Ilan Van Wilder pakt de draad weer op in pechseizoen: “Ongelofelijk wat ik meemaak”
Ilan Van Wilder had momenteel eigenlijk de Ronde van Italië moeten rijden, maar de jonge Belg zit thuis met een gebroken kaakbeen na een val in Luik-Bastenaken-Luik. Hij zit echter al wel weer op de fiets. “Het is ook de bedoeling om van 20 mei tot 6 juni op hoogtestage te gaan naar de Sierra Nevada”, zegt Van Wilder tegen Het Nieuwsblad over zijn plannen voor de komende periode.
Er is ook al een nieuw koersprogramma. “Ik herbegin in de Baloise Belgium Tour of – als het echt goed gaat – in de Ronde van Zwitserland. Daarna volgt een nieuwe hoogtestage met de ploeg in Livigno, om toe te werken naar de Ronde van Polen en misschien ook de Vuelta. Dat is nog niet honderd procent zeker”, aldus Van Wilder, die vindt dat het “echt tijd” is voor een grote ronde: “Dat gaat mijn ontwikkeling heel goed doen.”
De laatste tijd zit het de renner van Quick-Step-Alpha Vinyl niet echt mee. “Het is ongelofelijk wat ik meemaak: een knieoperatie in november. Dan corona, dan gevallen in Catalonië. Ik zou dan op hoogtestage gaan, maar die ging niet door na een griepepidemie in de ploeg. Uiteindelijk raakte ik toch klaar voor de Giro – ik mag zeggen dat ik in de beste vorm van mijn leven was – en dan breek ik mijn kaak in de Luik-Bastenaken-Luik.”
“Vorig jaar was er dat gedoe met DSM (Van Wilder wilde zijn doorlopende contract bij DSM laten verbreken via een gang naar de rechter, red.). Nu ben ik opnieuw zes weken kwijt. Elke keer gebeurt er iets waardoor het net niet lukt. Dat moet stoppen en dat gaat ook stoppen. Ik heb gevoel dat deze blessure een keerpunt is, dat alle bad luck eindelijk voorbij is.”
“Periode bij DSM was de hel”
De moeilijke periode bij DSM heeft hem ook gesterkt, vertelt Van Wilder. “Mentaal ben ik ondertussen steenhard geworden. Die periode bij DSM was de hel. Dus wat me nu overkomt, kan ik relativeren. Ik geef eerlijk toe: vorig seizoen – of toch de tweede helft daarvan – was mentaal de moeilijkste periode in mijn leven. Zet eender welke renner in mijn plaats en driekwart geeft op of wordt depressief.”
“Elke ochtend stond ik op in het donker, zonder doel, zonder perspectief voor de toekomst. Precies het omgekeerde van wat een topsporter nodig heeft. Je denkt: WTF moet ik nu vijf uur gaan trainen? Waarom? En toch heb ik het gedaan. Ik heb niet opgegeven. Toen de ploeg me in september toch nog opstelde in twee koersen, waren ze zelf verrast over hoe goed ik was. En omdat ik niveau haalde, heb ik toch nog de overstap naar Quick-Step kunnen maken. Ik ben er goed uitgekomen en dat heb ik aan mezelf te danken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.