Fiets aan de wilgen 2015: Cadel Evans
Voor het vierde jaar op rij kijkt WielerFlits terug op de carrières van coureurs die tijdens of na afloop van dit seizoen hun koersfiets aan de spreekwoordelijke wilgen gehangen hebben. Begin dit jaar nam de succesvolste Australische renner ooit afscheid. Cadel Evans werd door sommigen gezien als een vreemde snuiter, maar de ex-mountainbiker reed een palmares bij elkaar om U tegen te zeggen.
Evans kwam met de wielersport in aanraking via het mountainbiken. Op zijn vijftiende werd hij tijdens een mountainbikewedstrijd ontdekt en sloot hij zich aan bij het Australian Institute of Sport. Evans bleek bijzonder talentvol als mountainbiker. Op de Spelen van Atlanta (1996) reed hij op 19-jarige leeftijd zijn eerste internationale wedstrijd. In 1998 en 1999 wint hij de wereldbeker. Op de Olympische Spelen in Sydney eindigt hij als zevende. Kort erna stapt hij definitief over naar de weg om in het shirt van de Italiaanse Saeco-formatie zijn debuut te maken als profrenner.
Doorbraak als ronderenner
Na een jaar stapt hij over naar Mapei-Quickstep, waar hij kennismaakt met trainer Aldo Sassi. De Italiaan gaf hem veel vertrouwen zou een belangrijke rol spelen in zijn transformatie naar ronderenner. In 2002 staat hij in Groningen aan de start van de Giro d’Italia, zijn eerste grote ronde. Hij start als knecht van kopman Stefano Garzelli, maar de Italiaan moet al na negen dagen de strijd staken na een positieve dopingtest. Het biedt rookie Evans de kans om te laten zien wat hij waard is. In de slotweek draagt hij na de bergrit naar Corvara in Badia één dag het roze. De volgende dag moet een oververmoeide Evans tijdens de laatste bergetappe de leiderstrui afgeven aan de uiteindelijke winnaar Savoldelli, maar de rittenkoers betekent zijn doorbraak als ronderenner.
Via Team Telekom belandt hij bij Davitamon-Lotto, dat in hem een kopman ziet voor de grote ronden. In 2005 maakt Evans zijn Tourdebuut. Met een achtste plaats op bijna twaalf minuten van winnaar Armstrong werd hij de eerste Australiër sinds Phil Anderson die de top tien haalde. Saillant detail is dat de zeven renners die voor hem eindigden allemaal betrapt zijn op doping.
Evans begon zijn loopbaan in een tijdperk waarin misbruik van prestatie verhogende middelen gemeengoed was. “Mijn uitgesproken standpunt tegen en mijn afkeer van doping hebben me vermoedelijk een aantal topresultaten gekost,” liet hij in één van zijn afscheidsinterviews optekenen. “Maar het heeft me, vooral in Australië, heel veel bewondering en respect opgeleverd”, voegt hij daar aan toe.
Het vergiftigde wielerlandschap ontmoedigde hem allerminst. De achtste plaats in de Tour smaakte naar meer. Hoewel hij bij Lotto het kopmanschap moest delen met sprinter Robbie McEwen, droomde Evans van geel. Tourwinst werd een obsessie. In 2006, de eerste Tour in het post-Armstrong tijdperk, werd hij vierde. Een jaar later zou hij tijdens een Tour waarin Michael Rasmussen tijdens de slotweek als leider naar huis werd gestuurd nog dichterbij komen. In de beslissende tijdrit op de voorlaatste dag maakte hij bijna anderhalve minuut goed op Alberto Contador, maar de Spanjaard hield in Parijs 23 tellen over. Aan het einde van het seizoen legde hij beslag op de eindzege in de UCI ProTour.
Evans begint als topfavoriet aan de Tour de France van 2008 nadat Contador en zijn Astanaploeg niet uitgenodigd worden. In de Pyreneeën verovert Evans het geel, maar vijf dagen laten tijdens de rit naar Prato Nevoso raakt hij de leiderstrui kwijt aan Fränk Schleck. De Spanjaard Carlos Sastre verovert de trui in de rit naar Alpe d’Huez en Evans kan daar tijdens de tijdrit op de voorlaatste dag geen verandering in brengen. Voor het tweede jaar op rij strandt Evans op minder dan een minuut van het geel.
De frustraties na het uitblijven van Toursucces leiden tot een gespannen relatie met de media. Het zorgde voor diverse incidenten waarbij hij journalisten van zich afsloeg, een kopstoot uitdeelde aan een tv-ploeg en met onthoofding dreigde toen iemand te dicht in de buurt van zijn hond kwam. Bovendien zorgt zijn defensieve manier van rijden voor weinig sympathie bij de fans.
De Tour van 2009 loopt door een gebrek aan vorm uit op een teleurstelling. In de Vuelta speelt hij dat jaar mee om de eindoverwinning, maar een lekke band tijdens de twaalfde rit naar Sierra Nevada dwarsboomt zijn ambities. Nadat het wiel niet goed vervangen wordt, verliest hij één minuut en 23 seconden. In Madrid komt Evans slechts 1:32 tekort op eindwinnaar Valverde en moet hij genoegen nemen met een derde plek.
Mendrisio als keerpunt
In het najaar boekt hij een van de grootste overwinningen uit zijn loopbaan. Tijdens het wereldkampioenschap in het Zwitserse Mendrisio plaatst hij op zeven kilometer van het einde een beslissende demarrage. Met een halve minuut voorsprong bereikt hij solo als eerste de finish. Met een bescheiden zegegebaar passeerde hij de meet. Op een steenworp afstand van zijn woonplaats Stabio wordt hij de eerste Australische wereldkampioen ooit.
Evans maakt verrassend de overstap naar BMC en wint in april de Waalse Pijl. De maand erop staat hij na acht jaar afwezigheid aan de start van de Giro d’Italia. Hij wint de heroïsche rit over de modderige witte wegen van Toscane en draagt een dag het roze. Na drie weken eindigt hij als vijfde en legt hij beslag op het puntenklassement. Evans ontkomt echter niet aan de vloek van de regenboogtrui. In de Tour verovert hij weliswaar het geel, maar een elleboogbreuk zet opnieuw een streep door zijn Tourambities.
Eindelijk geel
In het jaar 2011 vallen alle puzzelstukjes op zijn plaats. Het wordt het meest succesvolle seizoen uit zijn loopbaan. Evans wint Tirreno-Adriatico en de Ronde van Romandië, maar in juli volgt de hoofdprijs en weet hij de Tour de France naar zijn hand te zetten. Vanaf het begin rijdt Evans geconcentreerd en met ritwinst op de Mûr-de-Bretagne maakt hij duidelijk dat er dit jaar opnieuw serieus rekening met hem gehouden moet worden. In de Alpenrit met aankomst bovenop de Galibier slaat hij een belangrijke slag. Concurrent Andy Schleck is op weg naar ritwinst, maar een ontketende Evans houdt op de slotklim de schade beperkt. Later zou hij dit ‘zijn beste dag op de fiets ooit’ noemen. Op de voorlaatste dag rijdt hij de Luxemburger tijdens de tijdrit uit het geel. Op 34-jarige leeftijd staat hij als eerste Australiër met het geel om de schouders in Parijs.
De Tourzege betekende het hoogtepunt van zijn carrière. Het jaar erop moest hij als titelverdediger door gezondheidsproblemen vrede nemen met de zevende plaats. In 2013 keert hij terug in de Giro en draagt hij vier dagen het roze. In het eindklassement wordt hij derde. De Tour loopt uit op een teleurstelling. In het hooggebergte kan hij de beste klimmers niet volgen en ontbreekt het aan steun van zijn ploeg. In 2014 rijdt hij opnieuw de Giro, ditmaal met een achtste plek als resultaat. De Tour slaat hij over, maar in de Vuelta kan hij niet (meer) meespelen om de eindzege. In september 2014 maakt hij bekend afscheid te nemen van het peloton. Tijdens de Tour Down Under wordt hij nog knap derde, slechts twintig seconden achter zijn dertien jaar jongere ploeggenoot Rohan Dennis.
Tijdens zijn eigen Cadel Evans Great Ocean Road in Geelong neemt hij begin februari afscheid van het peloton. Met de wedstrijd leeft zijn naam voort in het peloton. Evans – die zowel in Australië als Zwitserland woont – is nog betrokken bij de wielersport als ‘global brand ambassador’ van BMC.
Cadel Evans
Naam: Cadel Evans
Geboortedatum: 14 februari 1977 (38)
Geboorteplaats: Katherine
Nationaliteit: Australisch
Website: www.cadelevans.com.au
Twitter: @CadelOfficial
Ploegen
2001 Saeco
2002 Mapei – Quickstep
2003 Team Telekom
2004 T-Mobile Team
2005 Davitamon-Lotto
2006 Davitamon-Lotto
2007 Predtictor-Lotto
2008 Silence-Lotto
2009 Silence-Lotto
2010 BMC Racing Team
2011 BMC Racing Team
2012 BMC Racing Team
2013 BMC Racing Team
2014 BMC Racing Team
2015 BMC Racing Team
Aantal profzeges: 30
Belangrijkste overwinningen:
WK Wielrennen (2009)
Tour de France (2011)
Drie Touretappes (2x 2007 en 2011)
Puntenklassement Giro d’Italia (2010)
Ritzege Giro d’Italia (2010)
Waalse Pijl (2010)
Ronde van Romandië (2006, 2011)
Tirreno–Adriatico (2011)
Ronde van Oostenrijk (2001, 2004)
Critérium International (2012)
Giro del Trentino (2014)
Settimana Coppi e Bartali (2008)
Zes keer Australisch wielrenner van het jaar (2006-2011)
Grote rondes: 18
Giro d’Italia (2002, 2010, 2013, 2014)
Tour de France (2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013)
Vuelta a España (2003, 2004, 2007, 2009, 2014)
Overigens zie ik twee verschillende geboortedata staan, volgens mij is 1977 de juiste?
Ook als hij heeft gebruikt, blijft hij een enorm talent. Dat werd in 2000 al onderkend door dr. Ferrari.
Had weinig met die gast maar was een prima renner die zeker niet misstaat tussen de andere tourwinnaars.
Vroeger had ik trouwens echt een verschrikkelijke hekel aan Evans, de eeuwige volger. Maar vooral na zijn WK overwinning veel sympathieker geworden
Maargoed; prachtige carrière en een bijzonder mens.
@Sebas. Goh, Ik denk wel dat je gelijk hebt. Het is wel toevallig dat zijn echt grote doorbraak en leven als (relatief)aanvallende renner begint gedurende de grote omschakeling 2007-2009.
Alhoewel Evans qua karakter (adoptie... merkwaardig hondje) ongeevenaard is. Prachtige gentlemen, solist met gouden inborst.
Klasbak. Het aanklampen kwam in mijn ogen omdat anderen op andere (super)benzine reden. Na invoering bloedpaspoort kon hij steeds betere uitslagen rijden en grote overwinningen pakken. Ge-wel-dige renner. En dan dat piepstemmetje, super. Ik was en blijf fan want belichaamde de essentie van wielrennen: afzien, lijden, doorzetten en allerlei disiplines beheersend (tijdrijden, sprint oplopend, klimmen).
Chapeau!
Bertvd - 16 november 2015 om 10:56
Mis een beetje de anekdote van de beklimming van de Mont Ventoux met Gesink. Dat illustreerde de eerste helft van de carriere van Evans: bandjesplakken.
Quatsch, niet meer dan quatsch.
Sebas - 16 november 2015 om 21:04 - Bewerkt op 16 november 2015 om 22:05
Zou zijn defensieve rijstijl in de eerste helft van zijn loopbaan gedeeltelijk te verklaren zijn door de aanname dat anderen (met middelen) zo hard reden dat hij wel MOEST volgen en aanklampen?
Hij had helemaal geen defensieve rijstijl, nooit gehad, was altijd zijn hele carrière al zeer aanvallend en nam áltijd initiatief. En ja in de Tour viel dat niet altijd op nee, want dan kon ie echt niet beter.