Giro 2025: Mini-Strade Bianche, Mortirolo en Colle delle Finestre?
foto: Cor Vos (archief)
woensdag 8 januari 2025 om 10:53

Giro 2025: Mini-Strade Bianche, Mortirolo en Colle delle Finestre?

Aankomende maandag wordt het parcours van de Giro d’Italia 2025 (eindelijk) voorgesteld. Traditioneel lekt in aanloop naar de presentatie een deel van de route al uit. Op basis van informatie van verschillende websites en kranten zet WielerFlits op een rij wat we nu al (lijken te) weten.

Waar geen onduidelijkheid meer over is, is dat de komende Ronde van Italië – voor het eerst in de geschiedenis – zal starten in Albanië. De aanloop naar deze grote aankondiging verliep verre van vlekkeloos, maar inmiddels heeft organisator RCS Sport de eerste drie etappes op Albanees grondgebied onthuld.

Giro-start: een atypisch begin

De Giro gaat van start met een lastige openingsrit van 164 kilometer, met start in Durazzo (Durrës) en aankomst in Tirana. In de finale rond de hoofdstad wordt twee keer de Surrel-klim aangedaan, waarna de finish na een afdaling ligt. Op de tweede dag volgt een individuele tijdrit van 13,7 kilometer door Tirana met halverwege een kort klimmetje.

Etappe drie is 160 kilometer lang, kent start en finish in Valona (ook wel Vlorë) en voert de renners grotendeels langs de kust. De sprinters hoeven zich geen illusies te maken, want de laatste klim van de dag is behoorlijk zwaar en ligt niet heel ver van de finish: Qafa E Llogarasë van 10,7 kilometer à 7,4%. Op de flanken van deze beklimming zullen de klassementsrenners al vroeg de degens kruisen.

Op het volledige parcours van de 108e Giro d’Italia is het dus nog even wachten, maar Cicloweb heeft op basis van verschillende bronnen al het verdere (vermeende) Giro-parcours in kaart gebracht. In de vierde etappe koersen de renners weer op Italiaanse bodem. In de regio Apulië zou een rit zijn uitgetekend van Alberobello naar Lecce. De vijfde rit speelt zich dan weer af tussen Ceglie Messapica en Matera.

Eerste week: Pittige klimopdrachten en stofhappen naar Siena

Rit zes zal volgens lokale media La Città di Salerno en TGR Campania vertrekken uit Potenza, om vervolgens koers te zetten naar Napels. De havenstad staat bekend om de vulkaan Vesuvius, het historische centrum op de UNESCO Werelderfgoedlijst en voetbalclub SSC Napoli en zijn sterspeler Diego Armando Maradona. Maar ook wat betreft de wielersport kent Napels een rijke historie. De plaats was al 86 keer gastheer voor de Giro d’Italia.

De zevende etappe vindt vermoedelijk plaats in de centraal gelegen regio Abruzzen en dat betekent klimmen geblazen. Eenmaal vertrokken uit Castel di Sangro koersen de renners over meerdere bergen – waaronder de klim naar Roccaraso en de Valico della Forcella – richting de slotbeklimming naar skigebied Marsia (11,7 km à 5,7%, met in de laatste twee kilometer percentages tot 12%).

De negende etappe belooft een ‘mini-Strade Bianche’ te worden – foto: Cor Vos

De coureurs krijgen na deze pittige bergrit in de Abruzzen geen tijd om op adem te komen, want in het tweede weekend volgen er twee zeer verraderlijke etappes. De achtste etappe van Giulianova en Castelraimondo kent de nodige hoogtemeters en een mogelijk zeer explosieve finale, terwijl rit negen dan weer de onverharde gravelwegen van de regio Toscane zal opzoeken.

De Strade Bianche-rit zou beginnen in Gubbio, in de regio Umbrië. Vanaf daar zou koers gezet worden richting Toscane, waar de renners vijf gravelstroken zouden staan te wachten. Het is nog niet bekend om welke stroken het precies gaat, maar volgens Cicloweb wordt een deel van de finale van Strade Bianche gevolgd. De finish, weet de Italiaanse wielersite zeker, ligt na de steile Via Santa Caterina op het Piazza del Campo in Siena.

Tweede week: beproeving tegen de klok en Sloveens uitstapje

Na een dagje stophappen richting Siena, zijn de renners toe aan een welverdiende eerste rustdag. De klassementsrenners zullen op die dag echter niet alleen maar bezig zijn met herstellen, aangezien één dag later een zeer belangrijke individuele tijdrit op het programma staat. De tweede Giro-week opent met een beproeving tegen de klok van Lucca naar Pisa van ongeveer dertig kilometer, over zo goed als vlakke wegen. De finish ligt pal naast de wereldberoemde Toren van Pisa.

In deze tijdrit zal het algemeen klassement ongetwijfeld worden opgeschud, maar de klimmers krijgen in de daaropvolgende etappes nog zeker de kans om verloren tijd goed te maken. In de elfde etappe – met start in Viareggio en een finish in Castelnuovo ne’ Monti – liggen meerdere pittige beklimmingen te wachten, waaronder de beruchte Passo San Pellegrino in Alpe. Deze beklimming maakt na een langere afwezigheid weer zijn opwachting in de Ronde van Italië.

Philippe Gilbert won in 2015 een Giro-rit op de Monte Berico – foto: Cor Vos

In de tweede week van de Giro mogen de renners zich naar verluidt ook opmaken voor twee ‘overgangsetappes’ naar Viadana (rit 12) en Vicenza (rit 13), al zit het venijn van de dertiende etappe hem wel in de staart. De finishstreep is namelijk getrokken op de Monte Berico (1,1 km à 7,2%). Dit is een klim die aardig wat overeenkomsten vertoont met de San Luca in Bologna. Ook nu wordt er richting een kerk geklommen en opnieuw ligt er een zuilengalerij langs (een deel van) de asfaltweg.

De Ronde van Italië speelt zich dit jaar overigens niet alleen af op Albanees en Italiaans grondgebied, maar zal ook een blitzbezoekje brengen aan buurland Slovenië, het land van Giro-winnaars Tadej Pogacar en Primoz Roglic. Het zou gaan om een etappe met finish in Nova Gorica. Dit is een plaats van zo’n 30.000 inwoners met de nodige Italiaanse invloeden. Dat is ook niet zo gek, aangezien Nova Gorica grenst aan de Italiaanse stad Gorizia.

De tweede week wordt afgesloten met een sportieve knaller. De vijftiende etappe tussen Fiume Veneto en Asiago zal worden gekruid door een bekende scherprechter en dat is de Monte Grappa. Deze ruim twintig kilometer lange beklimming zat vorig jaar ook in het parcours van de Giro d’Italia, maar werd toen wel pas in de voorlaatste rit – en laatste cruciale rit voor het eindklassement – opgediend.

Slotweek: klimmen, klimmen en nog eens klimmen

Na een tweede en laatste rustdag beginnen de renners aan de derde en laatste week van de Giro. In de slotweek zal traditiegetrouw de beslissing vallen in de strijd om de eindzege. De klimmers krijgen in meerdere ritten de kans om hun slag te slaan. De eerste mogelijkheid dient zich al meteen aan, want de zestiende etappe kunnen we wellicht bestempelen als de koninginnenrit. Tussen Piazzola sul Brenta en Brentonico wachten meerdere beklimmingen, met onder meer de Passo di Santa Barbara (12,7 km aan 8,3%).

In rit zeventien zal het kaf ook van het koren worden gescheiden. Het belooft een pittige bergetappe te worden, met passages over de Passo del Tonale en de gevreesde Mortirolo, gevolgd door een snelle afdaling en een op- en afgaande finale van een dertigtal kilometer naar de finish in wintersportoord Bormio, op een hoogte van net geen 1.200 meter.

Alberto Contador in het roze – foto: Cor Vos

De coureurs zullen de Mortirolo naar verluidt vanuit Monno beklimmen, maar de organisatie heeft nog een verrassing in petto. De renners zullen namelijk een nieuw, bijzonder steil stuk (de ‘recta Alberto Contador’, vernoemd naar de tweevoudig Giro-winnaar) afleggen richting de top van de klim. Dit is een strook van 2,8 kilometer aan een gemiddelde van liefst 13,2%. De klim is in zijn totaliteit 9,8 kilometer lang, aan net geen 10%.

Na deze twee zware bergritten krijgen de nog aanwezige sprinters een uitgelezen mogelijkheid om voor de zege te bikkelen, want de achttiende etappe (Morbegno-Cesano Maderno) is zo goed als vlak. Voor de klassementsrenners is het zaak om zoveel mogelijk energie te sparen, met de zware bergetappes naar Champoluc (rit 19) en Sestriere (rit 20) nog voor de boeg.

In de etappe naar Champoluc lijken de Col Tzecore, Col de Saint Pantaléon en Col de Joux de belangrijkste scherprechters. De voorlaatste etappe van de Giro zal dan weer finishen in Sestriere – het dorp op ruim 2.000 meter hoogte – waar in 2020 Tao Geoghegan Hart de eindzege in de Giro naar zich toetrok. Eerder in de rit volgen er al twee joekels van beklimmingen, met de loodzware en slechts deels geasfalteerde Colle delle Finestre en de Colle del Lys.

De Giro d’Italia eindigt op zondag 1 juni – na drie weken – in Rome met een etappe voor de sprinters, zoals de afgelopen twee edities al het geval was.

In een interview met BiciSport heeft Giro d’Italia-baas Mauro Vegni al uit de doeken gedaan hoe de Giro er in 2025 in grote lijnen uit gaat zien. “Na Albanië vertrekken we naar de regio Puglia”, aldus Vegni over de zuidelijke regio in ‘de hak van de laars’. “En om dan van het zuiden naar het noorden te komen heb je veel etappes nodig, omdat er geen lange transfers mogen zijn. Door de regels mogen we ook niet boven de 3.500 kilometer uitkomen, dus moeten de etappes en de transfers korter.”

“De Giro zal een schema kennen zoals dit jaar, er zal geen extreem zware slotweek in zitten zoals twee jaar geleden. Het wordt een lastig slot, maar wel uitgebalanceerd“, vertelt de Giro-baas, die ook nog verrassingen in petto heeft. “Dat kunnen onverharde wegen zijn, maar ook andere dingen. Nieuwigheden zijn er ook […] en er zullen twee individuele tijdritten in zitten.”

Etappes Giro d'Italia

Datum Rit Van Naar
09.05 1
Durazzo
Tirana
164.00 km
10.05 2
Tirana
Tirana
13.50 km
11.05 3
Vlora
Vlora
160.00 km
12.05 4
-
-
- km
13.05 5
-
-
- km
14.05 6
-
-
- km
15.05 7
-
-
- km
16.05 8
-
-
- km
17.05 9
-
-
- km
18.05 10
-
-
- km
20.05 11
-
-
- km
21.05 12
-
-
- km
22.05 13
-
-
- km
23.05 14
-
-
- km
24.05 15
-
-
- km
25.05 16
-
-
- km
27.05 17
-
-
- km
28.05 18
-
-
- km
29.05 19
-
-
- km
30.05 20
-
-
- km
31.05 21
-
-
- km
01.06 22
-
-
- km

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.