foto: Sirotti

Jakob Fuglsang probeert bij Astana zijn vervelende periode met teammanager Johan Bruyneel bij Radioshack achter zich te laten. De Deense klimmer leefde geruime tijd in onmin met Bruyneel en het team. In een interview met Cyclingnews kijkt de voormalig mountainbiker terug op die periode en vooruit naar aankomend seizoen.

”Ik was zeker niet euforisch toen ik hoorde dat hij teammanager werd, maar in het begin was onze relatie nog niet zo slecht. Het omslagpunt kwam rond de Giro van afgelopen jaar, toen ik uiteindelijk niet als kopman mocht starten. Vanaf dat moment was het kommer en kwel”.

Over de kwaliteiten van Bruyneel is de Deen ook duidelijk. ”Ik heb hem nooit een goede manager gevonden. Ik denk dat Lance (Armstrong) degene was die de ploeg leidde gedurende zijn loopbaan en dat Bruyneel enkel de man was die de opdrachten uitvoerde. We werden aan het begin van het seizoen niet hartelijk ontvangen. Er werden gewoon twee teams door elkaar gegooid en we moesten het maar zelf uitzoeken. Dat zorgde voor spanningen die nooit helemaal zijn weggegaan”, aldus Fuglsang.

De 27-jarige klimmer is zeer gemotiveerd om zijn verloren seizoen 2012 te doen vergeten. ”Ik ben naar Astana gegaan omdat zij me de zekerheid geven dat ik in de Tour als kopman aan de start kan staan. Ik zal zeker niet een van de topfavorieten zijn, maar top tien lijkt me een realistisch doel. Ik heb nog steeds zeer veel potentie in me en ik weet dat ik kan groeien. Bij Astana geven ze mij die kans en tijd en daar ben ik ze dankbaar voor”.