Giro 2016: Voorbeschouwing etappe 8
Het peloton in de Giro d’Italia trekt zaterdag verder naar het noorden. De finishplaats luistert naar de naam Arezzo, een stad in het nostalgische Toscane. En dat is aan het – daardoor onvoorspelbare – parcours terug te zien. WielerFlits neemt deze etappe onder de loep.
Vanuit Foligno trekken de renners zaterdag over 186 kilometer naar Arezzo, dat al liefst elf keer eerder een finish huisvestte. De laatste twee maal, in 1997 en in 2003, leverde dat beide keren een zege op voor spurtgod Mario Cipollini. De kans op een massasprint is aankomende zaterdag echter nihil, omdat er op minder dan negentien kilometer voor het einde een bijzondere en zeer lastige klim van de tweede categorie ligt.
Voordat het peloton dat spektakelstuk aandoet, moeten ze eerst nog 161 kilometer overbruggen. Vanuit de start gaat het dwars door Assisi, waar Joaquim Rodríguez in 2012 won op een steile muur. De renners passeren vervolgens Perugia en zetten voet naar Umbertide, waar een tussensprint ligt. Ze koersen daarna af op het klimmetje naar Anghiari, dat als opwarmertje geldt voor de derde categorie klim naar Scheggia. Eenmaal boven hebben de renners 120 kilometer in de benen. Vervolgens gaat het over grotendeels vlakke wegen richting Arezzo, waar men eerst al eens passeert voor de daadwerkelijke finish.
De nabijheid van Siena verraadt het al een beetje. Die plek is namelijk de finishplaats van de eendagsklassieker Strade Bianche. In de diepe finale ligt net buiten Arezzo de Alpe di Poti, een klim van de tweede categorie en 8,6 kilometer lang. De laatste zes kilometer van die beklimming gaan echter niet over mooie asfaltwegen, maar over de voor Toscane kenmerkende sterrato: onverharde grind-, vuil- en gruispaden. Vooral de eerste helft van de Alpe di Poti kent zware stijgingspercentages, met als absolute uitschieter een stukje van 14%. Op de top zijn maximaal veertien punten voor het bergklassement te verdienen, waarna men begint aan de afdaling. In Arezzo wacht vervolgens een zware laatste kilometer, die volledig omhoog loopt aan 5%, met op 750 meter voor de aankomst zelfs nog een uitschieter naar 11%.
Favorieten
Sprinters die in Arezzo ook maar een klein sprankeltje hoop hebben op een massaspurt, kunnen blijven dromen. Dat gaat namelijk niet gebeuren, omdat de Alpe di Poti en de zware laatste kilometer dat scenario vrijwel onmogelijk maken. Blijven er nog drie mogelijkheden over: de klassementsmannen gaan de finale kleuren, de vroege vlucht vecht het met elkaar uit óf specialisten op dit gebied maken het verschil.
**** Fabian Cancellara
Kijkend naar dat laatste scenario, dan komt automatisch de naam van Fabian Cancellara bovendrijven. De 35-jarige Zwitser van Trek-Segafredo won dit jaar voor de derde keer in zijn carrière de Strade Bianche, terwijl die koers pas haar tiende editie vierde. Naast kasseien kan Spartacus dus ook uitstekend uit de voeten op de Toscaanse sterrato én de steile klimmetjes die daar liggen. De Alpe di Poti is weliswaar een stuk langer dan de gemiddelde klimmetjes in de Strade Bianche, maar Cancellara wist in het verleden ook al eens de Ronde van Zwitserland op zijn naam te brengen. Hij moet zo’n klim dus aankunnen. Helemaal omdat hij zijn Giro in zijn laatste jaar als prof natuurlijk zou willen opluisteren met een dagzege. En met de huidige vorm van Tom Dumoulin in het achterhoofd, is die kans in Arezzo een stuk groter dan in de tijdrit van zondag.
*** Alejandro Valverde & Sonny Colbrelli
Naast de Zwitser behoort ook Alejandro Valverde tot de coureurs die de afgelopen tien jaar – misschien nog wel meer dan Cancellara – de allerbesten van het peloton waren. De 35-jarige Spanjaard vindt in Arezzo een aankomst die op zijn lijf geschreven is. Bovendien moet hij ook de onverharde klim kunnen overleven, omdat El Imbatido de laatste vier jaar eveneens Strade Bianche reed. Hij werd daar achtereenvolgens dertiende, twee keer derde en het afgelopen jaar tiende. Ervaring genoeg dus op de sterrato. Met zijn klimmersbenen en sterke eindschot is hij een van de topfavorieten, al was hij in de etappe van donderdag minder sterk dan men verwacht had.
Bij Bardiani-CSF zullen ze zich gelukkig prijzen dat LottoNL-Jumbo met Enrico Battaglin maar één van hun twee groeibriljantjes wegplukte. Sonny Colbrelli staat dit seizoen namelijk voor zijn grote doorbraak. Het is wachten op een échte klapper voor de 25-jarige Italiaan, maar die zou er zo maar eens kunnen komen in Arezzo. Colbrelli kon in Strade Bianche nooit echt potten breken, maar nu is het slechts één klim van de tweede categorie die hij moet overleven. Ook de stijgingspercentages moeten geen probleem zijn, daar hij alleen dit seizoen al top-10 reed in Milaan-San Remo (negende), de Brabantse Pijl (zesde) en de Amstel Gold Race (derde). Gezien zijn snelle benen aan de meet is hij een aartsgevaarlijke klant voor de ritzege.
** Diego Ulissi, Rigoberto Urán & Gianluca Brambilla
Met een ritzege op zak, is voor Diego Ulissi deze Giro al zo goed als geslaagd. Al een paar jaar beschouwt men hem in Italië als het grootste talent voor de heuvelklassiekers, maar ondanks enkele ereplaatsen is dat er nog niet echt uitgekomen. Als rittenkaper in de grootste rittenkoers van zijn thuisland is de renner van Lampre-Merida een stuk succesvoller. Al vijf keer mocht de 26-jarige Ulissi de afgelopen jaren het zegegebaar maken. Als niet-sprinter is dat best knap te noemen. In een rit als deze is hij met zijn sterke eindschot zeker iemand die om de prijzen mee kan doen.
Bij het Amerikaanse Cannondale kunnen ze meerdere troeven uitspelen, al is hun klaveren boer natuurlijk kopman Rigoberto Urán. De 29-jarige Colombiaan werd in 2013 en 2014 tweede in de Giro en boekte in beide jaren bovendien een etappezege. Dat zou ook zaterdag zo maar het geval kunnen zijn, want Urán lijkt – met een zevende plek op de slotklim naar Rocarraso – in goede doen. Bovendien heeft ook hij ervaring met de onverharde paden, getuige zijn zevende plek in de Strade Bianche van 2015.
Heel even leek het erop dat Gianluca Brambilla de jongste editie van Strade Bianche zou winnen. Onder de vod van de laatste kilometer leek zijn voorsprong nog groot genoeg, maar op de steile weggetjes in diezelfde slotkilometer raapten Cancellara en Zdeněk Štybar de vinnige Italiaan toch nog op. Brambilla zou echter met een glimlach van oor tot oor het podium beklimmen voor plek drie. De 28-jarige Italiaan van Etixx-Quick-Step is geen veelwinnaar, maar kan op dit soort terrein prima uit de voeten. Daarnaast is hij aan de meet ook niet bijzonder traag. Zorgt hij voor een relatieve verrassing in Arezzo?
* Tom Dumoulin, Filippo Pozzato, Jakob Fuglsang & Andrey Amador
Onze landgenoot Tom Dumoulin is nog altijd de trotse eigenaar van de roze leiderstrui in deze Giro d’Italia. Hij is in hoogvorm en kan daar ook op een onverharde beklimming als in de rit naar Arezzo van gebruikmaken. “Ik ben wel benieuwd naar die rit. Ik heb twee keer Strade Bianche (twaalfde en zeventiende, red.) gereden en dat vond ik leuk. Ik kon goed uit de voeten op die grindwegen. Weer een mogelijkheid, zou ik zeggen”, kijkt Dumoulin in het Algemeen Dagblad met vertrouwen vooruit naar de rit van zaterdag. Wanneer hij zijn opponenten hier nog meer tijd aan kan smeren, moet hij die klassementsambities toch maar eens serieus gaan overwegen.
Het duurde heel lang voordat Filippo Pozzato de voorbije winter onderdak vond. Uiteindelijk werd dat Southeast-Venezuela, waarvan hij zelfs het tenue mocht ontwerpen. Met de tussenkomst van de nieuwe hoofdsponsor Wilier Triestina, is daar veel rood voor in de plaats gekomen. De 34-jarige Pippo is wel hét uithangbord van de ploeg. Op de wegen van de Alpe di Poti moet hij goed uit de voeten kunnen en daarnaast heeft hij in het verleden bewezen een dermate zware klim aan te kunnen. Als oud-winnaar van Milaan-San Remo en podiumklant in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix moet men ook Pozzato in de gaten houden tijdens deze finale, die aandoet als eentje van een klassieker.
Bij Astana is Vincenzo Nibali de aangewezen kopman voor het klassement, maar heeft Jakob Fuglsang de opdracht gekregen om zo min mogelijk tijd te verliezen en hoog in het klassement te blijven staan. Op die manier kan de Kazachse ploeg de Deen uitspelen als plan-B, mocht hun kopman falen. Dat doet Fuglsang naar behoren, want hij staat op dit moment tweede in het klassement op 26 tellen van Dumoulin. Daarmee doet hij het beter dan zijn Italiaanse kopman, die we terugvinden op plek acht. De Deen oogde bij de ploegenpresentatie in Apeldoorn bovendien als een van de scherpst uitziende renners. Plaatst Fuglsang net als in de rit naar Rocarraso een vroege aanval?
Andrey Amador werd vorig jaar knap en even zo verrassend vierde in het eindklassement van deze Giro. Dat de 29-jarige Russische Costa Ricaan geen eendagsvlieg is, weten we natuurlijk al langer. Ook deze Ronde van Italië startte hij voortvarend, met een derde plek in de openingstijdrit en stek negen in de massasprint een dag later. In de bergetappe van donderdag verloor hij een klein beetje tijd op de overige concurrenten, maar dat zou hem ook wel eens de ruimte kunnen geven bij een late aanval. Mocht hij naast Valverde een vrije rol krijgen, dan kan de Movistar-coureur een heel eind komen.
Outsiders
Omdat deze rit zo onvoorspelbaar is, kan er ook een (vroege) vluchter met de zege aan de haal gaan. In dat geval komen renners als Giovanni Visconti (Movistar), Alessandro De Marchi (BMC), Stefano Pirazzi (Bardiani-CSF), Tim Wellens (Lotto Soudal), Strade Bianche 2007-winnaar Aleksandr Kolobnev (Gazprom-RusVel0) en het BMC-rasaanvaller Stefan Küng zeker in aanmerking voor de dagzege. Daarnaast mogen ook klassementsrenners als Vincenzo Nibali (Astana), Rafał Majka (Tinkoff), Johan Esteban Chaves (Orica-GreenEDGE), Bob Jungels (Etixx-Quick-Step), Rein Taaramaë (Katusha) en Sergey Firsanov (Gazprom-RusVelo) niet te veel ruimte krijgen.
Mocht het al uitdraaien op een sprint met een omvangrijke groep, dan zouden sterkere sprinters als Ramunas Navardauskas (Cannondale), Matteo Trentin (Etixx-Quick-Step), Arnaud Démare (FDJ), Heinrich Haussler (IAM Cycling) en Jurgen Roelandts (Lotto Soudal) er misschien ook nog aan kunnen hangen. Bij LottoNL-Jumbo is het zaak om Steven Kruijswijk voorin te houden, al kunnen Enrico Battaglin en de herstelde Primož Roglič misschien hun kans gaan. Dat scenario zou eveneens goed mogelijk zijn voor Nicolas Roche, die hier ook hoge ogen kan gooien. De grootste dark horse rijdt echter waarschijnlijk rond bij Cannondale. Die won namelijk in 2013 Strade Bianche en heeft getuige zijn goede tijdrit in Apeldoorn een uitstekend vormpeil: Moreno Moser.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Fabian Cancellara
*** Alejandro Valverde, Sonny Colbrelli
** Diego Ulissi, Rigoberto Urán, Gianluca Brambilla
* Tom Dumoulin, Filippo Pozzato, Jakub Fuglsang, Andrey Amador
Weer & TV
De weersverwachting in Arezzo voor zaterdag voorspelt niet veel goeds voor de iele klassementsmannetjes. Het mag dan wel maximaal 19 graden Celsius zijn, de kans op neerslag is volgens Weeronline 85%. Vooral in de middaguren kunnen er geregeld plensbuien over Toscane trekken. De wind trekt niet verder aan dan windkracht drie uit het zuiden.
De NOS is er vanaf 14.15 uur live bij. Eurosport 1 en Sporza beginnen hun uitzending allebei om 14.30, terwijl u hier op WielerFlits terecht kunt voor een Volg Hier.
[poll id=”240″]
Want Kruiswijk heeft ervaring op deze grindwegen en kan goed dalen?
Nee, allebei niet.
Goed dalen kan hij misschien niet, maar op grindwegen reed hij in 2011 toch met de beste naar boven.
Volgens mij gewoon een redelijke daler, natuurlijk niet zo goed als Nibali/Sagan maar heb hem nooit echt in de problemen gezien in afdalingen.
Ah ok, ik had nagekeken of hij ooit aan de Strade had mee gedaan. Niet dus.
Was de Giro etappe in 2011 even vergeten.
Voorlopig is Fuglsang beter dan Nibali.
Tom 'ik bepaal wie er wegrijd en hoe' Dumoulin zal niet alleen vreselijk scherp moeten zijn maar ook nog eens de mazzel moeten hebben dat hij niet één van de pechhebbers is, die vertwijfeld aan zijn door de blubber niet langer herkenbare strijdros staat te schudden en denkt: 'hij doet het niet meer'......