Geen consensus in veldritwereld over waarde EK veldrijden: “Een nationale titel is meer waard”
Special Dit weekend is het alweer tijd voor het EK veldrijden. De veldritwereld zakt af naar Pontevedra, een Spaanse stad niet ver van de grens met Portugal. Het EK veldrijden wordt al een tijdje georganiseerd, maar over de waarde ervan bestaat nog steeds heel wat discussie. Hoe moeten we de waarde van het EK nu juist inschatten? WielerFlits zocht een aantal grote namen uit de crosswereld op en hoorde verschillende geluiden.
Het allereerste EK veldrijden werd in 2003 gehouden in het Tsjechische Tábor. Naast de vrouwen, waar alle leeftijden samen streden voor de titel, kwamen ook de mannen junioren en mannen beloften in actie. Thuisrijder Martin Zlamalik (U23) en Niels Albert (U17) werden Europees kampioen, bij de vrouwen was het goud weggelegd voor de Duitse Hanka Kupfernagel. De elite mannen moesten wachten tot 2015 om in actie te kunnen komen op het EK.
Een aantal stemmen waren eerder argwanend over een EK voor elite mannen, maar toch kwamen meteen heel wat toppers aan de start. Eigenlijk ontbrak alleen Sven Nys in 2015, de Kannibaal van Baal werd een week voor het EK ziek. Wout van Aert pakte bij die eerste editie in 2015 – die vlakbij de Nederlands-Belgische grens in Huijbergen doorging – wel stevig uit, maar in extremis werd hij nog overvleugeld door Lars van der Haar. Kevin Pauwels mocht als derde mee op het podium.
En zo won Van der Haar als allereerste mannelijke prof de EK-titel in het veld. “Voor mij is die titel erg bijzonder. Ik denk dat het een van mijn beste wedstrijden ooit was”, vertelt Van der Haar ons. “Ik heb er ook Van Aert weten te kloppen in een duel. Daar ben ik heel trots op, er zijn niet zo veel renners die dat kunnen zeggen. Acht jaar later werd ik nog eens Europees kampioen tegen een compleet nieuwe generatie. Dat was dus ook heel speciaal.”
Carrière een zetje geven
Van der Haar heeft dus goede herinneringen aan het EK. Hetzelfde verhaal horen we bij Toon Aerts, die in 2016 Europees kampioen werd. “Die Europese titel heeft mijn carrière op dat moment echt veranderd. Ik was op dat moment niet iemand die enorm vaak won. Stel dat je al twintig crossen hebt gewonnen en je echt een van de betere renners bent, is zo’n titel misschien minder waard. Maar voor mij was dat eigenlijk mijn eerste grote overwinning. Mijn carrière was op die manier echt vertrokken. Daar is het EK een ideaal kampioenschap voor.”
Dat laatste is iets wat we uit verschillende kampen horen. Het EK veldrijden is voor de toppers misschien net wat minder interessant, maar voor de jongere renners is het dé kans om hun carrière een extra zetje te geven. “Daarnaast is het voor de vaste veldrijders die een heel jaar crossen misschien wel het enige echte kampioenschap”, zegt Aerts. “Ik bedoel dat we op een WK vaak tegen jongens als Mathieu van der Poel en Wout van Aert uitkomen. En op een BK zijn de Nederlanders er dan bijvoorbeeld weer niet bij.”
“Het Europees kampioenschap is dan het enige kampioenschap waar alle echte crossers tegen elkaar rijden. Dat is wel mooi. Op een EK kan je je onderscheiden van de echte crossers die er het hele seizoen zijn.” Toch zijn het niet alleen positieve geluiden die we horen over de waarde van het EK. Zeker nu de kalender erg complex is, de Koppenberg staat namelijk vrijdag op het menu en twee dagen later moeten de crossers in Spanje zijn voor het EK. Een erg lastige combinatie.
BK belangrijker dan EK?
Het zorgt er in ieder geval voor dat een aantal crossers keuzes moeten maken. Aerts en Pim Ronhaar lieten ons alvast weten dat ze zich vooral focussen op de Koppenberg. Door het legendarische imago van de Koppenbergcross, maar ook door het parcours in Oudenaarde dat meer op hun maat is dan dat van het EK. Er zijn echter zelfs renners die het EK laten schieten. Kevin Kuhn is daar een van. “Ik ga inderdaad niet naar Spanje dit weekend. Mijn vorm is nochtans goed, maar ik heb een ander plan gemaakt.”
“Ik wil vooral goed zijn in december en januari”, legt Kuhn uit. “Als ik nu al alles op alles zet, begin ik misschien met te veel vermoeidheid aan de drukke laatste maanden. Daarnaast is het voor mij moeilijk om op het podium te eindigen op het EK. En een notering in de top-10 op het EK is niet zo belangrijk voor mij als een top-10 in de Wereldbeker. Dan is de keuze snel gemaakt voor mij.”
Eli Iserbyt vindt het ook lastig om het EK naar waarde te schatten. “Een trui is altijd belangrijk. Voor mij heeft die Europese titel (Iserbyt won in 2020 het EK, red.) eigenlijk niet zo veel veranderd. Ik denk dat de Europese trui de trui is met de minste impact. Zeker in België is dat zo. De Belgische trui heeft nog iets meer impact, en ja, de regenboogtrui zeker. Ik zou dus wel zeggen dat het EK nog een beetje moeite heeft om impact te hebben.”
Iserbyt zijn ploegleider, Mario De Clercq, sluit zich grotendeels aan bij zijn Belgische kampioen. “Het EK staat natuurlijk nog een trapje onder het WK, en misschien zelfs ook onder het BK. Maar een trui is een trui en dat is altijd mooi meegenomen. Aan het einde van je carrière is dat toch iets moois om op terug te blikken. Zelf vind ik het bijvoorbeeld jammer dat ik nooit een EK heb kunnen rijden. Ik was iemand die kickte op truien.”
Nys: “Zondag zit iedereen gewoon op puntje van zijn stoel”
De laatste persoon bij wie we langsgaan is Sven Nys, de teammanager van Baloise Trek Lions. Hij heeft met Van der Haar en Lucinda Brand twee renners in zijn team die al eens Europees kampioen werden. “Uiteindelijk is het gewoon een kampioenschap waar je naartoe leeft. Via de pers, met onze renners. Het ligt alleen ongelukkig op de kalender, vind ik zelf. De verhoudingen worden daardoor wat scheefgetrokken doordat veel renners ook met ambitie naar de Koppenberg gaan.”
“Om dan 48 uur later het EK te rijden, dat is jammer. Maar ik kan niet ontkennen dat als er straks iemand van ons Europees kampioen wordt, dat we daar heel blij mee zijn. Die trui is gewoon erg zichtbaar. Oké, het is niet de meest prestigieuze titel, dat komt omdat het zo vroeg op het seizoen valt. Maar er wordt wel veel over gepraat. Als zondag het EK begonnen is, zal iedereen op het puntje van zijn stoel zitten. En de renners die hun armen in de lucht zullen steken, gaan superblij zijn. En hun ploegen ook.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.