Jeffrey Hoogland, Nils van ’t Hoenderdaal, Matthijs Büchli en Hugo Haak slaagden er woensdagavond niet in om de wereldtitel op de Teamsprint te pakken. Nieuw-Zeeland was nog een maatje te groot. “De jongens hebben een uitstekend toernooi gereden”, meent bondscoach René Wolff.

Olympische Spelen veiliggesteld 
Door de prestaties op de Teamsprint, kan Wolff tickets voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro gaan boeken. “Ze hebben zich twee keer met de besten van de wereld kunnen meten en de rest ook nog eens flink onder druk kunnen zetten. Dat is een fijne constatering. Het is nu zaak, richting de Spelen in Rio, de komende maanden nog een volgende stap te zetten. Er komen dit WK met de keirin, sprint en kilometer natuurlijk nog een paar prachtige onderdelen, waarop we ons ook willen laten zien, maar de gedachte dat de reis naar Rio geboekt kan worden, zorgt wel voor ontspanning.”

Tijden in de finale minder
In de finale moesten de teamsprinters dus het onderspit delven tegen Nieuw-Zeeland. Bij Nederland nam Büchli in de finale de plek in van Haak, om dat Wolff op die manier hoopte een snellere tijd dan in de kwalificaties te noteren. Dat lukte niet, maar de Kiwi’s evenmin. In de finale klokte Nieuw-Zeeland uiteindelijk 43,257 seconden (in de kwalificaties nog 43,096), terwijl Nederland met 43,469 seconden (in de kwalificaties 43,266) tevreden moest zijn met zilver. “Het voelt als een grote overwinning. Tuurlijk voel je wel even iets van teleurstelling als je de finale verliest, maar we moeten aan dit resultaat vooral het gevoel overhouden dat we een serieuze stap hebben gezet”, vindt Hoogland.