Fabio Van den Bossche pakte donderdag het brons in het omnium op de Olympische Spelen van Parijs, en die prestatie kwam toch enigszins verrassend. De pistier van Alpecin-Deceuninck kon al voortbouwen op een succesvolle ploegenachtervolging met de Belgische ploeg en was duidelijk de beste versie van zichzelf. Dat maakte bij de 23-jarige pistier veel emoties los.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

“Ik kwam hier in grote conditie toe”, bevestigde Van den Bossche bij Het Nieuweblad. “Ik werkte ook hard op mijn zwakste punt. Dat was de snelheid. Ik was vroeger niet in staat om te versnellen zoals ik nu deed in de temporace. Ik wist dat ik de motor had om te blijven gaan. Door de Giro was ik zeker dat ik op dat vlak geen problemen zou hebben. Ik had na Italië het gevoel dat ik méér aankon, maar ik had niet de snelheid om het verschil te maken. En nu ging dat wel.”

Van den Bossche stond na drie van de vier nummers zelfs aan de leiding, maar moest in de finale van de puntenkoers de Fransman Benjamin Thomas nog voor zich dulden. “Die sprints blijven een moeilijk punt. Mijn gewicht speelt daar ook een beetje een rol in. Ik heb niet die pure power”, beseft Van den Bossche. “Natuurlijk verliep de koers tot vijftien ronden van het einde in mijn voordeel, maar een puntenkoers in een omnium is altijd anders dan een aparte puntenkoers. Het zijn altijd koersen in de koers. Maar je weet dat je in je focus moet blijven en dat in de puntenkoers nog alles mogelijk is.”

Dat het hem uiteindelijk toch lukte, maakte veel emoties bij Van den Bossche los. “Dit is gewoon één van de hoogste zaken die ik in mijn carrière op de piste kan bereiken. Je krijgt die kans één keer in vier jaar en dan moet het er wel op zijn. Ik ben blij met mijn rol die ik bij Alpecin-Deceuninck op de weg heb. En dat ik op de piste voor eigen succes mag gaan. Ik doe zaterdag met Lindsay De Vylder opnieuw een gooi naar het podium. De druk is nu ineens veel minder. Natuurlijk zal ik opnieuw de nodige stress hebben. Lindsay is ook in grote conditie. Maar als een medaille kan in het omnium , waarom zou het zaterdag dan niet kunnen?”