Frédéric Guesdon zorgde in 1997 voor een van de grootste verrassingen in de geschiedenis van Parijs-Roubaix door op de wielerbaan van Roubaix naar de zege te sprinten. De inmiddels 46-jarige oud-renner is 21 jaar na dato ploegleider van de man die hem weleens zou kunnen opvolgen als (Franse) winnaar van De Hel van het Noorden: Arnaud Démare. In gesprek met Cyclingnews geeft Guesdon aan vertrouwen te hebben in zijn poulain.

Démare deed zijn liefde voor de Noord-Franse keien op als junior en belofte, met onder meer een tweede plaats in de juniorenversie van Parijs-Roubaix in 2009. Bij de profs duurde het lang voordat de Fransman zijn liefde voor kasseien kon omzetten in een goed resultaat in de keiklassieker bij uitstek. Vorig jaar wist hij dan toch de ban te breken, door op de wielerbaan naar een zesde plaats te sprinten.

Met de editie van vorig jaar in het achterhoofd, zakt de Franse WorldTour-formatie met vertrouwen af naar het derde monument van het seizoen. Ondanks het feit dat de Franse kampioen in de Ronde van Vlaanderen (15e) net niet meekon met de voorwacht. “Parijs-Roubaix ligt hem echter beter dan de Ronde van Vlaanderen”, is Guesdon stellig.

“In Parijs-Roubaix gaat het om het leveren van vermogen op het vlakke, terwijl in Vlaanderen explosiviteit belangrijker is. Arnaud is iemand die het van de kracht moet hebben.” Naast het feit dat de Franse klassieker hem beter ligt, heeft hij ook het voordeel van een sterke sprint. “Hij kan met zijn eindschot met vertrouwen een sprint aangaan op het Vélodrome. Maar we weten ook dat je in Parijs-Roubaix moeilijk kunt spreken van een ideaal scenario. De wedstrijd verandert voortdurend, waardoor je de hele tijd waakzaam moet zijn”, aldus Guesdon.