INEOS-boegbeeld Luke Rowe werkt voor concurrentie: “Kon geen leiding geven aan mijn vrienden”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
donderdag 12 december 2024 om 08:30

INEOS-boegbeeld Luke Rowe werkt voor concurrentie: “Kon geen leiding geven aan mijn vrienden”

Interview Na maar liefst dertien jaar trouwe dienst als renner bij INEOS Grenadiers, verlaat veteraan Luke Rowe deze winter zijn vertrouwde omgeving. De 34-jarige Brit was bij die ploeg een van de laatste cultuurdragers die al van het begin betrokken was, maar nu hij zijn fiets aan de haak hangt en zijn loopbaan verder zet als ploegleider, vindt Rowe dat hij zijn talenten beter kwijt kan bij het Franse Decathlon AG2R La Mondiale. Bij WielerFlits doet hij zijn verhaal.

We krijgen geen gespannen, maar juist een zeer opgetogen Luke Rowe voor ons op de ploegenpresentatie van Decathlon AG2R La Mondiale in het Franse Lille. “Als je me drie jaar geleden had verteld dat ik bij AG2R La Mondiale zou zitten als sportdirecteur, dan had ik gezegd: ‘What the f…'”, lacht Rowe. “Maar ik ben blij. Dit team heeft een doel. Ze weten goed waar ze willen staan binnen drie jaar en hebben een duidelijke visie.”

Iets wat je miste bij INEOS Grenadiers?
“Nee, ik wil zeker niet slechtpraten over INEOS Grenadiers. Ze gaan een beetje door een transitieperiode. Maar iedereen ziet dat ze de laatste jaren niet de makkelijkste tijd hebben. Als je naar de beste ploegen in de sport kijkt, is het heel zelden dat ze voor tien of vijftien jaar bovenaan blijven staan. Je klimt naar de top, maar vaak gaat het daarna toch weer bergaf. Als je dan de juiste dingen doet, kan je op een gegeven moment ook weer aan de top komen. Dat zal bij hen ook weer gebeuren.”

Ik vond je tijdens de Vuelta wel kritisch. Je vond toen dat de ploeg te weinig presteert voor het geld dat het uitgeeft.
“Als je kijkt wat ze hebben behaald met het geld dat ze uitgeven, dan hebben ze ondermaats gepresteerd. Dat is wat ik heb gezegd en dat is ook gewoon het geval. Hoeveel miljoen hebben ze? Als je zwart-wit naar hun seizoen kijkt, krijgen ze daar niet de juiste resultaten voor terug. Je hebt ook ploegen die minder uitgeven, maar beter presteren. Dat is hoe het werkt. Er zijn ook jaren dat Sky met hun budget heeft ‘overperformed’. Budget hebben is één ding, maar het op de juiste manier gebruiken is lastiger.”

Dan ben je toch best hard?
“Nee, want ik vind ook niet dat ze de kritiek verdienen. En de slechte woorden in de pers die je overal ziet, zijn overdreven. Het was gewoon een slecht jaar, zoals dat overal kan gebeuren. Maar in dat slechte jaar finishen ze wel op het podium van de Giro d’Italia en winnen ze de Amstel Gold Race. Ik zal altijd in die organisatie die er staat, blijven geloven.”

Luke Rowe tijdens het afgelopen voorjaar – foto: Cor Vos

Je bent samen met Geraint Thomas ook een beetje de verpersoonlijking van INEOS Grenadiers geworden na dertien jaar in de ploeg. Had jij niet dé nieuwe man moeten worden die de ploeg als ploegleider terug naar de top brengt?
“Eerlijk? Ik had nóóit gedacht dat ik zou vertrekken. Maar ik had ook niet nagedacht over wat ik zou doen na afloop van mijn carrière als renner, totdat ze effectief voorbij was. Toen ik die denkoefening maakte, stelde ik vast dat ik veel goede ploeggenoten heb gehad bij INEOS Grenadiers, veel van die jongens zijn ook vrienden geworden. Maar dat is ook een van mijn hoofdredenen om te vertrekken. Als je veel goede vrienden in de ploeg hebt, is dat gewoon heel lastig om samen te werken.”

“Stel je eens je drie beste vrienden voor, en dat je aan hen leiding moet geven. Het is best lastig om hen op een kordate manier te vertellen wat ze moeten doen. Het zou anderzijds misschien ook iets té comfortabel geweest zijn voor mij. Je presteert altijd op je beste als je een beetje uit je comfortzone zit. Dit is de lastige weg. Een nieuwe ploeg, mensen, omgeving, land en taal. Terwijl ik bij INEOS Grenadiers op de service course kon komen en van elke persoon wist waar ze woonden en hoe hun familie eruit zag. Een groot verschil.”

Is dat eng?
“Het is zeker uit mijn comfortzone, ja. Maar zo krijg ik ook het meeste uit mezelf, en ik kan hier nog veel leren. Maar wielrennen is en blijft een kleine wereld. Iedereen verandert weleens van ploeg. Misschien ben ik binnen vijf jaar wel terug bij INEOS Grenadiers, of zit ik bij een compleet andere ploeg. Of misschien doe ik wel helemaal niets meer in de sport.”

We kennen je allemaal als een goede wegkapitein en een slimme analyticus in je podcast. Maar wat kan je toevoegen als sportdirecteur?
“Ik besef goed dat ik nog heel veel te leren heb. Ik ben niet naïef of dom. Ik weet dat ik een goede wegkapitein was, maar ik kom hier niet aan en zeg aan iedereen: ik ga een heel goede sportdirecteur zijn. Misschien ben ik shit. Ik hoop wel dat ik er goed in ben, maar dat weet je pas als je in die situatie komt. De klassiekers worden de eerste focus, samen met Julien Jurdie. Een goede opportuniteit, want hij heeft de klassiekers al twintig keer gedaan.”

Maar wat moet je dan leren? Je bent toch niet nieuw in het wereldje.
“Alles, letterlijk alles. Ik heb nog nooit een drinkbus aangegeven vanuit de auto in mijn hele leven. Ik heb nog nooit in een konvooi gereden. Maar niet alleen het praktische. Er zijn nog zo veel dingen die ik nog nooit heb gedaan. Maar het is ook niet dat ik onzeker ben. Ik kan misschien de INEOS-manier om dingen aan te pakken, hier in de ploeg brengen. Ik heb veel gezien en meegemaakt tijdens mijn carrière, en ook met veel mensen gesproken. Dat wil ik onze renners graag doorgeven. Mijn visie is om de beste dingen die ik heb geleerd van overal mee te nemen, en daaruit te vertrekken.”

Het takenpakket van een sportdirecteur is natuurlijk al langer uitgebreid tot meer dan tactieken bepalen alleen.
“Dat klopt, maar in de klassiekers is tactiek bedenken nu lastiger dan ooit. Als je niet Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Tadej Pogacar of Mads Pedersen in je ploeg hebt rijden, hoe word je dan toch succesvol? Dat is de vraag van één miljoen. Voor iedereen. Zij zijn de beste met een grote voorsprong. Wij hebben niemand van hen, maar in de categorie daaronder hebben we wel een paar goede renners. Hoe gaan we die nu optimaal gebruiken? Hoe gaan we toch successen boeken?”

De bewuste val die Rowe uit het peloton haalde – foto: Cor Vos

Jij lijkt me iemand die ervan geniet om over die vraag na te denken.
“Dat houdt me scherp. I love it, het maakt me opgewonden. Je kijkt, leert, luistert, en opnieuw. Het kruipt in je hoofd. Het is een beetje een lifestyle om over die dingen na te denken. Je zit achter je computer en plots zijn we vijf uur verder. Als ik die passie niet zou hebben, zou ik wel iets anders doen. Ik geef niets om de mening van het publiek of wil geen extra geld binnen harken.”

Waarom denk je dat bij deze ploeg zo goed te kunnen bewerkstelligen?
“Ik heb met een paar ploegen gesproken. En vrij snel nadat ik met Dominique (Serieys, de algemeen manager van de ploeg, red.) had gepraat, zei ik: laat ons dat contract tekenen en eraan beginnen. Er is een no dickhead policy. Je ziet dat de renners en staf heel close zijn. We hadden dat op bepaalde momenten ook in INEOS Grenadiers, maar het is heel moeilijk om die sfeer te verkrijgen. Het kost heel veel tijd om zo’n groep te kneden, maar ze hebben het hier gedaan.”

Tijdens de E3 Saxo Classic ben je zwaar gevallen en daarna besliste je om vroegtijdig te stoppen. Fiets je nu nog soms?
“Nee, al vier maanden niet meer. Na de valpartij heb ik geprobeerd om terug in het peloton te keren. Zoals na elke valpartij, denk je: ik word beter, ik herstel en dan fiets ik weer. Ik had ten slotte nog anderhalf jaar te gaan. Ik heb het echt geprobeerd, heel gestaag en op verschillende manieren. Maar de deur bleef toch gesloten. Het was onmogelijk, en sindsdien heb ik ook niet meer gefietst. Ik zie mijn fiets wel in de garage staan, maar ik ben er gewoon niet meer in geïnteresseerd. Ik had het heel fijn gevonden om zelf te kiezen wanneer ik stopte, maar ik kan ook blij zijn met dit verhaal. Ik kijk naar het positieve.”

Hoe kijk je op je loopbaan terug?
No regrets, dat is zeker. Ik heb goede, slechte en stomme dingen gedaan. Maar ik kan niet zeggen dat ik van iets spijt heb. Met de hand op het hart zeg ik dat ik er alles voor heb gedaan. En ik heb verdomd veel plezier gehad. Ik heb er zo hard van genoten. Als ik hier en daar meer gefocust had, dan had ik wel een procentje beter kunnen zijn. Maar daar heb ik geen spijt van. Ik vraag me zelfs af: als je al die jonge renners zo ziet. Als zij ooit stoppen, gaan ze dan kunnen zeggen dat ze hebben genoten? Ik ben daar niet zeker van. Ze hebben vaak zo’n tunnelvisie op de fiets, zoals een paard met oogkleppen.”

Geef je die lessen ook mee aan de jonge renners die je nu onder jou krijgt?
“Zeker. Chill out, boys, zeg ik dan. Wielrennen is een klein deel van je leven, maar tegelijkertijd ook een best groot deel. Qua gezondheid als renner zitten de beste jaren tussen je 20 en 30. Maar dat is ook de piek van je gehele leven. Je spendeert dat op de fiets, dus is het belangrijk om extra van die reis te genieten. Soms moet je een beetje een stap terug zetten, een moment om gas terug te nemen.”

Is dat te verenigen met presteren op het hoogste niveau?
“Natuurlijk. Sommige mensen die dit lezen, gaan mij wellicht niet begrijpen. Ze denken dan dat ik bedoel dat een renner van mij smashed uit de pub moet komen of van tijd tot tijd eens dronken worden. Maar daar gaat het niet om. Ze moeten gewoon soms een stapje terug zetten, naar het bredere plaatje kijken en jezelf realiseren hoe veel geluk je hebt dat je deze job mag doen. Genieten van de mooie momenten, afzien op de harde momenten. Dan kan je er later met de glimlach op terugkijken en hou je het wellicht ook langer vol.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.