Groen geen hoofddoel voor Philipsen in de Tour: “Maar dat kan het nog worden”
Jasper Philipsen won in de Ronde van Frankrijk van 2022 twee etappes. Wat zijn zijn ambities in de komende Tour? “Ik wil een rit winnen. Maar goed: ééntje is geentje, zeggen ze, en zelf wil je ook altijd meer. In de Tour is dat niet evident”, zegt hij in een uitgebreid interview met HUMO.
Philipsen geldt ook als een van de kanshebbers voor het puntenklassement. Zelf is hij echter nog niet al teveel bezig met het groen. “Voorlopig is het geen hoofddoel, maar dat kan het nog worden. Als Wout van Aert er zijn zinnen op zet, wordt het moeilijk: van alle snelle mannen raakt hij het vlotst over de bergen. Alleen: hij heeft al een paar keer aangegeven dat het groen dit jaar geen hoofddoel voor hem is. Als dat zo is, nemen mijn kansen toe.”
De laatste rittenkoers die Philipsen reed in aanloop naar de Tour, was de Baloise Belgium Tour. Hij won daar de openingsrit, voor Fabio Jakobsen. Laatstgenoemde was dan weer de beste in de laatste rit. “In de slotetappe deed ik iets verkeerd, waardoor hij won”, aldus Philipsen. “En op weg naar Knokke (de tweede etappe, die ook door Jakobsen werd gewonnen, red.) ben ik gevallen. Twee kansen op een ritzege die ik heb verknoeid, dus.”
“Nu, die ene zege heeft veel vertrouwen gegeven: met mijn sprint zit het nog altijd goed. Maar Jakobsen wordt een te duchten concurrent”, aldus Philipsen. Op de vraag of Jakobsen en hij de snelsten van het peloton zijn, antwoordde de sprinter van Alpecin-Deceuninck: “Je hebt ook Dylan Groenewegen, en een paar jonge gasten. Van Aert ook, natuurlijk. En Pedersen, misschien.”
Van der Poel
Bij Alpecin-Deceuninck beschikken ze in de Tour de France ook over Mathieu van der Poel. De Nederlander zal zijn eigen kansen ongetwijfeld grijpen, maar kan ook als sprintaantrekker fungeren voor Philipsen. “Met Mathieu erbij beschikken we over een enorme troef in onze lead-out: hij telt voor twéé renners. De power die hij ontwikkelt, is ongezien.”
Klassiekers
In Parijs-Roubaix lieten de twee ook al zien uitstekend samen te kunnen werken: Van der Poel won, Philipsen werd tweede. Dat die laatste zich mengde in de Helleklassieker, kwam niet uit de lucht vallen voor Alpecin-Deceuninck. Philipsen had al plannen om zich ook in het voorjaarswerk te tonen. “Intrinsiek ben ik een sprinter, maar door training kun je ook in een andere richting evolueren. Mochten ze (de ploeg, red.) er niet in geloofd hebben, hadden ze niet al die moeite al gedaan.”
“Afgelopen winter hebben we onze aanpak bijgestuurd: ik ben op hoogtestage gegaan en heb daarna vooral met de klassieke renners getraind. Op de sprint heb ik me minder toegelegd”, aldus Philipsen, die erkent dat hij daarmee het risico loopt dat zijn snelheid afbot. “Daarom blijft de ploeg waakzaam. Dit is mijn derde jaar: ze kennen mijn lichaam. Dat ik niet op mijn snelle benen lijk te hebben ingeboet, zorgt voor gemoedsrust.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.