Greg Van Avermaet: “Gelukkig reed ik in gouden jaren niet tegen grote drie”
Greg Van Avermaet zal zondag zijn dertiende Parijs-Roubaix rijden. De oud-winnaar start echter met beperkte ambities, zo vertelt hij aan Sporza. “Ik hoop dat ik toch nog eens finale kan rijden. Ik blijf gemotiveerd om in Roubaix resultaat te rijden.”
Van Avermaet was in 2017 de beste op de vélodrome in Roubaix. De Belgische renner klopte toen Zdenek Stybar, Sebastian Langeveld, Jasper Stuyven en Gianni Moscon in een sprint met vijf. Tegenwoordig is Van Avermaet echter geen grote kanshebber meer voor zeges in klassiekers. Dit jaar is hij bezig aan een eerder anoniem voorjaar, vorig weekend nog goed voor een 62ste plaats in de Ronde van Vlaanderen.
“In de Ronde merkte je dat het de hele dag nooit stil lag. Daardoor krijg je een extra snelle en lastige koers, wat opnieuw in het voordeel van die drie (Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en Wout van Aert, red.) is, want zij hebben in het slot steeds een extra versnelling in huis waar de rest geen antwoord op heeft.”
Medelijden
“Ik heb echt medelijden met renners zoals Stefan Küng of Valentin Madouas. Zij rijden ook steeds op een heel hoog niveau, maar vechten telkens voor een ereplaats. Dat moet frustrerend zijn”, aldus Van Avermaet. “Er wordt dan al snel gezegd dat je niet goed genoeg bent, maar als je een top 10-plaats kan behalen, is dat toch ook al een heel straffe prestatie.”
De Belgische ancien, 37 jaar, is onder de indruk van de prestaties van Pogacar, Van der Poel en Van Aert. “Het is moeilijk om generaties met elkaar te vergelijken. Maar je kan niet ontkennen dat we met drie fenomenen zitten die overal kunnen meedoen voor de zege, dat is toch wel ongezien.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.