Matteo Trentin (Etixx-Quick-Step) heeft de achttiende etappe van de Giro d’Italia op zijn palmares bijgeschreven. De Italiaan was de beste van een monstervlucht en kwam na ruim 240 kilometer koers als eerste over de streep in Pinerolo. Het peloton gaf al vroeg in de rit de vlucht de vrijgeleide en volgde op meer dan tien minuten. Steven Kruijswijk kwam niet in de problemen.

Ligthart met 23 op pad in reuzevlucht
De jacht om de vroege vlucht werd al vroeg geopend en dat bleek voor 24 renners succesvol. Pim Ligthart zat mee en met zijn kompanen kreeg de Lotto Soudal-Nederlander de ruimte van het peloton. De namen: Axel Domont (AG2R La Mondiale), Davide Malacarne (Astana), Stefan Küng, Daniel Oss (BMC), Moreno Moser, Ramunas Navardauskas (Cannondale), Gianluca Brambilla, Matteo Trentin (Etixx-Quick-Step), Olivier Le Gac (FDJ), Evgeny Solomennikov (Gazprom-Rusvelo), Roger Kluge (IAM Cycling), Sacha Modolo, Matej Mohoric (Lampre-Merida), Genki Yamamoto, Gianfranco Zilioli (Nippo-Fantini), Nikias Arndt, Albert Timmer (Giant-Alpecin),  Christian Knees (Sky), Pavel Brutt, Jay McCarthy, Ivan Rovny (Tinkoff), Julen Amezqueta en Matteo Busato (Wilier-Southeast).

LottoNL-Jumbo nam de leiding in het peloton, maar vond het wel prima en gaf de leiders al snel een voorsprong van meer dan vijf minuten. De voorgift groeide met de kilometer en bedroeg lange tijd ruim elf minuten. De Nederlandse ploeg maakte geen aanstalten om het gat te dichten en dus ging de dagzege naar een van de vluchters.

Kopgroep: Italianen laten van zich horen
De finale werd gekleurd door een drietal beklimmingen. De Pramartino is 4,6 kilometer lang aan 10,5%, met maxima tot 17%. Daarnaast moest de Via Principe d’Ajaca (540m aan 14%) voor én na de Pramartino bedwongen worden. Op de Pramartino namen Moser en Brambilla het voortouw. De Italianen sloegen de handen ineen en namen afstand van hun oude metgezellen. In de lastige en smalle afdaling verloren de twee elkaar niet uit het oog, waarna zij op het vlakke deel goed samenwerkten.

Brambilla en Moser – foto: Sirotti

Een viertal (Trentin, Modolo, Rovny en Arndt) volgde op een halve minuut en naderde tot op twaalf seconden. Op de laatste Via Principe d’Ajaca zou mogelijk de beslissing vallen om de ritzege. Moser en Brambilla demarreerden om de beurt, maar zij gaven elkaar geen centimeter cadeau. In de laatste lijn kwam Trentin nog aansnellen vanuit de achtergrond. Zijn snelheid lag veel hoger dan dat van het kopduo, waar Brambilla slim de benen inhield. Moser had niets in de gaten en werd verrast door Trentin, die met de dagzege ging lopen en zo zorgde voor de vierde overwinning van Etixx-Quick-Step deze Giro.

Favorieten: Battaglin houdt kleppers in toom
Het peloton had bijna een kwartier achterstand. Op de eerste beklimming van de steile muur controleerde Bram Tankink in dienst van de roze trui. Enrico Battaglin nam het over aan de voet van de Pramartino en trok – met Kruijswijk in zijn wiel – stevig door in de favorietengroep. De Italiaan hield een dermate hoog tempo aan, dat geen favoriet een aanval durfde te plaatsen.

Kruijswijk is niet van de voorposten weg geweest – foto: Sirotti

Ook in de afzink en het vlakke tussenstuk voerde Battaglin de groep-Kruijswijk aan. Enkel de muur zorgde nog voor wat opschudding. Met verve legde Kruijswijk zijn concurrenten het zwijgen op. In de afdaling probeerde Nibali iets te forceren, maar schijnbaar moeiteloos sloot de Nederlandse klassementsleider weer aan. In de sprint wist enkel Valverde voor onze landgenoot te eindigen.