Het jaar 2018 van de WorldTour-ploegen in cijfers – Deel 2
foto: Innsbruck-Tirol 2018 / BettiniPhoto
woensdag 26 december 2018 om 09:00

Het jaar 2018 van de WorldTour-ploegen in cijfers – Deel 2

Special Nu het jaar op zijn einde loopt, wordt er teruggeblikt op het voorbije jaar. Het jaar 2018 kenmerkte zich onder meer door de veertien zeges van Dylan Groenewegen, de langverwachte wereldtitel van Valverde, de bevestiging van Egan Bernal en het heroveren van de groene trui van Peter Sagan. In twee delen neemt WielerFlits het jaar van de WorldTour-ploegen door. Vandaag deel twee.

Hoe werden de zeges op WorldTour-niveau verdeeld?

Alle WorldTour-ploegen behaalden samen 190 overwinningen op WorldTour-niveau, dit komt neer op 97% van het totale aantal van 196 WorldTour-zeges. Er gingen zes overwinningen naar renners op ProContinental-niveau. Van de 196 zeges op WorldTour-niveau gingen er 38 naar Quick-Step Floors. Dit komt neer op negentien procent van het aantal totaal te vergeven zeges op WorldTour-niveau. De Belgische formatie won onder meer de eendagskoersen Dwars door Vlaanderen, de Ronde van Vlaanderen, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Daar bovenop won de ploeg dit jaar maar liefst dertien etappes in grote rondes. Vier stuks in de Tour de France en de Vuelta a España, en nog vijf zeges in de Giro d’Italia.

Op respectabele afstand van Quick-Step Floors volgt BORA-hansgrohe met 22 zeges op WorldTour-niveau. De ploeg van drievoudig wereldkampioen Peter Sagan scoorde voornamelijk met zijn sprinters. Zo won Bennett zes etappes op WorldTour-niveau, gelijk verspreid over de Giro d’Italia en de Presidential Cycling Tour of Turkey. Pascal Ackermann wist ook zes zeges op het hoogste niveau te boeken, waaronder een etappe in het Critérium du Dauphiné en de Prudential RideLonden-Surrey Classic. Sagan wist dit jaar Gent-Wevelgem, Parijs-Roubaix en drie ritzeges in de Tour de France te boeken.

Sky maakt het ‘podium’ compleet met 21 zeges in WorldTour-koersen. De Britse ploeg wist één derde hiervan te behalen met eindoverwinningen in rittenkoersen. Onder meer de Giro d’Italia, het Critérium du Dauphiné en de Tour de France staan op de erelijst van de ploeg van Dave Brailsford. Ook wist het in de Giro en de Tour twee ritzeges te boeken. Net als in Parijs-Nice, de Tour of California en de Ronde van Polen.

Helemaal onderaan bungelen dezelfde namen als in de rest van het verhaal (zie ook het eerste deel). Katusha-Alpecin, Dimension Data en EF Education First-Drapac behaalden alle drie twee zeges op het hoogste niveau, waarmee ze één procent van het geheel binnen hengelden. De ProContinentale renners waren met zes zeges verantwoordelijk voor drie procent van het totaal aantal te verdelen WorldTour-zeges.

De eerste hiervan was Jonathan Hivert tijdens de derde etappe van Parijs-Nice, niet kort hierna gevolgd door ploeggenoot Jérôme Cousin in de vijfde rit in diezelfde rittenkoers. Beide Fransmannen van Direct Energie wisten vanuit een vlucht te winnen. De derde ProContinentale renner die een zege op WorldTour-niveau wist te boeken, was Taco van der Hoorn. Hij wist in de BinckBank Tour ook een vlucht succesvol af te ronden.

In de Vuelta a España kwam in de zesde etappe voor het eerst een renner van een ProContinentale ploeg die niet middels een vlucht wist te winnen. Nacer Bouhanni was in de straten van San Javier sneller dan Danny van Poppel en Viviani in de massasprint. Er waren tijdens de Vuelta niet één, maar twee zeges door een renner van het tweede niveau. In de dertiende etappe was er een zeer verrassende winnaar. De Spanjaard Óscar Rodríguez van Euskadi-Murias wist op de flanken van La Camperona zijn medevluchters achter zich te laten en zo naar zijn eerste profzege te rijden. Wederom een overwinning van een ProContinentale renner vanuit een vlucht.

De laatste overwinning van een ProContinental-renner was er niet één vanuit een vlucht. Na twee renners van Direct Energie won er ook een tweede renner van Euskadi-Murias. Eduard Prades wist in de Presidential Cycling Tour of Turkey steeds attent van voren te koersen, waardoor hij in de laatste rit met een tweede plaats voldoende bonificatieseconden wist te pakken om de eindoverwinning binnen te slepen. Het leverde de Spanjaard eveneens een transfer naar WorldTour-niveau op. Prades rijdt volgend jaar bij Movistar.

Van de WorldTour-ploegen behaalde Sunweb het grootste deel van zijn overwinningen tijdens een WorldTour-koers, maar liefst 73% was op het hoogste niveau. Slechts driemaal was een overwinning van een Sunweb-renner niet op WorldTour-niveau. BORA-hansgrohe doet het met 67% niet veel minder dan de ploeg van Tom Dumoulin. BMC is met 64% de derde ploeg in de ranglijst.

Helemaal onderin de ranglijst staat Bahrain-Merida, waar slechts 15% van de overwinningen op het hoogste niveau was, waaronder wel Milaan-San Remo. Ook Trek-Segafredo en AG2R La Mondiale scoren met 20% betrekkelijk laag.



Op welk continent was jouw favoriete ploeg het meest succesvol?

Waarin Trek-Segafredo dan wél weer hoog in scoort, is het aantal verschillende continenten waarin werd gewonnen. In maar liefst vijf van de zes continenten met minstens één UCI-koers wist de Amerikaanse formatie te winnen. Alleen in Azië wist het niet te zegevieren. Het merendeel, vijftien van de twintig, behaalde het team in Europa. Ook Mitchelton-Scott en Quick-Step Floors wisten op vijf verschillende continenten te winnen. Apart genoeg is voor alle drie de ploegen een ander continent een hiaat op het palmares van 2018. Quick-Step Floors wist niet te winnen in Afrika en Mitchelton-Scott kwam in Zuid-Amerika tot geen enkele zege.

Er was één team dat slechts op één continent wist te winnen. AG2R La Mondiale wist dit jaar alleen in Europa te winnen. Van de vijftien zeges op Europees grondgebied, waren er ook nog eens elf in Frankrijk. Verder boekte de ploeg twee ritzeges in de Vuelta a España en wist Gediminas Bagdonas zowel tegen de klok als in de wegrit nationaal kampioen van Litouwen te worden.

Gezamenlijk wisten de WorldTour-ploegen 457 overwinningen te behalen. Maar liefst tachtig procent, 364 stuks, van de zeges vond zijn oorsprong in Europa. Azië volgt met negen procent, 43 overwinningen. Noord-Amerika (19 zeges), Zuid-Amerika (14 zeges) en Oceanië (13 zeges) ontlopen elkaar vervolgens weinig. In Afrika werd met vier zeges het minst aantal overwinningen geboekt door WorldTour-formaties. Markant detail: alle vier tijdens nationale kampioenschappen.

Marktleider in Europa was Quick-Step Floors, dat 55 maal met de handen de lucht in kon. Gevolgd door Sky met 35 en Groupama-FDJ met 32. Ook in Zuid-Amerika was de Belgische formatie van Lefevere de best presterende WorldTour-formatie met zes zeges. Gevolgd door wederom Sky met drie zeges en Trek-Segafredo met twee. In Afrika was Mitchelton-Scott de beste ploeg van het hoogste niveau. Twee van de vier zeges op Afrikaans grondgebied kwamen op naam van een Mitchelton-Scott-renner. Daryl Impey wist in beide disciplines nationaal kampioen van Zuid-Afrika te worden.

In Noord-Amerika was LottoNL-Jumbo uiterst succesvol. De Nederlandse ploeg wist met Sepp Kuss drie ritzeges en het eindklassement te winnen in de Tour of Utah en een etappe in de Colorado Classic met Pascal Eenkhoorn. De geel-zwarte brigade wordt gevolgd door Sky, BMC en Quick-Step Floors, die allen tot drie zeges kwamen. In Oceanië was het de enige WorldTour-ploeg met een licentie uit een Oceanisch land die het grootste aantal zeges wist te boeken. Mitchelton-Scott kwam tot vijf zeges op eigen continent. Lotto Soudal, BORA-hansgrohe en BMC kwamen tot twee. Azië bleek dit jaar erg succesvolle bodem voor Astana. De Kazachse formatie wist tien van de dertig zeges op Aziatische gronden te behalen, kort gevolgd door Quick-Step Floors met acht. Een heel stuk verder staan BORA-hansgrohe en UAE Emirates met vier zeges.


Welke equipe presteert het best met renners van eigen bodem?

Veelgehoorde kritiek aan het adres van Quick-Step Floors is dat de ploeg te weinig wint met Belgen. Van alle WorldTour-ploegen scoort de formatie van Lefevere ook betrekkelijk laag in het aantal overwinningen dat geboekt is door renners uit het land waar de licentie van het team vandaan komt. Slechts vier procent van de 73 zeges is geboekt door een Belg. Tweemaal Yves Lampaert en eenmaal Philippe Gilbert, direct bij zijn terugkeer na zijn knieblessure.

De ploeg die hier het hoogst in scoort is Groupama-FDJ. De Franse ploeg bestaat voor bijna twee derde uit Fransen, wat deze statistiek ook enigszins verklaart. Deze Fransen zorgden voor 82% van het totaal aantal zeges van de ploeg van Marc Madiot. Ook Movistar (73%) en AG2R La Mondiale (67%) scoren erg hoog. Ook deze ploegen bestaan ook voornamelijk uit renners uit eigen land.

Dezelfde drie ploegen scoren ook voornamelijk in het land van herkomst. AG2R La Mondiale wint heeft zelfs bijna driekwart van haar gewonnen wedstrijden op Frans grondgebied behaald. Minder tevreden sponsoren zullen er rondlopen bij EF Education First-Drapac en Dimension Data. Hier werden geen zeges behaald door renners of in het land waar de licenties geregistreerd staan, terwijl ze beide wel de nodige renners uit de desbetreffende landen onder contract hebben staan.

Ook Bahrain-Merida scoort hierop laag, maar deze ploeg heeft een meer internationaal karakter en er zal dan ook intern geen kwaad woord over gevallen zijn. Sterker nog: de ploeg heeft geen renner uit Bahrein onder contract staan en er staan ook geen UCI-geregistreerde wedstrijden op de kalender die verreden worden in de oliestaat.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.