Giro 2016: Voorbeschouwing – Het Bergklassement
De tijdrit in Apeldoorn geeft vrijdag het antwoord op de vraag wie zich in de 99e editie van de Giro d’Italia als eerste in de roze trui mag hullen. De eerste blauwe trui wordt pas een dag later uitgereikt, als tussen Arnhem en Nijmegen bij de Van Randwijckweg in Beek drie punten te verdienen zijn. Toch zal de strijd om dat prestigieuze nevenklassement pas écht losbarsten als het peloton in Italië is neergestreken. Wie gaat er dit jaar met de maglia azzurra aan de haal? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
De roze trui in de Giro d’Italia dankt haar kleur uiteraard aan het krantenpapier waarop de organiserende krant Gazzetta dello Sport wordt gedrukt, maar waarom is de bergtrui eigenlijk blauw? Op die vraag geeft de officiële website van de Giro gelukkig een logische verklaring: “Blauw is de kleur van de hemel die je ziet als je staat op de top van de heuvel en snakt naar adem. Blauw is als een stortvloed die voortvloeit uit de bron tot op de bodem van de zee. Blauw is als het water van een meer tussen de gletsjers.” Verder staat de trui volgens de organisatie voor leiderschap, overwinningsdrang en teamspirit.
Wie hieruit de conclusie trekt dat de bergtrui altijd blauw is geweest, komt bedrogen uit. Het klassement voor de beste klimmer werd in 1933 in het leven geroepen, maar daar was destijds nog geen trui aan verbonden. Tussen 1974 en 2011 was de renner met de meeste bergpunten voor het publiek zichtbaar aan de groene trui (maglia verde). Vier jaar geleden kwam daar op voorspraak van Banca Mediolanum verandering in. De sponsor vond blauw beter passen bij de status voor beste klimmer (en bij de kleur van het eigen logo).
Recordhouder qua aantal overwinningen is de Italiaanse campionissimo Gino Bartali, die ondanks de onderbreking van de Tweede Wereldoorlog maar liefst zeven keer (1935, 1936, 1937, 1939, 1940, 1946, 1947) de ‘engel van de bergen’ werd. De Spanjaard Jose Manuel Fuente staat tweede op de eeuwige ranglijst met vier opeenvolgende overwinningen tussen 1971 en 1974.
Een Nederlandse winnaar kreeg het bergklassement van de Giro nog nooit, al bracht Steven Kruijswijk daar vorig jaar bijna verandering in. Dankzij een uitstekende slotweek deed de renner van LottoNL-Jumbo tot op de voorlaatste dag mee in de strijd om de blauwe trui. Uiteindelijk eindigde hij met 115 punten vlak achter Giovanni Visconti (125) en Mikel Landa (122) als derde. Daarmee evenaarde Kruijswijk de prestatie van Johan van der Velde, die in 1987 eveneens als derde was geëindigd.
Laatste tien winnaars van het bergklassement in de Giro d’Italia:
2006: Juan Manuel Garate
2007: Leonardo Piepoli
2008: Emanuele Sella
2009: Stefano Garzelli
2010: Matthew Lloyd
2011: Stefano Garzelli
2012: Matteo Rabottini
2013: Stefano Pirazzi
2014: Julian Arredondo
2015: Giovanni Visconti
Puntentelling
Hoewel de de organisatie de blauwe trui het liefst om de schouders van de meest gevleugelde klimmer ziet hangen, blijkt dat in de praktijk lang niet altijd het geval. Bijna elk jaar is het uiteindelijk een vluchter, die in de bergritten onderweg voldoende punten bijeen weet te sprokkelen, die met het kleinood aan de haal gaat. Om daar verandering in te brengen, ging de puntentelling in 2014 behoorlijk op de schop. Zo kunnen er sindsdien veel meer punten worden gescoord op de beklimmingen van eerste categorie, waardoor er met een lange vlucht in een heuveletappe minder eer valt te behalen.
De nieuwe opzet slaagde vooralsnog niet, aangezien de laatste twee winnaars van het blauw (Arredondo werd in 2014 61e op 2,5 uur en Visconti in 2015 18e op 50 minuten) in het algemeen klassement geen rol van betekenis speelden. Landa en Kruijswijk (respectievelijk derde en zevende in de eindstand) kwamen vorig jaar echter zo dichtbij, dat er voor de organisatie geen noodzaak was om het roer opnieuw om te gooien. De puntentelling voor de in totaal 38 hellingen ziet er daardoor als volgt uit:
Cima Coppi (Colle dell’Agnello): eerste negen renners = 40 – 28 – 21 – 15 – 10 – 7 – 4 – 2 – 1 pnt
Tien bergen van 1ste categorie: eerste acht renners = 32 – 20 – 14 – 10 – 7 – 4 – 2 – 1 pnt
Twaalf cols van 2de categorie: eerste zes renners = 14 – 9 – 6 – 4 – 2 – 1 pnt
Tien hellingen van 3de categorie: eerste vier renners = 7 – 4 – 2 – 1 pnt
Acht heuvels van 4de categorie: eerste drie renners = 3 – 2 – 1 pnt
De Cima Coppi, oftewel het plafond van de Giro, wordt bereikt in de negentiende etappe richting skioord Risoul. De Colle dell’Agnello brengt de renners naar een hoogte van 2744 meter. De Passo Sella (veertiende etappe, tweede categorie) is aangewezen als La Montagna Pantani. De in 2004 overleden wielrenner legde hier in 1998 de basis voor een van zijn vele ritzeges in de Giro.
Het parcours kent dit jaar vijf aankomsten bergop en een klimtijdrit. Slechts bij één rit in lijn (de negentiende op vrijdag 27 mei) is de finishlijn op de top van een col van eerste categorie getrokken. Lees meer over het parcours in onze uitgebreide voorbeschouwing.
Profiel Cima Coppi:
De aankomsten bergop en klimtijdrit:
12 mei – Etappe 6: Ponte – Roccaraso (Aremogna)
Profiel
17 mei – Etappe 10: Campi Bisenzio – Sestola
Profiel
22 mei – Etappe 15: Castelrotto – Alpe di Siusi (Klimtijdrit)
Profiel
24 mei – Etappe 16: Bressanone – Andalo
Profiel
27 mei – Etappe 19: Pinerolo – Risoul
Profiel
28 mei – Etappe 20: Guillestre – Sant’Anna di Vinadio
Profiel
Favorieten
Een goed klassement rijden of een etappe winnen. Dat zijn de ambities die je veel renners voor de start van een grote ronde hoort uitspreken. Het winnen van de bergtrui is echter voor bijna niemand een doel op zich. Vaak wordt dat pas een reële optie als een geboren avonturier zichzelf na een aantal ontsnappingen in lastige ritten terugvindt in de top van het bergklassement. Of als een meesterknecht plots de vrijheid krijgt als zijn kopman door het ijs zakt. Daarnaast kunnen ook renners in de top van het klassement de trui als ‘bijvangst’ in de wacht slepen, zeker met de sinds 2014 geldende puntenverdeling.
Door het geringe aantal aankomsten bergop (twee minder dan in 2015) lijken de aanvallers dit jaar in het voordeel te zijn. Door bij een lange vlucht onderweg veel punten te rapen en in de finale zo lang mogelijk aan te haken, kan een solide basis worden gelegd voor het veroveren van het blauwe tricot. Zo finishte Visconti in de Giro van vorig jaar slechts in één etappe (vierde in de vierde rit) bij de beste tien in de daguitslag. Dat aanvalslust wordt beloond, geldt dus zeker voor het bergklassement.
Gewezen klassementsrenners die stilaan in de herfst van hun carrière verkeren, kunnen de strijd om de bergtrui aangrijpen om toch nog in de schijnwerpers te rijden. Laurent Jalabert deed dat in het verleden vaak in de Tour de France, Stefano Garzelli won zo het bergklassement in de Giro. Waarom zou Damiano Cunego die aanpak niet kunnen kopiëren? De Giro-winnaar van 2004, inmiddels 34 jaar oud, heeft alvast grootse plannen. “Deze Giro is op mijn lijf geschreven. Ik heb de ritten goed bestudeerd en zal veel aan gaan vallen, om mijn armen weer eens in de lucht te kunnen steken”, spreekt de kopman van Nippo-Vini Fantini zichzelf alvast moed in.
Een andere oud-Girowinnaar (2012) op leeftijd is Ryder Hesjedal. Na zijn vijfde plaats van vorig jaar gaat de Canadees opnieuw voor een goed klassement, maar zijn vroege opgave in de Ronde van Romandië is geen positief signaal. Bij een valse start in de Giro zal de renner van Trek-Segafredo het ongetwijfeld over een andere boeg gooien en voor de aanval kiezen. En wat te denken van Michele Scarponi (Girowinnaar 2011), al zal hij bij Astana vooral voor kopman Vincenzo Nibali moeten rijden.
Voor de renners in dienst bij Italiaanse ProContinentale ploegen is het dragen van de bergtrui in eigen land een uitgelezen kans om publiciteit te pakken. Stefano Pirazzi slaagde er in 2013 zelfs in om het klassement te winnen, na een jaar eerder achter Matteo Rabottini als tweede te zijn geëindigd. De renner van Bardiani-CSF zal dat kunstje graag willen herhalen. Ook zijn ploeggenoten Francesco Bongiorno en Giulio Ciccione zijn renners om in de gaten te houden. Wilier-Southeast zal zich vooral richten op de vlakke ritten, of een talent als Daniel Felipe Martinez moet zich al kunnen onderscheiden.
Gazprom-Rusvelo is de enige niet-Italiaanse ploeg die een wildcard kreeg en zal dat vertrouwen van de organisatie willen belonen. Sergey Firsanov lijkt daarvoor de aangewezen man met zijn sterke optredens dit seizoen in Italiaanse koersen als de Settimana Internazionale Coppi e Bartali (eindwinst) en de Ronde van Trentino (vierde). Bij die andere Russische ploeg, Katusha, is de aanvalslustige Est Rein Taaramäe een goede pion om voor de bergtrui te gaan.
Een renner die zich ook niet graag verstopt in het peloton is Alessandro De Marchi. De meest aanvallende renner in de Tour van 2014 werd vorig jaar vierde in het bergklassement van de Vuelta. Bij BMC kan ook worden gegokt op de Colombiaan John Darwin Atapuma. Of krijgen we met Merhawi Kudus (Dimension Data) een bergkoning uit Eritrea? En wat mogen we verwachten van zijn ervaren ploeggenoot Igor Anton, die de voorbije twee jaar in dienst van Movistar geen potten wist te breken in de Giro?
Natuurlijk mag met Giovanni Visconti ook de winnaar van vorig jaar niet vergeten worden. De Italiaan zal bij Movistar vooral in dienst van Alejandro Valverde moeten rijden, maar de ploeg kan ook kiezen voor het sturen van vooruitgeschoven pionnen. Daar kan dan ook de opgeleefde Carlos Betancur van profiteren. Hoeveel vrijheid krijgen Davide Formolo en Joe Dombrowski bij Cannondale van hun kopman Rigoberto Uran?
Steven Kruijswijk kan zich na zijn derde plaats van vorig jaar ook weer in de strijd om de bergtrui gaan mengen, maar het rijden van een goed algemeen klassement heeft zijn prioriteit. Mocht hij onverhoopt een slechte dag hebben, kunnen die plannen natuurlijk nog wijzigen. Met de Sloveen Primoz Roglic en de Italiaan Enrico Battaglin heeft LottoNL-Jumbo nog meer renners in huis die goed bergop kunnen.
De grootste Belgische kanshebber luistert naar de naam Tim Wellens. De renner van Lotto Soudal kijkt niet naar het klassement, maar wil voor ritzeges gaan. Maakt hij die ambitie waar, dan levert dat automatisch veel punten op. Wat wordt de strijdwijze van Etixx-Quick-Step met Gianluca Brambilla, Carlos Verona en Bob Jungels? En zet Diego Ulissi met de vele heuvelritten dit jaar zijn zinnen op de bergtrui? Of flikt de Poolse veteraan Przemyslaw Niemiec nog eens een kunstje? FDJ heeft de goede klimmer Alexandre Geniez (vorig jaar negende) in huis, die zich ook in eerste instantie op het klassement zal richten.
Bij Sky draait het in de eerste grote ronde van het jaar vooral om de kopman Mikel Landa (met Sebastian Henao aan zijn zijde), waarmee niet is gezegd dat er geen klassementsman het bergklassement kan winnen. Wie weet trekt Vincenzo Nibali, Alejandro Valverde, Ilnur Zakarin, Rafal Majka, Esteban Chaves of een van de AG2R La Mondiale-klimmers Domenico Pozzovivo of Jean-Christiphe Péraud op 29 mei de laatste blauwe trui aan. Zij komen echter uitgebreid aan bod in onze voorbeschouwing op de roze trui.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Damiano Cunego
*** Stefano Pirazzi, Sergey Firsanov
** Tim Wellens, Carlos Betancur, Ryder Hesjedal
* Giovanni Visconti, Alessandro De Marchi, Rein Taaramäe, Primoz Roglic
[poll id=”229″]
Het parcours kent dit jaar vijf aankomsten bergop en een klimtijdrit.
De finish van de klimtijdrit is een berg van eerste categorie dus de eerste/snelste 8 krijgen daar ook punten voor het bergklassement, toch?
Visconti mag dan al wel een tijdje in Spaanse loondienst rijden, vooralsnog blijft hij toch Italiaan (fout vlaggetje op erelijst laatste jaren).
En gewoon omdat het ongeveer de enige renner in het peloton is (voor zover ik weet althans) die er een heuse strijdkreet op nahoudt, is er voor mij maar één echte favoriet voor deze trui: "Tutti pazzi per Pirazzi!"
Met de Sloveen Primoz Roglic en de Italiaan Enrico Battaglin heeft LottoNL-Jumbo nog meer renners in huis die goed bergop kunnen.
Om eerlijk te zijn heb ik mijn twijfels over de klimcapaciteiten van Battaglin. Zeker niet genoeg voor de bergtrui, aangezien hij toch echt een renner is voor de heuvels.
Knechten van de podiumkandidaten zie ik ook niet meedoen voor de bergtrui.
Wie dan wel? Aanvallende renners die een vrije rol hebben. Hesjedal kan (maar lijkt niet in vorm). Wellens uiteraard (al zal hij eerder ritten kapen in het middengebergte). Idem voor De Marchi.
Wie hou je over? Moeilijk. Een renner die sterk kan klimmen maar geen klassement rijdt in de Giro? Denk aan Chavez, of Pozzovivo.
Anders die echte Italiaanse aanvallers die te kort komen voor een klassement: Bongiorno, Pirazzi, Formolo.
Mooi klassement dit maar hij lijkt van zoveel minder waarde dan de bollen. Word hoog tijd dat de UCI eindelijk eens WT-punten toekent aan de winnaar, zeg 50 punten per nevenklassement. Zullen ook minder sprinters opstappen halverwege.
Dat blijft het enige zwaktebod van de Giro.
Elke voorspelling van de winnaar is dus even goed (of even fout) in mijn ogen. En als je het nu goed voorspelt, dan had je aan het begin van dit voetbalseizoen moeten inzetten op Leicester City
En zeker Pozzo
Wf cunego Schaam je hahaha
Moet wielerflits zich nog steeds schamen?
Ik heb gelukkig - meer voor de lol - tien euro bij de bookmakers ingezet op Cunego voor de bergtrui, aangezien ik al tijden een fan ben.