Gerben Thijssen verloor vier kilogram vet: “Het is tijd om te oogsten, liefst in de Giro”
Interview En of Gerben Thijssen bezig is met details. De 26-jarige sprinter werkt elke dag om de beste versie van zichzelf te zijn, en voor 2025 heeft dat geleid tot een gloednieuwe aanpak. Thijssen verloor immers vier kilogram vet, naar eigen zeggen zonder daar sprintvermogen door te verliezen. Zorgt dat voor de laatste stap richting wereldtop waar hij zo hard op hoopt?
Eerlijk is eerlijk: afgelopen seizoen is niet geworden wat Thijssen er van had verwacht. Hij begon wel sterk met zeges op Mallorca en in de Ronde van de Algarve, maar qua overwinningen kwam er daarna niets meer bij. “Mijn valpartij in de Scheldeprijs heeft eigenlijk alles verpest”, weet Thijssen. De sprintbom brak in de Antwerpse klassieker immers zijn enkel.
“Mijn plan om de Giro te rijden moest worden omgegooid. Na mijn herstel ben ik in paniek op hoogtestage getrokken. Daarna heb ik er nog enkele koersen bijgelapt en toen bleek dat ik niet goed was. Op het BK lag ik er gewoon met mijn kloten af. Ik dacht: godverdomme, ik moet naar de Tour volgende week en ik kan hier nog niet deftig volgen. Maar op de één of andere manier was ik in die Tour dan toch klaar in de eerste week. Achteraf gezien is het toch te snel gegaan en was die enkelblessure er te veel aan om uit te rijden.”
Maar geen nood. Thijssen krijgt een herkansing op Italiaanse bodem. “De Giro is plan A, maar ik vind het altijd riskant om je daar ver op voorhand over uit te spreken. We hebben vorig jaar gezien dat er nog veel kan gebeuren doorheen het seizoen. Maar ik kijk er wel naar uit. Ik heb de Vuelta al twee keer gedaan en merkte achteraf telkens dat ik een stukje beter werd. Maar niet in die mate als wat ik na de Tour heb gevoeld. Er is deze winter echt een heel stuk bijgekomen en ik wil dat zo snel mogelijk in de koersen bevestigd zien.”
Je hebt voor het eerst een andere aanpak gehanteerd.
“Dat klopt, waardoor ik 3,5 à 4 kilogram aan vet ben verloren. Je zou het niet zeggen als je me ziet, maar dat zijn toch al snel zes bidons die je minder moet meezeulen bergop en dat voel je. Kijk, sprinten is en blijft mijn job. Het is echt niet mijn doel om in de eerste grupetto te zitten in de Giro. Wél moet ik voortaan simpeler in de laatste grupetto binnen kunnen rijden. Vorig jaar in de Tour moest ik me echt in die groep sleuren, dat moet nu gedaan zijn.”
Vier kilogram is niet niets. Heb je geen vrees om zo power te verliezen?
“Zeker. Dat was ook mijn eerste gedachte toen Laurenz Rex dat probeerde voor de Tour van vorig jaar. Ik zag toen hoe scherp hij stond, maar ik had zelf toch schrik om hetzelfde te proberen. Ik ben ooit al eens gewicht verloren en dat is toen volledig verkeerd uitgedraaid. We hebben bewust gewacht tot de winter en samen met de diëtisten van de ploeg mijn lichaam goed opgevolgd. Dat voelt goed aan, maar mocht nu blijken in februari dat het niet goed is voor mij, kan ik nog altijd omschakelen richting de Girostart. Het is heel simpel: als ik bepaalde piekvermogens niet meer haal, dan weet ik waar het aan ligt en moet ik op de rem staan.”
En die evenwichtsoefening levert de beste versie van Gerben Thijssen op?
“Je leert jezelf ook steeds beter kennen. Ik ben nu 26. Ik ga niet zeggen dat het vijf voor twaalf is, maar het wordt een heel belangrijk jaar. Ik heb zeven jaar als beroepsrenner op de teller: drie bij Lotto, vier hier bij Intermarché-Wanty. Het is tijd om te oogsten.”
Wat houdt oogsten voor jou in?
“Ik mik hoger en groter dan wat ik al heb gepresteerd. Je wil als renner altijd meer winnen. Ik heb nu in mijn loopbaan negen koersen gewonnen, dat is allemaal niet slecht. Drie gemiddeld per jaar bij deze ploeg is niet weinig. Maar ja, ik droom van de volgende stap. Dat is een rit winnen in de Giro. Ik heb al getoond dat ik op WorldTour-niveau kan winnen. Nu wil ik een rit in een grote ronde en dan zijn we wel volledig vertrokken. Als sprinter is het heel simpel: eens je in die winning mood komt, ben je niet meer te houden. Kijk naar Bini (zijn ploeggenoot Biniam Girmay, red.) in de Tour: hij had plots veel vertrouwen en je ziet hoe dat uitdraait.”
Kan zo’n ritzege in een grote ronde jouw carrière veranderen?
“Ja, in de Vuelta ben ik trouwens ooit al tweede geweest. Heel stom, maar Sam Bennett stak zijn handen in de lucht en ik had in de bus gezegd: voor de tweede plek sprint ik niet. Maar achteraf kwam John Lelangue (ploegmanager bij Lotto Dstny, red.) zeggen dat Bennett, die met twee fietsen voorsprong als eerste over de finish was gekomen, was gedeclasseerd. Ik werd op een half wiel tweede, maar ik had niet eens gejumpt. Als ik daar win, dan had dat misschien veel veranderd. Maar anderzijds, het is ook gewoon een proces.”
Wie moet jou naar winst loodsen nu Boy van Poppel gestopt is?
“Vooral Gijs Van Hoecke. In mijn ideale scenario gaat heel de trein met Huub Artz en Adrien Petit mee naar de Giro, maar dat hangt af van hoe Huub evolueert. Hij is nog jong en we moeten voorzichtig zijn. Adrien is ook nog niet zeker. Ik heb heel graag dat ik goed afgezet word, dan heb ik een goede kick. Ik ben het type dat in een zetel afgezet moet worden, dan ben ik heel snel. En dan vooral als er nog niet te hard gekoerst is.”
Dat zijn grote schoenen om te vullen voor Gijs.
“Ik had het er in het begin heel moeilijk mee dat Boy stopte. Ik heb daar veel tranen voor gelaten, dat geef ik eerlijk toe. Maar om de drie dagen hebben we nog altijd contact. We bellen nog altijd voor kleine dingen, als iets tegensteekt vraag ik zijn mening. Ik steun hem in alles en hij mij. Ik hoop dat hij in de ploeg ooit gaat komen als ploegleider of sprintcoach. Pieter Vanspeybrouck doet dat ook heel goed, met Boy heb ik die speciale band. Ook Gijs is steeds meer een steunpilaar aan het worden. Hij is de nieuwe Boy (lacht).”
Maak je ook steeds vaker zélf de juiste keuzes?
“Ja en nee. Je leert uit alle finales die je hebt gedaan, dat wel. Ik heb nu de ervaring van de Tour en dat gaat me enorm helpen. Maar ik verwacht van mijn lead-outs dat ze me voor de spreekwoordelijke wasmachine aan de voorkant van het peloton houden. Dan kan ik iedereen aan. Maar als ik ‘in’ die wasmachine terechtkom, dan word ik bang en maak ik de foute keuzes. Ik was recent nog naar de reportage van de 35 sprintzeges van Mark Cavendish aan het kijken en daarin viel me op hoe cool hij blijft op het juiste moment.”
“Bij zijn laatste ritzege had ik op zo’n 250 meter van de streep nog zijn wiel te pakken. Maar ik maakte alsnog de foute keuze en werd achtste. Dan heb je niets in handen, terwijl hij wint. Het zit heel hard in de details. Ik zeg niet dat ik Cavendish zou hebben geklopt, maar toch. Zelfs al word ik derde, dan ziet het er anders uit. Maar ik zeg het, dat soort momenten geven me wel vertrouwen voor 2025.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.