Fiets aan de wilgen 2015: Ivan Basso
Voor het vierde jaar op rij kijkt WielerFlits terug op de carrières van coureurs die tijdens of na afloop van dit seizoen hun koersfiets aan de spreekwoordelijke wilgen hebben gehangen. Vandaag behandelen we een tweevoudig Giro-winnaar en de man die getooid werd met de bijnaam ’the smiling assassin’: Ivan Basso.
“Ik heb slecht nieuws”, zo begon Ivan Basso de persconferentie van zijn ploeg Tinkoff-Saxo tijdens de eerste rustdag van de Tour de France van dit jaar. Aanhoudende pijn in zijn testikels na een val in de vijfde etappe, eiste verder onderzoek. En dat onderzoek kwam geen moment te vroeg. “Ik heb een kleine tumor in mijn linker testikel”, aldus Basso. Naast hem vocht ploegmaat Alberto Contador tegen de tranen, terwijl Basso meedeelde dat hij per direct uit de Tour stapte, om zich te laten behandelen. Deze behandeling verliep vervolgens uitstekend en op de slotdag van de Tour, meldde Basso zich alweer bij zijn ploeg in Parijs. Eind september werd duidelijk dat Basso volledig genezen was en twee weken later kwam er een nieuwe, belangrijke mededeling van de Italiaan. Hij stopte met koersen. Een professionele loopbaan, die begon in 1999, kwam ten einde.
Beginselen
Als je opgroeit als het buurjongetje van Claudio Chiapucci, is het niet meer dan normaal dat je beïnvloed raakt door zijn status en zelf ook de racefiets beklimt. De kleine Ivan Basso groeide op in Gallarate en boekte als jongeling al mooie resultaten. De mooiste overwinning kwam in 1998, toen hij de wereldtitel bij de beloften veroverde. Hij kreeg toen al een lesje in wielerpolitiek, toen zijn rivaal Danilo Di Luca na afloop doodleuk verkondigde dat niet Basso, maar hijzelf de titel had moeten winnen, maar dat ploegentactiek dit voorkwam.
Met de regenboogtrui om de schouders is het makkelijker onderhandelen en in 1999 volgde er dan ook een profcontract. Bij Riso Scotti-Vinavil zette Basso zijn eerste schreden op het professionele pad en in zijn eerste jaar mocht hij gelijk aantreden in de Giro d’Italia. De jonge Basso reed de koers niet uit, maar werd wel gegrepen door diens mystiek. De droom om ooit het roze mee naar huis te nemen was geboren, maar daar moest hij nog even op wachten. Overwinningen zaten er in zijn jaar als neoprof nog niet in.
Voor 2000 kreeg Basso contractverlenging, terwijl de ploeg van naam veranderde. Nu koersend onder de vlag van Amica Chips-Tacconi Sport, won hij zijn eerste profkoers, door in de eerste etappe van de Regio Tour op zijn naam te schrijven. Ook dit jaar reed hij mee in de Giro d’Italia en maakte hij een grote sprong ten opzichte van het seizoen ervoor. Basso reed de Giro uit en eindigde op plaats 52 in het eindklassement. Echt grote resultaten leverde het seizoen 2000 niet op, maar de aandacht van de grote ploegen was getrokken. Fassa Bortolo hapte toe en schoof Basso een mooi contract onder de neus voor 2001. Een handtekening verzekerde Basso vervolgens van zijn debuut in de WorldTour.
Bij Fassa Bortolo begon de ster van Ivan Basso langzaam maar zeker te rijzen. Hij maakte zijn debuut in de Tour de France en zat in de etappe naar Colmar in de kopgroep die het ging halen tot de finish. Dat Laurent Jalabert de rit op de veertiende juli wist te winnen, was dan weer jammer voor Basso, al had het Franse publiek weinig te klagen. Basso zou de Tour overigens niet uitrijden; een dag later stond hij niet aan de start. Het jaar erop zag hij Parijs wel en mocht hij zelfs het podium beklimmen. Een elfde plek in het eindklassement betekende de witte trui en een definitieve plek in een lijstje met toekomstige grote rondewinnaars. Zijn seizoen was dat jaar voornamelijk ingericht op de Tour de France en zijn zo geliefde Giro d’Italia moest hij dan ook laten schieten.
Vertrek bij Fassa Bortolo
Het zat Basso niet lekker dat hij, ondanks zijn afkomst, niet mocht rijden in de Giro. In plaats daarvan was Dario Frigo de aangewezen man voor Fassa Bortolo en moest Basso zijn kunsten laten zien in de Tour. Geen straf, maar voor een Italiaan telt de Giro toch een tandje zwaarder. In 2003 liet Basso opnieuw een prima vorm zien in met name de rittenkoersen. De Tour was opnieuw een succes, met een zevende plaats in het eindklassement ondanks het feit dat het gros van de ploeg met voedselvergiftiging uitviel, en een tweede plaats in de Clasica San Sebastián mocht er ook zijn. Er was echter één probleem: volgens ploegbaas Giancarlo Ferreti won Basso niet genoeg. En daar viel wat voor te zeggen; aan solide optredens in meerdaagse koersen en de Tour geen gebrek, maar de handen van de Italiaan werden in de grote ritten nooit in de lucht gestoken om iets te vieren. Daar kwam bij dat de ploeg zich met name richtte op sprinter Alessandro Petacchi. Resultaat: heibel in de tent en Basso zocht zijn heil elders.
‘Elders’ werd Team CSC, de ploeg van Bjarne Riis. Daar was Tyler Hamilton net vertrokken en kon de ploeg wel een kopman gebruiken. En die kreeg het in Ivan Basso, die de winterperiode ondertussen ook even gebruikte om aan zijn tijdritkunsten te werken. Stampen tegen de klok was bepaald geen specialisme van Basso, maar met behulp van de windtunnel werd dat steeds beter. Bij CSC liep het dan ook een stuk lekkerder dan bij Fassa Bortolo, wat zich uitte in de bergtrui in Parijs-Nice, een tweede plaats in de slotrit van de Dauphiné en uiteindelijk die eerste écht grote overwinning in de twaalfde etappe van de Tour de France. In La Mongie vierde Basso het tot dan toe mooiste moment uit zijn professionele loopbaan, door de bergrit te winnen. In Parijs stond Basso als derde op het podium, achter Lance Armstrong en Andreas Klöden.
Het zorgde voor een hechte band met ploegbaas Riis, die ondanks financiële moeilijkheden zijn kopman wist te behouden voor 2005. Dat jaar begon tragisch voor Basso, toen zijn moeder overleed in januari. Ter ere van haar wilde hij de Giro d’Italia van dat jaar winnen en dat leek hem een tijdlang te gaan lukken ook. Als drager van de roze trui kreeg hij in de veertiende etappe echter te maken met darmproblemen op de flanken van de Stelvio en verloor hij bakken met tijd. Hij zette wel door en zou later in die Giro nog twee etappes winnen, waaronder – en dat was knap – de tijdrit naar Turijn. Later dat jaar reed hij ook de Tour de France, waarin hij het boven verwachting goed deed. Na een stroef begin was hij de enige die in het wiel van Lance Armstrong kon blijven en hij eindigde dan ook op een zeer verdienstelijke tweede plaats. In augustus reed Basso vervolgens nog een opmerkelijke Ronde van Denemarken, waarin hij als kopman van een Deense ploeg maar liefst vier van de zes ritten won, plus het eindklassement.
De val na de triomf
2006 kende twee uitersten. Het begon goed. Het seizoen draaide om de Giro d’Italia en de voorbereiding liep prima. Het Critérium International werd gewonnen, net als een etappe in het Circuit de la Sarthe. De Giro was een zegetocht, met een overwinning in de ploegentijdrit, en drie individuele etappezeges. Resultaat: zijn eerste eindwinst in de Ronde van Italië. Het verschil met de als tweede geplaatste José Enrique Gutiérrez was een gigantische negen minuten en achttien seconden. Het was de grootste marge in de Giro sinds 1965. Het was hosanna in kamp-Basso en het plan was om ook te starten in de Tour.
Op 30 juni 2006 werd echter duidelijk dat dat plannetje niet doorging. De organisatie van de Tour de France belegde een persconferentie en deelde mee dat een aantal renners, waaronder Basso, niet zou starten. De reden: Basso en de rest werden verdacht van bloeddoping, onder de begeleiding van dokter Fuentes. Operacion Puerto was geboren en Ivan Basso, de Giro-winnaar, werd ontmaskerd als dopinggebruiker. Het bewijs bleef echter flinterdun en Basso werd in oktober dat jaar vrijgesproken. Zijn contract met CSC was toen al verscheurd en Basso vertrok naar Discovery Channel.
De vrijspraak duurde niet lang. In april 2007 werd Basso op non-actief gezet door zijn ploeg, toen het Italiaans Olympisch Comité (CONI) de zaak heropende. Nog geen week na dat nieuws werd ook dit contract ontbonden en stond Basso op straat, officieel vanwege ‘persoonlijke redenen’. Na er wat omheen gedraaid te hebben, liet Basso op 7 mei 2007 weten dat hij wel degelijk betrokken was bij zaken die het daglicht niet konden verdragen. De van zijn voetstuk gevallen Italiaan kreeg twee jaar schorsing.
Na de schorsing
De ban gold tot oktober 2008 en direct na deze ban lag er een vers nieuw contract voor hem klaar bij Liquigas. De Japan Cup, één dag na het eindigen van zijn schorsing, was gelijk weer zijn eerste koers. Hij eindigde er als derde. Dat de benen het nog niet verleerd waren, bewees Basso in 2009 tijdens de Giro del Trentino, waar hij het eindklassement op zijn naam schreef. In de Giro van dat jaar beklom hij in Rome het podium als derde en in de Ronde van Spanje eindigde hij als vierde. Ritzeges zaten er niet in, maar dat kwam een jaar later wel.
Want in 2010 herhaalde Basso zijn Giro-zege van 2006. Ritwinst in de ploegentijdrit en de etappe naar de Monte Zoncolan waren genoeg om David Arroyo in de negentiende etappe de roze trui te ontfutselen. Mede dankzij beulswerk van een jonge Vincenzo Nibali wist Basso zijn tweede Giro d’Italia te winnen. Het plan was om ook een gooi te doen naar de eindzege in de Tour de France, maar dat zat er niet in. De Giro had teveel gevraagd van het lijf en een 32ste plek in het eindklassement viel hem ten deel.
In 2011 won Basso al in februari de GP di Lugano en sloeg hij de Giro over. Het vizier werd gericht op de Tour de France en Basso zou deze beëindigen als zevende, zonder ritzeges. In september won hij nog de Giro di Padania, om een maand later als vierde te eindigen in de Ronde van Lombardije.
2012 moest weer het jaar van de Giro worden, maar het beste was eraf bij Basso. Een relatief anoniem optreden, resulterend in de vijfde plaats in Milaan, was niet waar Basso voor was gekomen. In 2013 en 2014 zette die dalende lijn zich voort. Basso werd minder zichtbaar en de grote overwinningen zouden niet meer komen. De ploeg was inmiddels omgedoopt tot Cannondale en richtte zich meer op de jeugd, waardoor Basso genoodzaakt werd om terug te keren naar de ploeg die eens CSC heette.
Zijn laatste jaar
Bij Tinkoff-Saxo reed Basso dit jaar zijn laatste Giro d’Italia. Een tweede plaats met zijn ploeg in de ploegentijdrit was het beste resultaat en Basso zou Milaan binnenrijden als de nummer 51 van het algemeen klassement. In de Tour mocht hij dienen als luxeknecht van Alberto Contador, maar daar kwam weinig van terecht. Op de eerste rustdag kwam het nieuws waar de hele wielerwereld van schrok en hoewel dit allemaal gelukkig met een sisser afliep, was dat het laatste wapenfeit van de wielrenner Ivan Basso.
Vanaf volgend jaar, en eigenlijk nu al, is Basso ploegleider bij Tinkoff-Saxo. De ploeg waar hij dan tien jaar geleden zijn grootste succes boekte en zijn hardste val maakte. Later deze maand wordt hij 38 jaar en heeft hij – gelukkig – nog een heel leven voor zich.
Ivan Basso
Naam: Ivan Basso
Geboortedatum: 26-11-1977
Geboorteplaats: Gallarate
Nationaliteit: Italiaans
Website: www.ivanbasso.it
Twitter: @ivanbasso
Ploegen
1998: Asics – CGA (als stagiair)
1999: Riso Scotti – Vinavil
2000: Amica Chips – Tacconi Sport
2001: Fassa Bortolo
2002: Fassa Bortolo
2003: Fassa Bortolo
2004: CSC ProTeam
2005: CSC ProTeam
2006: CSC ProTeam
2007: Discovery Channel
2008: geschorst
2009: Liquigas
2010: Liquigas – Doimo
2011: Liquigas – Cannondale
2012: Liquigas – Cannondale
2013: Cannondale Pro Cycling Team
2014: Cannondale
2015: Tinkoff – Saxo
Aantal profzeges: 29
Belangrijkste overwinningen
Ronde van Oostenrijk 2001, etappe 5
Ronde van de Middellandse Zee 2001, etappe 1
Tour de France 2004, twaalfde etappe
Giro dell’Emilia 2004
Giro d’Italia 2005, etappes 17 en 18
Ronde van Denemarken 2005, etappes 1, 2, 3 en 5 plus eindklassement
Critérium International 2006, etappe 2 en eindklassement
Circuit de la Sarthe, etappe 2B
Giro d’Italia, etappes 4, 7, 15 en 19, plus eindklassement
Giro del Trentino 2009, eindklassement
Giro d’Italia 2010, etappes 4 en 15, plus eindklassement
GP Industria E Commercio Artigianato Carnaghese 2010
GP di Lugano 2011
Giro di Padania 2011, etappe 4 plus eindklassement
Japan Cup 2012
Grote rondes: 20
Giro d’Italia: 1999, 2000, 2005, 2006, 2009, 2010, 2012, 2014, 2015
Tour de France: 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2010, 2011, 2012, 2015
Vuelta a España: 2009, 2013
Basso werd door Fuentes op de lijst gezet met de naam van zijn hond: Birillo. Een andere naam die op het lijstje van Fuentes prijkte was Amigo de Birillo. Men vermoed dat hiermee Fränk Schleck mee werd bedoeld, maar dat is nooit 100% bewezen.
Dat wou ik nu even opzoeken... Chiappucci is in 1997 wel degelijk bij Asics gaan rijden na het stoppen van Carrera. Wat overigens niet echt helemaal de opvolger was eigenlijk: je zou eerder Mercatone Uno, rond Pantani, als opvolger kunnen zien. Daar gingen de meeste Carrera-renners naartoe. Terwijl Chiappucci naar Asics ging.
Maar Chiappucci is in 1998 al van ploeg veranderd, naar Amica Chips. (dat moest ik opzoeken, geen idee meer van) Dus nooit met Basso samengereden...
2010 was een mooie giro ja.
Ik vind het dan weer vreemd dat je hem verwijt dat hij op 'snoeiharde dope' reed, terwijl je normaal altijd tegen de meute ingaat als het gaat om doping en superlatieven tekort komt bij het beschrijven van de grootste boeven.
On: de Basso van 2005-2006 was natuurlijk het summum. Na zijn schorsing was het nog meer een diesel die puur op vermogen zijn tegenstanders eraf moest knallen. Dat lukte uiteindelijk niet vaak, maar die prestatie op de Zoncolan blijft indrukwekkend.
De deelname van Basso in zijn roze trui in de profronde van Zevenbergen in 2010 is ook een mooi Basso-moment. Jammer dat hij er zijn tijdrit verpestte, waardoor hij het klassement niet meer kon winnen in Zevenbergen.
De uitspraak Bertje je bent geschorst geweest sloeg terug op de uitspraak van Bertje zelf dat hij 9 grote rondes gewonnen heeft. Dit terwijl hij er in eentje gewoon betrapt is. Dat is het risico van het spel. Ook Basso is tegen de lamp gelopen. Heeft zijn straf geaccepteerd en een soort van bekentenis afgelegd ( waar je ook overr kunt twijfelen of die bekentenis wel helemaal klopt.) Je hebt die jongen daar nooit over horen klagen, waar Bertje maar in het verleden blijft hangen.
Overigens was die 9.00 voorsprong met alle respect wel op bijv. Jose Enrique Gutierrez. Als je het jaar ervoor tweede in de Tour wordt geen heel gekke uitslag in een Giro lijkt me.