Robert Gesink waagde donderdag een eerste schot in zijn poging om tijdens deze Giro d’Italia een etappe te winnen. De rittenkaper van LottoNL-Jumbo had niet verwacht dat er iemand van de vlucht stand zou houden, maar hij stelde vast dat hij nu nog tekort komt. “Er speelden nog teveel belangen aan het begin van deze Giro”, vertelt Gesink aan De Telegraaf.

‘Taaie mannen komen later bovendrijven’
Toch is er volgens de Nederlander geen man overboord na zijn gemiste – naar eigen zeggen ‘kleine’ – kans. “Ik zat erbij in de finale en ik kon uiteindelijk nog werk doen voor George Bennett. Ik voelde me verder goed. Dus ja, een goeie dag gehad. Maar zo aan het begin van een rondje, zijn er nog veel mannen die een overdrive hebben. Als de jongens dan steeds bam, bam versnelden, dan heb ik het lastig. Daarom ging ik ook vroeg aan, om mijn eigen tempo te kunnen rijden op de klim. Maar als je een paar van dit soort zware ritten hebt gedaan, is iedereen wat vermoeider. En dan komen de taaie mannen vanzelf bovendrijven. Nog eventjes wachten op de tweede en derde week.”