzes maken. En ik denk dat de keuze voor de Giro d’Italia en Tour de France een goeie is. Ik denk dat het al een vol bordje is.”

Geen wedstrijden gevonden.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.