Richard Carapaz bezorgde Ecuador tijdens de vorige Olympische Spelen in Tokio een gouden medaille in de wegwedstrijd, maar krijgt de 30-jarige klimmer in de zomer überhaupt wel de kans om zijn Olympische titel te verdedigen? Carapaz moet als regerend kampioen vechten voor zijn plekje.

De wielerbond van Ecuador mag namelijk maar één renner afvaardigen voor de Olympische wegwedstrijd bij de elitemannen. Carapaz lijkt de meest logische kandidaat, maar de Ecuadoraanse wielerbond werkt met bepaalde selectiecriteria. Het gaat om de UCI-punten die renners tussen 1 januari en 21 mei 2024 hebben verzameld, de resultaten in eendaagse wedstrijden en een technische analyse van de bondscoach.

Op basis van deze criteria komt niet Carapaz, maar Jhonatan Narváez in aanmerking voor het ticket. De renner van INEOS Grenadiers is momenteel bezig aan de Giro d’Italia en won afgelopen zaterdag de openingsetappe naar Turijn. De 27-jarige Narváez wist eerder dit seizoen bovendien al heel wat UCI-punten binnen te halen, met een tweede plaats in het eindklassement van de Tour Down Under en zesde stek in de E3 Saxo Classic.

Carapaz: “Het is een gebrek aan respect”
Carapaz – die dan weer een moeilijke seizoensstart achter de rug heeft – valt wellicht buiten de boot en daar kan de coureur van EF Education-EasyPost absoluut niet mee leven. “Wat me vooral stoort, is de communicatie met de wielerbond. Het is overduidelijk dat ik een startplek heb verdiend. Dat zeg ik niet uit een opwelling of omdat ik de huidige olympisch kampioen ben, maar omdat bijna 50% van de Ecuadoraanse UCI-punten door mij zijn behaald”, citeert Primicias.

“We wisten ook helemaal niet van de selectiecriteria. Begrijp me niet verkeerd: ik heb heel veel respect voor Jhonatan. Hij is een geweldige renner. We hebben er ook over gesproken en ik begrijp dat hij ook graag wil deelnemen. Het parcours ligt hem goed. Het is treurig dat we nu in deze situatie zijn beland. Maar ik kan niet zwijgen over iets dat oneerlijk is. Het is een gebrek aan respect”, maakt Carapaz van zijn hart geen moordkuil.