In 2025 één Nederlander fulltime bij Visma | Lease a Bike Development: “We vinden ze niet en dat is zorgelijk”
Interview Visma | Lease a Bike Development telt in 2025 slechts één Nederlandse wegrenner. Sjors Lugthart (19) houdt die eer hoog. De 21-jarige Tom Schellekens gaat zich volgens Gerben de Knegt namelijk focussen op het mountainbiken. Opvallend, eens te meer omdat in 2021 werd begonnen met CyclingClassNL. Tot nu toe stroomden via dat initiatief Lugthart en Menno Huising door naar de Nederlandse ploeg. Maar Merijn Zeeman en Robbert de Groot stellen bij WielerFlits vast dat die rekensom moeilijker is dan het lijkt.
Met tot op heden elf UCI-zeges kijkt De Groot voorlopig tevreden terug op 2024, al hoopt hij wel dat zijn ploeg in de laatste weken van het seizoen nog iets moois kan laten zien. “Wat wij als speciaal hebben ervaren en wat ook bijzonder is, is de bevestiging dat Jørgen Nordhagen een heel groot talent voor het rondewerk is en de supersnelle doorbraak van Matthew Brennan. Hij kan écht heel goed aankomen en is supersnel. Maar ook zijn tijdrit over korte en middellange afstanden is heel sterk en daarbij heeft hij de kwaliteit om stevige heuvels te overleven. Of hij dan lijkt op iemand als Ethan Hayter? Meer een Simon Gerrans of Michael Matthews.”
De teammanager van de beloftenploeg onderstreept wel dat hij liever geen namen op renners plakt. Wel is hij ook blij met de ontwikkeling van de Nederlanders binnen zijn ploeg. “Menno Huising en Tijmen Graat zijn echt goed doorgegroeid. Het is ook mooi dat Darren van Bekkum elders zijn profdebuut kan maken, nadat we hem bewust vier jaren bij ons hebben gehouden. Ook Jesse Kramer is druk bezig om elders een mooie ploeg te vinden. Los van die vier was het aan de Nederlandse kant mager. Dat gaat niet goed dit jaar. Wij vinden op dit moment niet de renners waarvan wij denken dat ze echt het potentieel hebben om de WorldTour te halen.”
Andere keuzes en grote zorgen
Volgens De Groot heeft dat ook te maken met wensen die jonge renners steeds vaker hebben. “Een deel heeft niet genoeg kwaliteit om door te stoten. Dat klinkt heel hard, maar zo is het wel. En er zijn jongens die bepaalde wensen hebben. Dat ze bijvoorbeeld willen blijven crossen of op de baan willen rijden. Als dat niet matcht, dan moet je niet overgaan tot een samenwerking. Maar ook om ons heen zie ik een hoog niveau en is het erg interessant om te zien dat er ook nieuwe jongens doorkomen, bij Development Team dsm-firmenich PostNL, Metec-Solarwatt, VolkerWessels en Parkhotel Valkenburg.”
Toch baart het huidige niveau bij de Nederlandse beloften hem zorgen. “We begonnen ons Development Team met de lichting uit 2000, met Mick en Tim van Dijke en Rick Pluimers. Die hebben alle drie een heel goed niveau. Ook Gijs Leemreize uit 1999 doet het goed. In 2001 was het naast Olav Kooij en Casper van Uden – die buiten kijf staan – wat magerder. Vanuit 2002 heb je Darren dan, Huub Artz die het heel goed doet en Wessel Mouris. Hij doet het ook prima, maar dat is geen Lenny Martinez of Matthew Brennan. Tijmen komt uit 2003 en heeft zich natuurlijk bewezen. En dan heb je uit 2004 Menno en Max van der Meulen die veelbelovende dingen laten zien.”
“Ik mis ongetwijfeld nog namen, maar over het algemeen is het in Nederland wel dun bezaaid”, gaat De Groot verder. “Van een groot deel van deze namen en ook anderen die ik niet noem, denk je wel eens: ‘hé, dat is een mooie prestatie’. Alleen van het merendeel kunnen we niet structureel zeggen dat ze aankloppen bij de wereldtop. Maar wat daarna komt uit de jaren 2005 en 2006, daar maak ik me écht zorgen over. In die lichting zitten geen Menno’s, Max’en, Tijmens of Darrens – al begon die laatste pas laat met koersen. Daaraan moeten we wennen. Bij de nieuwelingen en eerstejaars junioren – waaronder Michiel Mouris – rijden vanaf 2007 wel weer een paar interessante renners.”
Dat Nederland wel net een heel goede Ronde van de Toekomst reed en Graat pas de vierde Nederlander is in twintig jaar tijd die het podium haalt, verbloemt volgens De Groot de problemen die er zijn. “Het is hartstikke knap wat de jongens daar voor elkaar hebben gebokst. Tijmen reed op een heel hoog niveau, maar die derde plek komt ook echt door het goede rijden van Darren, Max, Menno, Huub en Wouter Toussaint. Vrijwel allen stromen door naar de profs. Maar welke Nederlanders gaan volgend jaar de Tour de l’Avenir rijden? Tijmen en Menno gaan niet meer. Max is prof. Huub en Darren zijn te oud. Het gaat een paar jaar duren voordat we daar weer renners voor hebben.”
CyclingClassNL werkt, ondanks uitblijven talenten
In het najaar van 2021 werd gestart met het nieuwe initiatief CyclingClassNL, een samenwerking tussen de KNWU, NOC*NSF en wat nu Visma | Lease a Bike is. Een verenigingsonafhankelijk opleidingsprogramma voor getalenteerde jongens en meiden van vijftien tot en met achttien jaar. CCNL moet bijdragen aan de fysieke ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en voedingsleer van talenten en helpt hen een balans te vinden tussen sport, school en privéleven. In dat opzicht is het opvallend dat de jongste talenten van eind 2021, komend seizoen eerstejaars belofte zijn en dus voor Visma | Lease a Bike Development kunnen rijden. Sjors Lugthart is echter de enige fulltime Nederlander.
Hij komt overigens ook uit het opleidingsprogramma van de bonden en Visma | Lease a Bike. “Wij geloven er echt in dat CyclingClassNL nog altijd het beste programma is voor jong talent. Alleen dat heeft ook tijd nodig”, vindt De Groot. “Je kunt niet de kraan openen en verwachten dat er meteen een wereldtopper uit stroomt. Kijk, als we alleen Nederlanders zouden selecteren, dan hadden we van de afgelopen lichting een aantal jongens graag bij het team gehaald. Maar dat doen we niet. We willen meer.”
“Wij willen het allerhoogste niveau”, benadrukt De Groot. “Dan is de concurrentiestrijd met landen om je heen gewoon heel hard. Er zullen ongetwijfeld renners – en ook rensters – voortkomen uit CCNL. Als ik moet kiezen tussen een niet-Nederlander en een Nederlander die hetzelfde niveau hebben, dan is de keuze makkelijk. Alleen willen wij met ons WorldTeam een internationale topploeg zijn, die meedoet op het allerhoogste niveau. Dat gaat nu eenmaal niet met 26 Nederlanders, want die zijn er niet. Zo simpel is het. Als we ons willen meten met de absolute top, moeten we onze plannen met de opleidingsploeg en scouting anders inrichten. En dus niet naar vlaggetjes kijken, maar naar wie er goed genoeg zijn.”
Dat heeft volgens hem ook met aantallen te maken. “Als je uit dertig Nederlandse talenten moet kiezen, dan zitten er niet zo veel krenten in de pap. Maar zijn het er driehonderd, dan is het een ander verhaal. En dan nog moeten die jonge meiden en jongens echt voor het wielrennen willen kiezen. Dat is ook een factor. Als je die lichting van 2007 erbij pakt, daar zitten ook geen tien potentiële renners voor ons bij. Het zijn er twee tot vier die het niveau wellicht aan kunnen. Maar ambiëren zij dat ook? Het komt erop neer dat je meer jeugd op de fiets wilt hebben. Verschillende partijen zetten daar de schouders onder. Wij doen dat zelf ook, door de jeugd via het laagdrempelige Ready2Race-initiatief op de fiets te krijgen. Alle stakeholders moeten daarvoor vooral goed samenwerken.”
Zeeman: “Sommige talenten hebben nu eenmaal langer nodig”
Ook afscheidnemend sportief directeur Merijn Zeeman ziet de negatieve tendens ontstaan. “Nederland is een klein land en daarbinnen is de vijver om uit te vissen ieder jaar minder groot. De aantallen zijn steeds kleiner en dat betekent ook dat het aantal toptalenten krimpt. Maar je moet niet vergeten dat CyclingClassNL zich toespitst op de juniorencategorie. Er zijn ook nog steeds renners die wat langer nodig hebben en via andere Continental-teams komen bovendrijven. Frank van den Broek is daar een voorbeeld van, Bart Lemmen idem dito. Ook die jongens en meiden houden wij echt wel in het vizier. Het is niet per se zo dat je van de junioren meteen door moet.”
“Ploegen als Metec-Solarwatt, VolkerWessels en Parkhotel Valkenburg hebben een heel belangrijke rol om in de breedte van de sport jongens kansen te blijven geven”, gaat Zeeman verder. “Op die manier kunnen talenten die langer nodig hebben, ook op latere leeftijd kansrijk zijn op een bestaan als prof. Het kan zelfs voorkomen dat zulke talenten niet eens tijd bij CyclingClassNL hebben besteed. Denk maar eens aan Jelte Krijnsen, een jongen die het ook echt heel goed doet. Talentontwikkeling en -herkenning is gewoon heel lastig. Ze moeten jaar na jaar hard blijven werken. Dan kun je als je 21, 22 of 23 jaar bent, ook nog bij ons team terechtkomen.”
We zien bij Visma | Lease a Bike Development veel Britten en Noren, maar de sportief directeur vindt niet dat het in die landen beter of anders gaat. “Met CyclingClassNL staat de structuur in Nederland gewoon goed. Alleen is het wel zo dat talenten wel eerst moeten gaan fietsen en niet alleen maar blijven voetballen of hockeyen. Dat is de factor geluk die ook nog eens meespeelt. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we door deze structuur straks weer talenten uit Nederland zullen hebben. Of ze zijn er al, maar hebben wat langer nodig. En voor de criticasters: Visma | Lease a Bike is een Nederlands team en dat zal zo blijven. Alleen is een paspoort niet leidend.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.