Gianni Vermeersch past voor Amerikaanse WB-wedstrijden: “Het blijft een dure investering”
Een aantal profveldrijders past voor de Amerikaanse wereldbekerwedstrijden van vanavond (Waterloo) en volgende zaterdag (Iowa). Een van hen is Gianni Vermeersch. “Mijn eigen keuze. De voorbije jaren keerde ik steeds vermoeid terug uit de VS. En het blijft uiteraard een dure investering.”
“Al twee jaar na elkaar kom ik terug van die Amerikaanse trip en loopt het de daaropvolgende wedstrijden voor geen meter”, begint Vermeersch zijn verhaal. “Ik vermoed dat dit geen toeval is en dat de jetlag een deel van de oorzaak is. Daarom probeer ik het nu anders. Zonder garantie dat ik straks beter ga presteren, maar ik vind dat ik het moet proberen. En omdat het daar vorig jaar ook al niet super was, heb ik deze keer weinig te verliezen. Sowieso zal ik niet te ver wegzakken op de UCI-ranking.”
“Eigen beslissing”
Van de teams van de broers Roodhooft zijn er wel meer die passen voor de VS. Alleen Tom Meeusen en Sanne Cant maakten de voorbije week de oversteek. “In mijn geval is het zeker mijn eigen beslissing”, gaat Vermeersch voort. “Ik mocht zelf de keuze maken om al dan niet naar de VS te trekken. Maar ik snap dat er steeds minder staan te trappelen. Met wat geluk wordt het een nuloperatie, maar voor heel wat renners is dit een grote investering. De ploeg draagt wel wat bij in de kosten, maar je moet ook je eigen mecanicien en eventueel een verzorger mee de trip laten maken. Je komt al snel boven de 3000 euro uit.”
Vermeersch verliet vorige zondag in Geraardsbergen vroegtijdig de wedstrijd na een kwalijke val. “Zo wil je uiteraard niet aan je seizoen beginnen. Na een mindere start was ik nochtans goed op weg om weer de aansluiting te maken met de grote groep, maar ik nam daarbij iets te veel risico’s en ging onderuit. Mijn voorwiel glipte weg en ik viel hard op mijn knie. Ik kon echt niet meer verder door de pijn. Het gaat ondertussen weer beter, maar ik wil nog geen risico’s nemen en blijf dit weekend uit competitie. Volgende week rijd ik wel twee wedstrijden in respectievelijk Tsjechië en Slowakije.”
Niet mee naar ProContinentaal team
De West-Vlaming (25) is in loondienst bij Ciclismo Mundial, de overkoepelende vennootschap van de broers Roodhooft. In de winter komt hij uit voor het bescheiden crossteam Steylaerts-777, maar in de zomermaanden is hij ploegmaat van Mathieu van der Poel bij Corendon-Circus. Toch ziet het er niet naar uit dat hij volgende zomer mee de overstap maakt naar het wellicht ProContinentale team van Van der Poel, ook al doet hij het al jaren niet onaardig op de weg.
“Veldrijden is wat ik het liefste doe, dus blijf ik daar op focussen. Ik geloof nog altijd dat ik een stap vooruit kan zetten en mijn boterham kan blijven verdienen als crosser. Dat lukt als veldrijder als je tot de top tien van de wereld behoort. En ik ben geen Van der Poel of Van Aert op de weg. Dan biedt het crossen toch meer zekerheid.”
Het lijkt allemaal gewoon een stuk minder georganiseerd en veel Vlaamse crossers lijken liever dicht bij huis te blijven en niet alleen vanwege de kosten en de opbrengsten.