Het wielerseizoen 2021 in opvallende statistieken
Met de Ronde van Drenthe van afgelopen zondag zit het Europese wegseizoen er definitief op. We verleggen de focus naar het baanwielrennen en de cross, waardoor WielerFlits alle tijd heeft om de balans op te maken van het wegseizoen 2021 bij de mannen. Het jaar in cijfers aan de hand van ProCyclingStats.
De meeste individuele zeges van het seizoen
De zegekoning van 2021 is een keertje geen sprinter. Voor het eerst in tien seizoenen (Philippe Gilbert was in 2011 de laatste niet-spurter die dat bewerkstelligde) viel die eer te beurt aan een ander type renner. Na Elia Viviani in 2018, Dylan Groenewegen in 2019 en Arnaud Démare in 2020, mogen nu liefst drie renners de officieuze titel van Zegekoning 2021 dragen. Opmerkelijk is dat ze alle drie geen sprinter zijn: Wout van Aert, Primož Roglič (beiden Jumbo-Visma) en Tadej Pogačar (UAE Emirates) wonnen ieder dit jaar dertien keer.
De Sloveen in Nederlandse dienst won onder meer de Ronde van Spanje, olympisch goud op de tijdrit en de Ronde van het Baskenland. Diens ploeggenoot Van Aert won onder anderen drie etappes in de Tour de France, de Amstel Gold Race en Gent-Wevelgem. Pogačar won kwalitatief de grootste wedstrijden, met de Tour de France als absolute hoogtepunt. Hij pakte met Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije daarnaast nog eens twee monumentale zeges én in het voorjaar won hij ook nog Tirreno-Adriatico en de UAE Tour.
Zegekoning 2021 in UCI-koersen
Wout van Aert (Jumbo-Visma) – 13 zeges
Tadej Pogačar (UAE Emirates) – 13 zeges
Primož Roglič (Jumbo-Visma) – 13 zeges
Mark Cavendish (Deceuninck-Quick-Step) – 10 zeges
Arnaud Démare (Groupama-FDJ) – 9 zeges
Ethan Hayter (INEOS Grenadiers) – 9 zeges
Tim Merlier (Alpecin-Fenix) – 9 zeges
Jasper Philipsen (Alpecin-Fenix) – 9 zeges
4. Sonny Colbrelli (Bahrain Victorious) – 8 zeges
4. Remco Evenepoel (Deceuninck-Quick-Step) – 8 zeges
4. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) – 8 zeges
5. Phil Bauhaus (Bahrain Victorious) – 7 zeges
5. Sam Bennett (Deceuninck-Quick-Step) 7 zeges
5. Marijn van den Berg (Groupama-FDJ U23) – 7 zeges
5. Fabio Jakobsen (Deceuninck-Quick-Step) – 7 zeges
5. Patryk Stosz (Voster-ATS) – 7 zeges
5. Elia Viviani (Cofidis) – 7 zeges
De ploeg met de meeste zeges van het seizoen
Met Van Aert en Roglič beiden als zegekoning van het jaar 2021, moet Jumbo-Visma ook welhaast boven aan de teamranking staan met de meeste zeges. Niets is minder waar, al vinden we de Nederlandse WorldTour-formatie wel terug op plek twee. Verreweg de meeste overwinningen werden behaald door Deceuninck-Quick-Step. De Belgische ploeg van Patrick Lefevere verzamelde niet minder dan 65 zeges. Opvallend detail: liefst achttien van de dertig Deceuninck-Quick-Step-renners wisten in 2021 minimaal één overwinning op zak te steken.
Jumbo-Visma kwam uiteindelijk op 43 zeges uit, verdeeld behaald door dertien renners. INEOS Grenadiers behaalde met hetzelfde aantal renners in totaal 35 overwinningen en daarmee vinden we de rijkste ploeg van de wereld terug op een derde plaats. Ook opvallend: de vierde ploeg op de eindafrekening is ProTeam Alpecin-Fenix, waar kopman Mathieu van der Poel niet de enige is die overwinningen binnenharkt. Met zijn acht stuks had hij slechts een klein aandeel in het totaal van 32 zeges, verdeeld over in totaal acht man.
Team met de meeste UCI-zeges in 2021
Deceuninck-Quick-Step – 65 zeges
Jumbo-Visma – 43 zeges
INEOS Grenadiers – 35 zeges
4. Alpecin-Fenix – 32 zeges
4. UAE Emirates – 32 zeges
5. Bahrain Victorious – 30 zeges
5. BORA-hansgrohe – 30 zeges
Het land met de meeste zeges in 2021
De Belgen doen het in beide eindafrekeningen dus uitstekend, waardoor het logisch lijkt dat zij het aantal zeges op basis van de landenranking aanvoeren. Maar schijn bedriegt. Frankrijk voert deze ranglijst aan met 96 zeges. De Italianen volgen er met zes minder. België en Nederland delen de derde plaats met allebei 75 overwinningen. Slovenië staat ondanks de aanwezigheid van Pog & Rog ‘pas’ op plek tien met 32 overwinningen. Matej Mohorič (vier), Jan Tratnik en Nik Čemažar (beiden één) krikten het aantal van 26 zeges nauwelijks omhoog.
Landen met de meeste UCI-zeges in 2021
Frankrijk – 96 zeges
Italië – 86 zeges
België – 75 zeges
Nederland – 75 zeges
4. Colombia – 45 zeges
5. Duitsland – 44 zeges
Renner met de meeste koersdagen en kilometers in 2021
Geen winnaar zonder harde werkers om zich heen. In de onderstaande ranglijst hebben we de renners verwerkt met de meeste koersdagen achter de rug én wie de meeste kilometers gemaakt hebben. In beide gevallen komt Cesare Benedetti als ‘winnaar’ uit de bus. De 34-jarige renner van BORA-hansgrohe naturaliseerde zich dit jaar tot Pool en werkte negentig koersdagen af. Op precies 25% van alle dagen in 2021 zat hij in een koers op de fiets. Ook opvallend: Intermarché-Wanty Gobert reed veel wedstrijden en vaak met dezelfde namen. Daarnaast heeft Jordi Meeus als neoprof niet minder dan tachtig koersdagen op de teller… En de kritiek dat Mathieu van der Poel te veel doet? Dit jaar kwam hij slechts aan 34 koersdagen op de weg.
De meeste koersdagen van 2021
Cesare Benedetti (BORA-hansgrohe) – 90 dagen
Rein Taaramäe (Intermarché-Wanty Gobert) – 86 dagen
Max Walscheid (Qhubeka NextHash) – 85 dagen
4. Danny van Poppel (Intermarché-Wanty Gobert) – 84 dagen
5. Jesús Herrada (Cofidis) – 83 dagen
5. Jan Hirt (Intermarché-Wanty Gobert) – 83 dagen
5. Boy van Poppel (Intermarché-Wanty Gobert) – 83 dagen
5. Luis León Sánchez (Astana-Premier Techt) – 83 dagen
8. o.a. Jordi Meeus (BORA-hansgrohe) – 80 dagen
De kilometervreter van 2021
Cesare Benedetti (BORA-hansgrohe) – 14.784 kilometers
Danny van Poppel (Intermarché-Wanty Gobert) – 13.592 kilometers
Max Walscheid (Qhubeka NextHash) – 13.548 kilometers
4. Andrea Pasqualon (Intermarché-Wanty Gobert) – 13.422 kilometers
5. Boy van Poppel (Intermarché-Wanty Gobert) – 13.365 kilometers
Meeste DNFs van het jaar 2021
Het lijstje waarin een renner zijn eigen naam niet graag terugziet: het overzicht van renners met de meeste DNF’s (Did Not Finish) op hun conto. Eerlijk is eerlijk: veel mannen uit deze lijst zijn geen hoogvliegers bij de kleinste teams uit profwedstrijden. De 27-jarige Italiaan Niccolò Salvietti van het nietige Mg.K Vis VPM spant de kroon: van de 22 wedstrijden waarin hij dit jaar startte, reed hij er slechts zes uit. Daarvan waren vijf rittenkoersen en daarom des te opvallender: in vijftien gevallen gaf hij op in een eendagswedstrijd. In de de lijst hieronder heeft – behoudens Aleksandr Riabushenko en Tony Hurel – niemand zekerheid voor 2022.
De renners met de meeste Did Not Finish achter hun naam in 2021
Niccolò Salvietti (Mg.K Vis VPM) – 16 keer
Julien Antomarchi (Xelliss-Roubaix Lille Métropole) – 15 keer
Ludwig De Winter (Intermarché-Wanty Gobert) – 15 keer
Matthias De Witte (Xelliss-Roubaix Lille Métropole) – 15 keer
Marco Frapporti (Vini Zabù) – 15 keer
Tony Hurel (St. Michel-Auber93) – 15 keer
Aleksandr Riabushenko (UAE Emirates) – 15 keer
Manuele Boaro (Astana-Premier Tech) – 14 keer
Lyndsay De Vylder (Sport Vlaanderen-Baloise) – 14 keer
Joab Schneiter (Vini Zabù) – 14 keer
Boris Vallée (Bingoal-Pauwels Sauzen-WB) – 14 keer
Pieter Vanspeybrouck (Intermarché-Wanty Gobert) – 14 keer
De overige lijsten zijn lang; hier vind je de gehele ranking.
Het beste rugnummer in 2021
Bijgeloof in de wielersport is van alle dagen. Michael Boogerd at standaard de avond voor de Amstel Gold Race penne met wodkasaus, Johan Museeuw reed rond met een rozenkrans en rugnummer dertien spelden renners vaak ondersteboven op hun koerstricot. Daarnaast kan iedere liefhebber zo een aantal mythische rugnummers opnemen. Denk aan rugnummer 51, waarmee Eddy Merckx zijn eerste Tour de France won en Bernard Hinault later ook. Of rugnummer 181: Lance Armstrong boekte er zijn eerste Tour-zege mee, Tom Dumoulin won met dat nummer de Giro d’Italia en Mathieu van der Poel betoverde ermee de Amstel Gold Race. Maar wat was nu dit seizoen eigenlijk het meest succesvolle rugnummer?
Het rugnummer met de meeste zeges van het jaar 2021
Rugnummer 1 – 50 zeges
Rugnummer 11 – 43 zeges
Rugnummer 41 – 24 zeges
4. Rugnummer 14 – 22 zeges
5. Rugnummer 21 – 21 zeges
5. Rugnummer 43 – 21 zeges
5. Rugnummer 81 – 21 zeges
Beste klassieker renner op de UCI Ranking 2021
Sinds 2019 maakt de UCI aan het eind van het jaar een aantal nevenklassementen op. Zo ook een optelsom van alle resultaten in de eendagklassiekers. Dat heeft voor het derde opeenvolgende jaar een Belgische winnaar opgeleverd en net als in 2020 is dat Wout van Aert. Met zeges in de Amstel Gold Race en Gent-Wevelgem en een derde plek in Milaan-San Remo, houdt hij wereldkampioen Julian Alaphilippe ruim achter zich. Tadej Pogačar eindigt ondanks twee monumentale overwinningen op plek drie, net voor Mathieu van der Poel.
Eindstand UCI One Day Race World Ranking 2021
Wout van Aert (Jumbo-Visma) – 3016 punten
Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) – 2523 punten
Tadej Pogačar (UAE Emirates) – 1915 punten
4. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) – 1836 punten
5. Sonny Colbrelli (Bahrain Victorious) – 1705 punten
Beste ronderenner op de UCI Ranking 2021
Diezelfde ranglijst maakt de internationale wielerbond ook voor rittenkoersen. Daarin staat Tadej Pogačar wel bovenaan met een straatlengte voorsprong op zijn landgenoot Primož Roglič en een nog grotere marge op Egan Arley Bernal. De oplettende lezer weet dat dit de winnaars van respectievelijk de Tour de France, de Vuelta a España en de Giro d’Italia zijn. Opvallend is overigens dat behoudens Roglič, de overige renners in de top vijf allemaal jonger zijn dan 25 jaar. João Almeida en Jonas Vingegaard maken die top-5 compleet.
Eindstand UCI Stage Race World Ranking 2021
Tadej Pogačar (UAE Emirates) – 3423 punten
Primož Roglič (Jumbo-Visma) – 2499 punten
Egan Arley Bernal (INEOS Grenadiers) – 2187 punten
4. João Almeida (Deceuninck-Quick-Step) – 1771 punten
5. Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma) – 1545 punten
8. Wout van Aert (Jumbo-Visma) – 1341 punten
18. Wilco Kelderman (BORA-hansgrohe) – 1035 punten
Beste renner op de UCI Ranking 2021
Allemaal leuk en aardig die nevenklassementen, maar het draait natuurlijk om de echte wereldranglijst: de UCI World Ranking. Daar zien we een mengelmoes van de beste klassiekerrenners met de beste ronderenners, aangevoerd door misschien wel de beste renner van het jaar: Tadej Pogačar. De 23-jarige Sloveen won de Tour de France, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije (naast tal van andere koersen), waarmee hij dat toch met recht mag zeggen. Hij houdt Wout van Aert en Primož Roglič achter zich.
Eindstand UCI Individual World Ranking 2021
Tadej Pogačar (UAE Emirates) – 5363 punten
Wout van Aert (Jumbo-Visma) – 4382 punten
Primož Roglič (Jumbo-Visma) – 3924 punten
4. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) – 3104.67 punten
5. Egan Arley Bernal (INEOS Grenadiers) – 2576 punten
7. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) – 2461 punten
Best presterende renner van 2021
Een grappig gegeven is dat de beste renner van het seizoen niet meteen de best presterende renner van het seizoen is. Dat klinkt gek, maar dat is het niet. Wanneer je het aantal behaalde punten (in dit geval geen UCI-punten, maar de punten die ProCyclingStats zelf geeft) per renner deelt door het aantal koersdagen, dan levert Wout van Aert een beter seizoen af dan Tadej Pogačar. De Belg haalt per gereden koersdag namelijk 57.3 punten binnen, terwijl dat voor de Sloveen 53.6 punten zijn. Van Aert levert dus meer voor zijn salaris dan Pogačar, maar ook dan Jumbo-Visma ploegmaat Primož Roglič én Mathieu van der Poel.
Beste presterende renner op basis van koersdagen van 2021
Wout van Aert (Jumbo-Visma) – 57.3 punten per koersdag
Tadej Pogačar (UAE Emirates) – 53.6 punten per koersdag
Primož Roglič (Jumbo-Visma) – 49.3 punten per koersdag
4. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) – 42.5 punten per koersdag
5. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step – 30.9 punten per koersdag
Beste team op de UCI Ranking 2021
Wout van Aert, Primož Roglič en Tadej Pogačar komen steeds terug als het gaat om de boventoon in de individuele rankings. Maar hun ploegen Jumbo-Visma en UAE Emirates vinden we pas terug op de plekken drie en vier op de UCI Team Ranking. Deceuninck-Quick-Step staat dankzij mannen als Julian Alaphilippe, Remco Evenepoel en Fabio Jakobsen fier bovenaan. Ook INEOS Grenadiers is in de breedte sterker dan Jumbo-Visma en UAE Emirates. Logisch ook, wanneer je Egan Arley Bernal, Adam Yates en Richard Carapaz in je team hebt. Ook een knappe prestatie van ProTeam Alpecin-Fenix: zesde met 8251 punten.
Eindstand UCI World Team Ranking 2021
Deceuninck-Quick-Step – 15641.21 punten
INEOS Grenadiers – 14998.66 punten
Jumbo-Visma – 12914.67 punten
4. UAE Emirates – 12355.66 punten
5. Bahrain Victorious – 10429 punten
Beste land op de UCI Ranking 2021
Het WK in Leuven liet zien dat de koers nergens zo leeft als in België. Dat is ook terug te zien in de landenranking van de UCI. De Belgische coureurs verzamelden bij elkaar afgerond 14350 punten en dat zijn er nogal wat meer dan Slovenië, dat het net iets meer dan 2500 punten moet toegeven. Daarbij wel de kanttekening dat het Balkan-land eigenlijk slechts teert op drie goede renners, waarbij de Belgen er op veel meer kunnen rekenen. Nederland staat op gepaste afstand op een zesde plaats, nog achter Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië.
Eindstand UCI World Nation Ranking 2021
België – 14349.33 punten
Slovenië – 11993 punten
Frankrijk – 11541.67 punten
4. Italië – 10851 punten
5. Groot-Brittannië – 9960.6 punten
6. Nederland – 9808.66 punten
Conclusie na het wielerjaar 2021
De voornaamste conclusie van het wielerjaar 2021 is het verval van het Spaanse wielrennen, dat zich steeds verder doorzet. Na de gouden generatie met Alberto Contador, Óscar Freire, Joaquim Rodríguez en de nog altijd actieve Alejandro Valverde, is de opvolging – ondanks de aanwezigheid van mannen als Mikel Landa, Marc Soler en Enric Mas – er niet. Het is veelzeggend dat de 41-jarige Valverde nog altijd de beste Spanjaard op de UCI Ranking is. El Pistolero luidde in een uitgebreid interview met WielerFlits eind 2020 al eens de noodklok.
Toch is er een lichtpuntje in de duisternis. Met Juan Ayuso is er dit jaar een nieuw toptalent opgestaan. De amper 19-jarige renner van UAE Emirates maakte dit seizoen zijn profdebuut en won al liefst zes UCI-koersen. Maar behoudens de eveneens piepjonge ronderenner Carlos Rodríguez (INEOS Grenadiers) en de 24-jarige klimrevelatie Juan Pedro López (Trek-Segafredo), lijkt ook in de laag onder de huidige generatie Spaanse toppers niet te baden in weelde. Voor het Spaanse wielrennen is die situatie zorgelijk. Geen mañana, mañana meer.
Een andere opvallende conclusie is dat het aantal UCI-punten behaald door renners onder de 23 jaar dit jaar voor het eerst in zes seizoenen gedaald is. Dat is overigens te verwaarlozen. Om precies te zijn werd 10,8% van de PCS-punten (de eigen punten die ProCyclingStats geeft, niet te verwarren met UCI-punten) behaald door renners onder de 23 jaar. In het jaar 2020 was dat nog 11,1%. Overigens is hierin goed de trend te zien dat jonge renners steeds vaker op jonge leeftijd al meedoen om de prijs. In 2001 – toen doping nog van alledaags was – werd slechts 2,8% van alle punten behaald door renners onder de 23 jaar. Dat is straf.
België kan in ieder geval terugkijken op een uitstekend jaar en dat dankt het vooral aan Wout van Aert. De kopman van Jumbo-Visma deed op bijna alle terreinen mee en stak een aantal mooie overwinningen op zak. Ook de Belgische ploeg Deceuninck-Quick-Step deed weer van zich spreken als meest succesvolle team ter wereld. Wat dat betreft redde Jumbo-Visma een beetje de Nederlandse eer. Het seizoen van de oranjehemden was door vooral Mathieu van der Poel, Dylan van Baarle, Bauke Mollema, Danny van Poppel, Wilco Kelderman én Fabio Jakobsen zeker niet slecht, maar een topjaar was 2021 allerminst.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.