Van alle Nederlanders kwam Robert Gesink tijdens de Tour de France het meest in beeld en het meest aan het woord. De renner van LottoNL-Jumbo kon met de beste mannen mee bergop en kwam als zesde aan in Parijs. En dus geldt hij als een gevierd man bij thuiskomst.

Als Robert Gesink tijdens de criteriums heel even alleen gelaten wordt, komen de toeschouwers en masse op hem af. Schouderklopjes, selfies, handtekeningen en complimenten, hij is het middelpunt van de aandacht. Gesink, terug van een lange lijst aan persoonlijke tegenslagen, bewees in de Tour de France dat het fietsen hem nog altijd uitstekend af gaat. “Ik ben de laatste tijd meer gaan fietsen voor het plezier van het fietsen”, vertelde hij aan WielerFlits. “Dat plezier overheerst nu en ik denk dat ik op die manier ook dat hoge niveau heb kunnen behalen.”

“Voor de Tour was de top-tien wel de hoop. In de Vuelta a España van vorig jaar stonden veel van de grote mannen ook aan de start en kreeg ik het vertrouwen dat ik dit wel kon. In de Tour was dit wel het maximale. Tuurlijk, als de favorieten het een keer vreselijk tegen had gezeten en ik had een keer alle geluk, wie weet. Maar in deze omstandigheden was dit het maximale. Vergeet niet; het zat me ook overal mee. De enige keer dat ik viel, was toen ik wat lastig uit het pedaal klikte en om lag. Dat gebeurt je tijdens een Tour tien keer bijna en nu lag ik een keer om.”

Gesink zal nog te zien zijn in de Ronde van Polen, de WorldTour-wedstrijden in Canada, de ploegentijdrit op het WK en de Ronde van Lombardije. De drukte mist zijn uitwerking niet op het gestel van de man uit Varsseveld. “Mijn god, ja. Zeker als je die criteriums gaat rijden, merk je hoe moe je bent. Nu zie je ook wat het heeft losgemaakt bij de fans, in de Tour zit je toch in een soort cocon. Het is supermooi om mee te maken.”